Tag Archief van: school

Ouderwets = uit de tijd … dus weg ermee!

Ouderwets = uit de tijd … dus weg ermee!

Als ik naar het onderwijs kijk vandaag de dag, dan vind ik eigenlijk dat er weinig is veranderd. Meer dan 100 jaar geleden zaten er veel te veel kinderen in een lokaal en er stond een leraar voor die erg zijn best deed om zo goed mogelijk les te geven.
Wat is er dan veranderd?

Nou, oké dan

Techniek is de school ingekomen, met het digibord, de computer en de tablet. We weten meer; er is zoveel meer kennis over leren en onderwijzen. Kinderen hebben een andere rol in het gezin dan 100 jaar geleden. Iedereen heeft een mobieltje. De zaterdag is tegenwoordig een vrije dag. Er zijn meer juffen dan meesters; meisjes hebben iets meer kansen dan toen. AI-ontwikkelingen gaan hard. De maatschappij is veranderd. En gelukkig maar; ik moet er niet aan denken dat alles nog steeds hetzelfde zou zijn als 100 jaar geleden.

Lijfstraffen, ezelskoppen, aparte opdrachten voor meisjes en jongens…

Maar als je nog eens kijkt naar de schoolklassen van toen en van nu…? Op de meeste scholen doen we nog steeds ontzettend ons best om zo goed mogelijk les te geven aan een (te grote) groep leerlingen in een klaslokaal. Betekent dat dan dat het meeste onderwijs per definitie ouderwets is?
Ouderwets vinden we toch een beetje een “vies woord”. Uit de tijd. Achterhaald. Verleden tijd. 

Baanbrekende onderwijsvernieuwingen

  • Onderwijs is niet meer van deze tijd
  • Leraren moeten niet lesgeven maar coachen
  • Leerlingen weten zelf wat goed voor ze is

Het klinkt zo ideaal, vriendelijk, respectvol. Wat zou het toch fijn zijn als dergelijk onderwijs zou werken voor alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond en het beroep van hun ouders. Maar helaas… dat is niet zo. 

Er zijn veel te veel leerlingen die te weinig kennis meekrijgen – van huis uit –  om te kunnen weten wat ze zouden willen leren. Deze leerlingen verzuipen op deze vernieuwingsscholen. Net als leerlingen die structuur, helderheid en een goede band met een leraar nodig hebben. Deze vernieuwingsscholen zorgen ervoor dat de kansenongelijkheid alleen maar groter wordt.

Ze mogen van mij wel blijven hoor

Maar kom niet aan met ouderwets. Er zijn echt heel veel ouderwetse dingen die van mij gewoon terug mogen in het onderwijs. En verbeterd mogen worden; want dat kunnen we met de kennis van nu.

Ik pleit er voor om een paar ouderwetse zaken terug te halen in onze klassen. Ouderwets kan dan wel vies klinken, maar deze ouderwetse technieken werken. Ze zorgen ervoor dat onze leerlingen de dingen leren die ze moeten leren. En ik pleit er ook voor om een aantal nieuwe technieken te behouden. Omdat ze goed zijn voor onze leerlingen. Omdat onze leerlingen goed moeten leren lezen, schrijven en rekenen. Juist nu.

Aan welke zaken kun je zo denken?

