Tag Archief van: tips

Ga uitgerust met vakanrtie

Ga uitgerust je vakantie in!

Ga uitgerust je vakantie in!

Heb je al vakantie? Of ben je nog bezig met de laatste loodjes?

Hoe dan ook, het is zaak om uitgerust de vakantie in te gaan. Dat voorkomt vakantiestress, ongelukken en een te vol hoofd. Daarom vandaag: zeven tips om uitgerust je vakantie in te gaan!

1. Alles wat je nog op school moet (of beter: wilt) doen (schoonmaken, voorbereiden, opruimen, enzovoort): roep hulptroepen in. Ouders, vrienden, vrijwilligers… delegeer de taken en zorg voor gezellige muziek, hapjes en drankjes en loof een prijs uit voor de beste hulp. Maak er wat leuks van!

2. Maak een lijst van alle dingen die je in deze vakantie voor school wilt doen. Prik een of twee dagen in je agenda waarin je al deze dingen gaat doen. Je kunt het lijstje ook gewoon weggooien of verbranden. Vergaat de wereld als je al die dingen niet doet? Vermoedelijk niet. Zijn er dingen die echt moeten? Prima, maar plan ze dan ook echt in en zet ze in je agenda.

3. Koop iets voor jezelf. Een mooi boek dat je deze vakantie wilt gaan lezen, een hoed, zomerkleren, een ijsmachine… iets wat jou alvast in vakantiestemming brengt.

4. Download ergens een checklist (het internet staat er vol mee) voor je vakantievoorbereidingen. Dan hoef je hem zelf niet te maken en hoef je niet bang te zijn dat je iets vergeet.

5. Schrijf brieven aan de leerlingen, ouders en collega’s die nog in je hoofd zitten. Deze brieven hoef je niet te versturen, je mag ze weggooien, verbranden, of in een doos op zolder stoppen.

6. Sociale contacten en huishoudelijke verplichtingen? Kies bewust! Stel prioriteiten. Delegeer en combineer. Zorg dat je minimaal een dag per week de tijd geheel aan jezelf hebt.

7. Ruim je huis op. “Ontspul…”; doe dingen weg. Een schoon en opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd. Als je er geld voor hebt: huur iemand in die het voor je doet en kijk glimlachend toe (vanachter je boek).

Nu ben je klaar voor de vakantie! Fijne vakantie!
Jouw gedrag

Kijken naar jezelf als leraar

Peter Teitler geeft lessen in orde

In het boek is veel aandacht voor Kijken naar jezelf als leraar. Ieder mens heeft een bepaalde grondhouding, maar als leraar moet je je goed inzicht hebben in je eigen houding; ken uzelve. Als leraar switch je de hele dag tussen verschillende gedragingen en houdingen; het is wel handig als je deze bewust kunt inzetten om het gedrag van anderen – bijvoorbeeld leerlingen – te beïnvloeden.

Je kunt alleen jezelf veranderen

Misschien wil je wel dat een leerling, ouder of collega zich anders gaat gedragen, maar het begin ligt bij jou. Zolang jij blijft doen wat je altijd al deed, blijf je krijgen wat je altijd al kreeg. Op het moment dat jij je gedrag verandert, zal een ander anders reageren. Om te weten hoe je anders moet reageren, moet je weten welke elementen van jouw houding/ gedrag helpend zijn of juist tegen werken. Alleen die elementen moet je veranderen om het gewenste effect te bereiken.

Jouw eigen houding en gedrag

Hoe kom je erachter welke elementen helpend zijn en welke tegenwerken? Door jezelf een aantal vragen te stellen:

  1. Vind ik mijzelf als leraar de moeite waard?
  2. En vind ik mijn leerlingen de moeite waard?
  3. Vind ik mijn collega’s de moeite waard?
  4. En vind ik mijn leidinggevende(n) de moeite waard?
  • Als je op alle vier de punten volmondig Ja kunt zeggen, heb je een positieve grondhouding en is er een grote kans dat anderen willen luisteren naar wat jij zegt. Er is vermoedelijk sprake van een gezonde relatie, waardoor je invloed kunt uitoefenen op anderen.
  • Als je anderen wel de moeite waard vindt maar jezelf niet, zul je eerst moeten werken aan jouw zelfvertrouwen. 
  • Indien je jezelf wel de moeite waard vindt maar anderen niet, zul je je waarschijnlijk eenzaam en ongehoord voelen. Anderen (vooral: leerlingen) voelen dat je hen (onbewust) de schuld geeft van alles wat mis gaat in jouw lessen. Eerst moet je jezelf afvragen of het onderwijs wel de juiste werkomgeving voor jou is. Als jouw antwoord op die vraag Ja is, wordt het tijd om je kwetsbaar op te stellen en te vragen aan anderen hoe je op hen overkomt. Bij een Nee wordt het tijd om een andere baan te zoeken.
  • In het geval dat je zowel jezelf als anderen geenszins de moeite waard vindt, stel ik voor dat je begint met een gesprek met iemand die jij vertrouwt en je verder kan helpen, anders loop je steeds verder vast.

Praktische tips

Een onderzoek naar je eigen grondhouding is een proces dat je misschien niet alleen kunt leiden maar waar je een coach, collega of vriend bij nodig hebt. Er zijn echter een paar dingen die je in ieder geval zelf kunt doen:

  1. Noteer iedere dag drie dingen waar je blij mee of tevreden over bent; groot en klein
  2. Herken impliciete boodschappen van anderen zoals metaforen, kritische opmerkingen vermomd als grap en blikwisselingen nadat jij iets gezegd hebt. Train jezelf in opmerkzaamheid en vraag expliciet naar de betekenis – en ja, dat mag eng zijn
  3. Realiseer je dat je het product bent van je jeugd en je opvoeding. Ieder mens draagt zaken mee die niet meer in deze tijd thuishoren, maar onbewust meegenomen zijn uit het verleden. Ballast is er om achter te laten en een coach kan je daar bij helpen.

Succes 🙂

Vind jij dat het nu echt tijd is om aan jouw zelfvertrouwen te werken? Neem dan vrijblijvend contact met me op. In een gratis intake zoeken we naar een traject dat past bij jou en jouw portemonnee. Het resultaat van een coachtraject bij Sterke School is dat je sterk voor de klas kunt staan en vertrouwen hebt in jouw eigen kunnen en in de mogelijkheden van jouw leerlingen.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Collega's aanspreken

Je collega’s aanspreken

Peter Teitler geeft lessen in orde

De meeste scholen hebben (gedrags)regels vastgesteld. Je kunt ze lezen op de site, in de schoolgids en soms hangen ze zelfs op de muur in gangen en lokalen. Maar helaas weigeren sommige leraren om zich daaraan te houden. Zij hebben zelf geen enkel probleem om de orde in hun klassen te handhaven, of ze durven hun leerlingen niet aan te spreken op het overtreden van bepaalde regels. In het boek Lessen in orde wordt een heel hoofdstuk gewijd aan Opvoeders op één lijn.

Herken je dit gedrag?

Je vraagt de leerlingen bij binnenkomst hun telefoon in de telefoontas te doen. Sommige leerlingen weigeren, want bij meneer Jansen hoeft dat ook nooit. Voor je het weet zit je in een zinloze discussie en is de halve les voorbij.

Collega's aanspreken

Jij moet in ieder geval voet bij stuk houden. In dit geval: telefoons in de tas en geen discussie. Zodra je toegeeft is je gezag weg en ga je een zware tijd tegemoet in deze klas. Wat nóg moeilijker kan zijn, is het aanspreken van meneer Jansen op zijn gedrag, omdat hij jouw gezag ondermijnt. 

Nu kun je natuurlijk meteen naar meneer Jansen rennen en hem uitschelden, maar waarschijnlijk is het handiger om eerst even na te vragen bij meneer Jansen of het wel klopt wat de leerlingen zeiden. En vervolgens kun je vertellen wat zijn gedrag voor gevolgen heeft voor jou en vragen welke oplossing hij daar voor heeft. Je kunt meneer Jansen om hulp vragen.