  1. Leerlingen zijn geen volwassenen. Hun hersenen zijn nog niet volgroeid, dus ze kunnen die nog niet volledig benutten. Ze zijn nog niet in staat om goed-doordachte beslissingen te nemen. Het is de taak van een leraar om ze daar bij te helpen. Een leraar moet heel goed weten wat een leerling wel niet zelf kan beslissen. Een leraar moet duidelijke keuzes bieden.
  2. Het digibord is fantastisch en het moet blijven. Maar hang er alsjeblieft een krijtbord naast; haal dat whiteboard weg. Krijtborden zijn een must voor degelijk schrijfonderwijs en het maken van duidelijke schema’s. Want iedere leerling kan op een krijtbord zie wat er staat; ook de leerlingen die achterin het lokaal zitten. Dat heb ik op een whiteboard nog niemand voor elkaar zien krijgen.
  3. Zorg dat je goed weet wat de leerlingen moeten weten en kunnen: ken je leerlijnen. Leg daar de methode naast. Gebruik de methode als handreiking en nooit als wet. Vertel verhalen.
  4. Leraar zijn is een vak. Er wordt veel van je verwacht en je hebt een enorme verantwoordelijkheid. Gedraag je daar ook naar. Ga terug op je voetstuk; profileer je als deskundig en laat je ook als zodanig betalen.
  5. Tafels stampen. Rijtjes opzeggen. Gemaakte fouten verbeteren. We weten precies op elke manier – en waarom – leerlingen basiskennis het beste opslaan.
  6. Kleuters leren door spelen. Liedjes zingen. Rijmpjes. Bewegen. Voordoen – meedoen – nadoen. Rituelen!
  7. Het is goed om iedere dag te zingen. Ja: met alle leeftijden. Voor mijn part met YouTube en ondertitels, maar zing met je klas minimaal één lied per dag. En zing zelf mee!
  8. Leerlingen hebben knuffels nodig. Geen pandaberen, maar op schoot zitten en een troostende arm horen erbij. Een beetje meer vertrouwen in onze mannelijke collega’s mag best.
  9. Jongens moeten kunnen stoeien en flinke competities houden. Rennen. Duwen. Vechten. Hun kracht en uithoudingsvermogen testen. Spreek wel goed af waar, wanneer en met welke regels.
  10. Leerlingen (en hun ouders) zijn niet van suiker. Je mag ze altijd aanspreken op hun gedrag. Je hoeft je niet te verdedigen; soms heb je gewoon gelijk omdat jij de leraar bent. En als je geen gelijk hebt, geef je dat gewoon toe.

Wil je weten wat de visie van een school voor invloed heeft op het onderwijs en de ontwikkeling van leerlingen?

Lees dan dit boek: Klaskit van Pedro de Bruyckere

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

goede leraar 5

Wat doen goede leraren anders – deel 5

Goede leraren

Dit is het laatste deel van een serie blogs met tips uit het boek ‘Wat doen goede leraren anders’ van Frans Ottenhof en Gerard Rozing. Ik heb deze keer gekozen voor thema 13: Maak het niet groter dan het is.

In een klaslokaal gebeuren 100 dingen tegelijk

Iemand gaapt, één leerling kijkt uit het raam, een derde kletst met zijn buur, nummer vier laat een pen vallen en als je goed kijkt, lijkt het wel alsof Bram onder de tafel op zijn telefoon zit. 

Je kunt overal op reageren

En aan het begin van het jaar moet dat ook, dan moet je kleine dingen groot maken. Maar er komt een moment waarop je keuzes moet maken. Reageer je of reageer je niet? En als je reageert, op welke manier doe je dat dan?

Sommige leerlingen maken er een sport van om met jou in discussie te gaan

Discussiëren is een leuk tijdverdrijf, maar je staat daar om les te geven. Iedere minuut dat jij in gesprek bent met een leerling, betekent een minuut minder effectieve lestijd. Je hebt verschillende opties, je moet uitproberen wat bij jou past en wat werkt in een bepaalde klas.

  • Je antwoordt in standaardzinnen
    Voorbeeld: ‘Ik wil het hier graag met je over hebben. Na de les.’
  • Je kijkt afwisselend streng (!)  rond en op je horloge. Als het te lang duurt begin je een donderpreek en geef je extra huiswerk mee aan de ordeverstoorders.
  • Je negeert ‘grappige’ opmerkingen met een frons en gaat door met de les. Tijdens de les maak je een nonchalante opmerking over ‘hoe fijn het is als leerlingen de stof beheersen en hun toetsen goed maken’.

Leerlingen willen drie dingen van een les

  1. Het moet gezellig zijn
  2. Er moeten duidelijke regels zijn – met heldere consequenties
  3. Ze willen iets leren (ja, echt waar)

Discussies zijn enerzijds een manier om de leraar te testen, maar kan ook een teken aan de wand zijn. Je instructie is onduidelijk, je praat te lang, er is te weinig zuurstof in het lokaal of er is een andere (externe) reden, zoals feestdagen, het weer of een emotionele gebeurtenis. Goede leraren kijken en luisteren goed naar hun leerlingen en zijn zich bewust van wat er aan de hand is. 