Het heeft te maken met steun

Je hebt meer gezag bij leerlingen als je je gesteund voelt door je collega’s, ouders en leidinggevenden. Als je echt geen steun krijgt – van niemand – dan zou ik een andere school gaan zoeken. Maar op de meeste scholen gebeurt het zonder nadenken, in de waan van de dag. Snelle keuzes zonder na te denken over de consequenties. Menselijk gedrag.

Waarom is het zo moeilijk om echte afstemming te realiseren?

Daar kunnen drie redenen voor zijn:

  1. Leraren zijn bang dat hun autonomie aangetast wordt
  2. Leraren zijn bang voor een rigide structuur
  3. Afspraken verzanden door gebrek aan structuur

Opvoeders op één lijn? Hoe dan?

Het is niet jouw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle leraren zich aan de regels gaan houden, maar je bent wel verantwoordelijk voor jouw eigen gedrag. Als jij ergens last van hebt dan moet je dat aan de orde stellen. En als je niet naar meneer Jansen zelf durft, ga dan naar je leidinggevende. Wat je beslist niet moet doen, is klagen tegen andere collega’s of ouders. Sta voor wat jij vindt en wilt bereiken.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Gedrag van leerlingen beinvloeden

Lessen in orde

Peter Teitler geeft lessen in orde – leerlingen beïnvloeden

In den beginne krijgt iedere leraar – als vanzelf – het gezag van alle leerlingen. Vervolgens gaan de leerlingen testen of de leraar het gezag verdient. Indien een leraar adequaat reageert op die test, kan het gezag veranderen in daadwerkelijke invloed; de leerling maakt zich – uit vrije wil – alle informatie die de leraar aandraagt eigen. De leraar kan leerlingen beïnvloeden en vanaf dat moment het verschil maken voor een leerling.

Hoe overleef je die test?

De uitkomst van de test hangt af van de manier waarop je op je leerlingen reageert. Neem daarbij de volgende drie aandachtspunten in acht:

  • Het begint bij relatie; leer je leerlingen kennen en geef hen ook de mogelijkheid om jou te leren kennen
  • Iedere leerling wil gehoord en gezien worden
  • Wees jezelf en speel tegelijkertijd de rol van leraar

Gedrag van leerlingen beïnvloeden

Peter Teitler zegt in zijn boek dat er 72 manieren zijn om het gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Het is geen echte lijst; het zijn elementen in verschillende hoofdstukken die je zelf moet combineren. Ik houd het bij drie uitgebreide tips.

De houding van de leraar

Eén van de manieren om naar jouw houding als leraar te kijken is vanuit de Transactionele Analyse. Deze gaat uit van het principe dat je altijd een bepaalde rol speelt in interactie met anderen:

  1. De rol van Strenge Ouder: Wie niet horen wil moet maar voelen
  2. De rol van Zorgende Ouder: Het is voor je eigen bestwil
  3. De rol van Volwassene: Als je zo doet, zijn dit de gevolgen
  4. De rol van Kind: En nou heb ik het helemaal met je gehad

Het is belangrijk om voor jezelf na te gaan vanuit welke rol je dingen zegt en doet. Als leraar hoor je eigenlijk altijd de rol van volwassene te nemen, maar leraren zijn ook mensen… Zodra je jezelf betrapt op een andere rol, kun je jezelf gewoon (en dat mag best hardop) corrigeren. Dat is een volwassen manier om je kwetsbaar op te stellen.

Als je bewust met verschillende rollen speelt, komt humor om de hoek kijken; Nog één keer en ik doe je haar door de war

Spelpatronen

Spelpatronen ontstaan als een leraar, een leerling of een klas steeds op dezelfde manier op elkaar reageren, met als uitkomst dat iedereen er een rotgevoel aan overhoudt. Het is een psychologisch spel, waar uiteindelijk geen winnaar uit naar voren komt. Een paar voorbeelden:

  • Leerling is brutaal – leraar wordt boos – leerling wordt nog brutaler – leraar wordt nog bozer – leerling krijgt straf/ moet eruit
  • Leerling wil aandacht – leerling vraagt hulp – leraar geeft hulp – leerling vraagt nog meer hulp – leraar geeft nog meer hulp – leerling lijkt helemaal niks meer zelf te kunnen – leraar is het zat – leerling gaat lastig gedrag vertonen
  • Leerling A pest leerling B – Leerling B klaagt bij de leraar – leraar geeft straf aan leerling A – leerling A wordt boos – leerling A pest leerling B nog erger

Uiteindelijk wordt de leerling altijd bevestigd in zijn vermoedens: De leraar heeft de pik op me, Ik kan het niet – ik ben dom en Leraren zijn niet te vertrouwen.

Zodra je je realiseert dat je in een spelpatroon zit, volg je het volgende stappenplan:

  1. Analyseer het patroon; wat gebeurt er precies?
  2. Kies een andere manier om de volgende keer te reageren (kies een manier uit die jij leuk vindt):
    • Verander van onderwerp
    • Speel een andere rol/ een ander deel van je persoonlijkheid
    • Richt je op een andere rol/ een ander deel van de  persoonlijkheid van de leerling
  3. Je voelt onmiddellijk of deze andere manier werkt. Werkt het niet? Probeer dan iets anders.

De dramadriehoek

De dramadriehoek is een spelpatroon dat we vaak zien bij ruzies en onenigheid. We onderscheiden in dit spel drie (negatieve) rollen:

  • Slachtoffer: Ik kan er niks aan doen, want…
  • Aanklager: Het is de schuld van… omdat …
  • Redder: Laat mij het maar doen

Een dramadriehoek kun je ontbinden door compleet onvoorspelbaar te reageren. Oudere leerlingen en volwassenen kun je natuurlijk bewust maken maken hun rol in het spel en uitnodigen om de volgende keer ook onvoorspelbaar te reageren.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. Je leert in ruim een uur hoe je jouw houding kunt veranderen met als gevolg dat je meer invloed hebt op het gedrag van je leerling(en)

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 4

Gedrag? Oplossingen! deel 4

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Dit vierde en laatste deel gaat over leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Het betreft leerlingen die zich eenzaam voelen op school doordat zij minder goed geaccepteerd worden door hun leeftijdsgenoten. Misschien worden ze gepest, buitengesloten en daarmee vaak niet gehoord en gezien door leraren en zelf ook door hun ouders.

We onderscheiden drie categorieën gedragsproblemen

  1. Sociaal vermijdend; leerlingen die zich onttrekken aan vrijwel elke vorm van sociale interactie
  2. Sociaal onverschillig; leerlingen die het prima vinden om met andere leerlingen samen te zijn maar net zo lief alles alleen doen
  3. Sociaal onhandig; leerlingen die enorm hun best doen, maar hun pogingen zien stranden in ruzie en/ of afwijzing

Een paar praktische tips

Verkeerde dingen zeggen

Laat merken dat jij begrijpt wat hij of zij bedoelde en vertel wat zij beter hadden kunnen zeggen. Geef een letterlijke voorbeeldzin en laat de leerlingen deze nazeggen en de volgende keer gebruiken

Problemen met kleding of hygiene

Neem de tijd voor een gesprek met de ouders (met of zonder de leerling erbij). Wees direct, zonder te schofferen of te beledigen

Niet tegen kritiek kunnen

Blijf rustig en spreek met vaste stem. Maak duidelijk dat kritiek bij het leven hoort, bedoeld is om van te leren en niet als een aanval op de persoon

Teveel aandacht trekken

Laat merken dat je de leerling vooral ook hoort en ziet zodra hij of zij niet op de voorgrond treedt. Zorg in ieder geval voor duidelijke regels en afspraken en corrigeer kort en duidelijk zodra deze worden overtreden

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 3

Gedrag? Oplossingen! deel 3

Gedrag in de klas

José kijkt uit het raam. Herman, de docent, loopt achter haar langs en ziet dat de te maken bladzijde in het werkboek nog helemaal leeg is. ‘Ga je ook aan het werk? Je hebt nog maar tien minuten.’ José kijkt Herman aan en pakt haar pen. Herman loopt door. Als hij tien minuten later alle werkboeken inneemt, ziet hij dat de bladzijde in het werkboek van José nog steeds leeg is.

Youssef valt van zijn stoel. Niet één keer, maar vijf keer achter elkaar. Juf Karima pakt hem, vriendelijk doch beslist, bij zijn arm, trekt hem overeind en zet hem stevig op zijn stoel. ‘Nu blijf je in de kring, op je stoel zitten. Ik weet zeker dat je het kunt.’ Voordat Karima verder kan gaan met het prentenboek, ligt Youssef alweer op de grond. De andere leerlingen roepen Youssef toe dat hij weer moet gaan zitten. Youssef grijnst.

Alle schriften van Casper zitten vol met krassen, scheuren en vouwen. Als hij zijn laatje omkeert op de tafel, valt er van alles uit: pennen, proppen papier, potloodslijpsel én natuurlijk het leesboek dat hij vanmorgen niet kon vinden. Meester Bert zucht. Hij weet niet zo goed hoe hij met Casper om moet gaan. Het is een lieve jongen, maar hij laat voortdurend een spoor van chaos na. Spullen, kwijt of kapot. Huiswerk niet gemaakt. Gymspullen zoek. Punt gebroken. Maar ook: ruzie in de rij. Gedoe tijdens de pauzes. Een onleesbaar handschrift. En niemand wil met hem samenwerken. Arme Casper.

Herken je dit?

Ongetwijfeld heb ook jij een José, Youssef of Casper in de klas. Of alle drie… Soms heb je snel een oplossing gevonden om rust en orde in de klas te houden, maar het komt ook voor dat dergelijk gedrag zo’n impact op jou en de klas heeft, dat andere leerlingen én jijzelf niet goed meer kunnen functioneren. 

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het derde deel van het boekje: Probleemgedrag dat te maken heeft vaste regels en schoolwerk.

Dit kun je in ieder geval doen

  • Vraag altijd aan de leerling om te herhalen welk gedrag je van hem of haar wilt zien. Zo weet je precies wat de leerling van jou begrepen heeft. Vragen als ‘heb je het begrepen?’  of ‘heb je me gehoord’ zijn vragen waar je meestal een gewenst antwoord op krijgt.
  • Vertel ’s morgens altijd welke zaken deze dag anders gaan dan normaal, vertel ook waarom en wat er anders zal zijn. Dit scheelt onrust, gedoe en storend gedrag.
  • Jonge leerlingen zet je het liefst bij je in de buurt. Met oudere leerlingen kun je vaste tekens afspreken, een vaste plek geven om ‘bij te komen’  of met een emotiethermometer werken.
  • Onrustige leerlingen kunnen gebaat zijn met een stressbal of tangel.
  • Oefen vaste routines net zolang totdat alle leerlingen deze onder de knie hebben. Heb geduld; als het niet meteen lukt vertel je opnieuw welk gedrag je wilt zien en oefen je het nog een keer.
  • Chaotische leerlingen geef je de keuze tussen twee opties. Houd het simpel.
  • Samenwerken moeten leerlingen ook stap voor stap leren. Hoe je dat aanleert, lees je hier.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

functioneringsgesprek

Functioneringsgesprek

Functioneringsgesprek? Ga ervoor!

Op de meeste scholen worden functioneringsgesprekken gevoerd. Op alle scholen wordt dat anders geregeld.
Een functioneringsgesprek heeft een andere functie dan een beoordelingsgesprek. Het is zaak om daar alert op te zijn.

Vraag naar het doel van jouw functioneringsgesprek

Er bestaat veel onduidelijkheid over het verschil tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Beide gesprekken horen onderdeel te zijn van een cyclus en vinden jaarlijks plaats, maar ze hebben iedere een ander doel. Een functioneringsgesprek is een gestructureerd tweerichtingsverkeer-gesprek tussen jou en je leidinggevende. Jullie bespreken de huidige werkpraktijk om knelpunten op te sporen. Voor de geconstateerde problemen bedenk je samen oplossingen en daarover maak je afspraken. Het functioneringsgesprek is dus toekomstgericht. De verbetering (van beide kanten) staat centraal.

Soms krijg je van te voren een formulier met vragen, of een lijstje met onderwerpen.
Soms is er van te voren een klassenbezoek waar je wordt geobserveerd.
Soms krijg je alleen een datum en een tijd door en moet je maar afwachten wat de onderwerpen zullen zijn.

Soms is degene waar je het gesprek mee hebt ook degene die jou (als je starter of invaller bent) begeleidt. Dat is eigenlijk geen goede zaak; jullie hebben dan allebei twee petten op. In dat geval zou je kunnen vragen of je je functioneringsgesprek met iemand anders mag hebben.

In alle gevallen: ga ervoor!

Of je nu invaller bent of vaste kracht, de volgende tips kunnen je helpen

  1. Maak van te voren twee lijstjes. Een met dingen die je heel erg leuk vindt in je werk en een met zaken waar je niet blij mee bent. Als je tweede lijstje langer is dan het eerste, zal je je moeten afvragen of je hier wel wilt blijven werken. De uitkomst daarvan is van invloed op het gesprek dat je hebt.
  2. De dingen die je leuk vindt, kan je allemaal noemen. Doe dat met enthousiasme!
  3. De zaken die je niet leuk vindt, kun je omzetten in “wensen”. Tijdens je gesprek vraag je dan of er mogelijkheden zijn om die wensen te vervullen. Zo zorg je voor een positieve insteek.
  4. Spreek vanuit jezelf en niet over, of namens anderen.
  5. Je mag je kwetsbaar opstellen, zolang je er een leerdoel aan koppelt. Zo laat je zien dat je je bewust bent van je tekortkomingen, maar dat je er aan werkt.
  6. Alles waar je goed in bent, mag je ook zeker benoemen. Geef daar ook voorbeelden bij.
  7. Vraag of je zelf het verslag mag maken. Je maakt dan alleen een lijst met actiepunten en de data waarop deze actiepunten  (en door wie) uitgevoerd moeten zijn. Een uitgebreid verslag schrijven is zonde van je tijd!

 

Heb jij ook nog goede tips?

Zet ze in het commentaarveld 🙂

Heb jij het webinar over Timemanagement in het onderwijs nog niet bekeken? Dat kan hier

Nog meer lezen over functioneringsgesprekken in het onderwijs? Dat kan hier

Invallen in het primair onderwijs

Tien tips voor Invallers in het Basisonderwijs

Tien Tips Voor Invallers In Het Basisonderwijs

Ik heb meer dan tien jaar ingevallen op heel veel verschillende scholen, omdat er in de tijd dat ik mijn Pabo-diploma kreeg (1988) nauwelijks werk was; zelfs niet voor mannen. Mijn mannelijke klasgenoten vertrokken de ICT in, dat was toen een geweldig ontwikkelgebied.
In die tien jaar heb ik heel veel geleerd en ben ik door schade en schande (onder)wijzer geworden.
Soms had ik weken achtereen geen werk; als ik een half jaar op dezelfde school werkte had ik geluk, maar regelmatig zag ik in één week zes verschillende scholen.
In de meeste gevallen lag alles klaar met een keurig overzicht van de dag. Een enkele keer lag er helemaal niets. En heel soms probeerden de leerlingen me weg te pesten.
Dat lukte ze nooit… daarvoor had ik teveel lol. Maar ik had heel graag tips gewild voor invallers.

Invallen kan heel leuk zijn

Het doel is vooral om ervoor te zorgen dat zowel jij als de leerlingen een goede en gezellige dag hebben. Directeuren zijn vaak al tevreden als ouders niet klagen. Als er geen overlast is, zijn de collega’s blij. Als de leerlingen ook nog iets nieuws geleerd hebben, is de eigen juf of meester ook nog blij. Maar niet alle invallers scoren goed op alle scholen.

Invallen is in ieder geval heel erg leerzaam

Je leert in een soort snelkookpan belangrijke vaardigheden:

  1. In no-time een band opbouwen met leerlingen die je niet kent
  2. Orde houden in zowel moeilijke als makkelijke klassen
  3. Lesgeven zonder methodes, zonder digibord, zonder schriften
  4. Flexibiliteit in alle omstandigheden
  5. De enorme verschillen tussen scholen en leerlingen

Tien tips voor invallers in het basisonderwijs

1. Zorg dat je er netjes uitziet!
2. Geef iedereen een hand. Collega’s, OOP, leerlingen en ouders.
3. Neem een invalkoffer mee met lessen en activiteiten.
4. Houdt een logboek bij per school/ klas met dingen die je moet onthouden voor de volgende keer dat je daar komt.
5. Sta op twee benen, drink genoeg en maak lol.
6. Neem je eigen regels mee (letterlijk) en houd je leerlingen daar aan.
7. Maak met de leerlingen leuke naamstickers.
8. Houd een quiz over jezelf.
9. Neem een beker met ijslollystokjes mee, zet daar de namen op en trek namen om beurten te geven.
10. Kijk alles meteen na afloop van de les samen met de leerlingen na. Dan weet je meteen hoe je les is gegaan en je hoeft niet na schooltijd na te kijken.

Extra tip voor invallers: Zorg voor een hele leuke activiteit aan het einde van de dag, zodat iedereen vrolijk naar huis gaat. Jij vooral!

Wil je goed voorbereid kunnen invallen op alle scholen? Koop dan onze online les Invallen in het PO in de webshop.

Zeven tips om iemand de gordijnen in te jagen

Iemand de gordijnen injagen...

… is helemaal niet zo moeilijk. Mensen doen het dagelijks, bewust of onbewust. 
Leerlingen jagen leraren de gordijnen in om te kijken of een leraar wel orde kan houden.
Collega’s doen het als ze geen tijd voor je hebben.
Ouders doen het als ze niet willen of kunnen begrijpen wat een leraar zegt.
Leidinggevenden reageren bot als ze geen geduld met iemand hebben.
Coaches doen het wel eens expres… als ze willen dat iemand ergens over na gaat denken, of om te kijken hoe de coachee reageert.

Gordijnen hebben te maken met weerstand

Herken jij dit ook?
Weerstand bij een leerling… die iets moet maar niet wil.
Geklaag van een collega… vanwege de volgende verandering in het beleid op school.
Onwil om te luisteren bij jezelf… als een collega bij jou komt met een lang verhaal terwijl je geen tijd hebt.
Weerstand bij een ouder… die het totaal niet met je eens is waar het jouw leerling betreft.

Zonder weerstand geen glans

Met de volgende zeven tips krijg je ouders, leerlingen en collega’s razendsnel de gordijnen in:

1. Zeg: ‘Doe niet zo stom.’

2. Haal je schouders demonstratief op.

3. Reageer heel verbaasd.

4. Zeg: ‘Doe niet zo moeilijk.’

5. Laat heel duidelijk je irritatie blijken (verbaal en non-verbaal).

6. Stap onmiddellijk naar een ander en begin te roddelen. Het liefst waar het onderwerp van gesprek mee kan luisteren.

7. Vraag op verongelijkte toon: ‘Waarom niet?’

Sommige reacties helpen ook om orde te houden

Probeer maar uit 😉

Deze tip hoort er wel bij: Speel toneel!
Maak duidelijk met je houding, je gezichtsuitdrukking en de toon van je stem dat je toneel speelt. Anders denken ze nog dat je het meent.

Nog een tweede tip: Doe dat niet bij autisten.

Wil jij orde leren houden? Kijk dan in onze webshop. Wij hebben een geweldige online cursus voor je gemaakt. En via deze pagina kun je je opgeven voor ons gratis webinar ‘De drie wetten van orde’ op woensdagavond 30 september. Dan krijg je alvast een voorproefje.

Helemaal geen tijd

Helemaal geen tijd

Trudie plukt nerveus aan haar trui. ‘Ik heb eigenlijk helemaal geen tijd om met je te zitten’.
Ik zet mijn tas op een tafeltje en kijk Trudie aan. ‘Vertel.’
Trudie haalt haar schouders op en gebaart naar de stapels op haar bureau. ‘Ik heb nog voor minstens drie uur nakijkwerk. De klas is een puinhoop, de rapporten zijn niet klaar, ik moet nog twee moeders bellen en ik heb nog niks voorbereid voor morgen.’
Ik knik. ‘Je bent moe’.
Ik zie tranen. ‘Ga even zitten. We gaan het samen regelen. Het komt goed.’
Trudie gaat zitten. ‘De kinderen zijn hartstikke druk, maar ik word vooral gestoord van alle administratie. Ik heb daar helemaal geen tijd voor.’

Ja, díe ken ik: de administratie

Door de waan van de dag kom je er eigenlijk nooit aan toe, waardoor het zich opstapelt. En na een tijdje zie je door de bomen het bos niet meer.

Hoe zorg je ervoor dat het volgend schooljaar beter gaat?

Door meteen goed te beginnen. Of liever nog: door vlak voor de vakantie te beginnen. Beter laat dan nooit. Hiermee voorkom je stress.

Tien tips als je helemaal geen tijd wilt besteden aan teveel administratie

  1. Deel je PC handig in 
    Pak pen en papier en maak een schema van hoe jij jouw mappen wilt hebben en wat je erin wilt hebben. Gooi de rest weg. Ruim je PC op en gebruik een opschoonprogramma.

  2. Maak overal (digitaal en/of op papier, indien nodig) formulieren voor
    Gesprekken, leerlingverslagen, plannen, voor alles wat teveel tijd kost. Zorg ervoor dat ze niet langer zijn dan één A4. Bij voorkeur korter. Dit werkt schoolbreed ook heel goed.

  3. Begin je administratie in een opgeruimd lokaal
    Eindig iedere dag met het opruimen van het lokaal, waarbij alle leerlingen een taak hebben. Maak er een race van, met een klok en een vrolijk muziekje (Hawaï Five-O).

  4. Maak drie to-do-lijstjes
    Eén voor de dag, één voor de week en één voor de maand. De zaken voor de nóg langere termijn plan je alvast in je agenda.

  5. Houd je agenda zo leeg mogelijk
    Plan de dagelijkse dingetjes regulier in je agenda: nakijken, voorbereiden, oudercontacten enzovoort. Daarnaast mag er nog één klus per dag bij. Een overleg, iets administratiefs of iets vakinhoudelijks. Beperk het tot één.

  6. Plan twee uur per week in voor je administratie en doe het in die tijd
    Maak er een sport van om steeds binnen de tijd te blijven en beloon jezelf met iets leuks in de tijd die je overhoudt.

  7. Gooi dingen weg
    Bewaar geen onnodige papieren. Wat vandaag niet nuttig is, is het morgen ook niet. En als het later wél nuttig blijkt, dan heb je het zo weer gevonden en waarschijnlijk is dat een betere versie.

  8. Zeg NEE
    Zeg minimaal één keer per dag nee tegen iets wat jou teveel tijd gaat kosten.

  9. Leer je leerlingen nakijken
    In het begin kost dit veel tijd en energie en natuurlijk moet je dagelijks steekproeven houden, maar dit levert uiteindelijk een enorme tijdwinst op.

  10. Delegeer
    Bedenk bij alles wat je gaat doen of jij werkelijk de juiste persoon bent om dit te doen. Zo niet, dan delegeer je de klus naar een collega, ouder of leerling. Of je doet het níet. Maak weloverwogen keuzes.

Wat Trudie betreft, natúúrlijk kwam het goed

Ik heb haar bovenstaande tips gegeven, maar daar had ze natuurlijk niet zoveel aan op donderdagmiddag om half vier. Want tja: waar moet je beginnen?

Een oplossing in zes stappen

  1. Een lijst gemaakt van alles wat ze nog moet doen in deze week én in deze maand.
  2. Een planning gemaakt in haar agenda voor de laatste weken: Esis bijwerken, rapporten, overdracht, opruimwerkzaamheden én voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar.
  3. Ruimte gecreëerd in de planning van vrijdag, waardoor het programma minder vol werd en er tijd overbleef voor andere dingen.
  4. Opruimen en nakijken gedelegeerd naar de eerste twee uur op vrijdagochtend: samen met de leerlingen.
  5. Een script geschreven voor telefonische oudergesprekken, waarin Trudie betrokken en warm overkomt, maar het gesprek a) niet langer duurt dan 5 minuten en b) ze wel kan zeggen wat ze kwijt wil.
  6. Vervolgens konden wij een nieuwe afspraak maken. En ze had nog voldoende tijd over om haar lessen van vrijdag voor te bereiden.

 

Trudie blij, ik blij, moeders blij, iedereen blij.

Zoek je een goede coach? Klik hier.

Zoek je een goede agenda voor het nieuwe schooljaar? Kijk dan eens hier.