Wees je steeds bewust van wat er precies aan de hand is

En als je niet weet wat er aan de hand is, dan vraag je het aan de leerlingen. Wedden dat één van hen een eerlijk antwoord geeft?

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘Timemanagement voor leraren’ op 17 november a.s.? Klik dan hier

goede leraar 4

Wat doen goede leraren anders – deel 4

Goede leraren

Ik hoor wel eens zeggen dat goede leraren ‘nooit een leerling de klas uit sturen’. En ik vind daar iets van. Voor mij valt zo’n opmerking in de categorie Leuk in theorie maar de praktijk is anders, net als ‘moeilijke klassen bestaan niet’ en ‘de leerling staat centraal’. 

Ik beschouw mijzelf als een goede leraar

Jij doet dat, hoop ik, ook. Waarschijnlijk heb je net als ik minimaal één leerling – ooit – jouw klas uitgezet, of in ieder geval geïsoleerd van de groep. Tijdens een les, nog geen 10 jaar geleden, heb ik zelfs zeven (!) leerlingen uit de les verwijderd. Waarom? Omdat de veiligheid van de groep in het gedrang kwam. Het was een moeilijke klas, met zowel kwetsbare als primair agressief reagerende leerlingen. De veiligheid van een groep gaat altijd voor. Goede leraren hebben de verantwoordelijkheid om die veiligheid te waarborgen en als dat betekent dat er een leerling even uit de groep moet, dan heb je geen keus.

Hoe doen goede leraren dat?

Een klaslokaal is een plek om te leren en als leerlingen niet kunnen leren door het gedrag van een medeleerling, dan moet je die leerling verwijderen. Het is een noodgreep, de laatste stap van jouw consequentieladder en je moet er zuinig mee zijn. Anders wordt het een sport of een strijd.

Een handleiding

  1. Neem een duidelijke beslissing en deel deze overtuigend. De criteria moeten helder zijn voor de leerlingen. Dat betekent dat je altijd moet uitleggen waarom je deze leerling er op dit moment uitzet.
  2. Geef de leerling een taak mee. Op een afgesproken tijdstip dient de leerling zich bij jou te melden met de gemaakte taak.
  3. Als een leerling weigert te vertrekken, geef je de keus tussen twee opties. Beide opties moeten oké voor jou zijn. Kies bewust. Spreek kort en duidelijk. Wees zelfbewust. Ga meteen door met je les, negeer de betreffende leerling; voor jou is hij/zij al vertrokken.
  4. Houd het zakelijk. Laat persoonlijke aanvallen van je afglijden en ga, na vertrek van de leerling, door met je les. Kap discussies meteen af.
  5. Herstel de relatie met je strafklant. Maak altijd meteen duidelijk dat hij of zij de volgende les weer welkom is en spreek de verwachting uit dat je zeker weet dat de leerling zich dan beter zal gedragen. Beschrijf het gedrag (zichtbaar) dat je verwacht.
  6. De volgende les begroet je de leerling met vriendelijke woorden, laat zien dat je blij bent dat hij/zij er weer is. Laat ouwe koeien lekker in de sloot zitten.

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘Timemanagement voor leraren’ op 17 november a.s.? Klik dan hier

goede leraar 3

Wat doen goede leraren anders – deel 3

Goede leraren

Er zijn heel veel dingen die goede leraren doen en het bijzondere is, dat hetgeen dat voor leraar A goed werkt, bij leraar B een tegengesteld effect kan hebben. Dat komt doordat er drie belangrijke gegevens zijn die het gedrag van een leraar beïnvloeden. Het eerste (en belangrijkste) gegeven is de persoon van de leraar. Ieder mens is anders, denkt anders, handelt anders en daarmee reageert ook iedere leraar anders op eenzelfde situatie. Ten tweede is iedere klas anders. De samenstelling van een groep bepaalt voor een groot gedeelte de sfeer in de klas. Twee open deuren, net als het derde gegeven: de schoolcultuur. 

Dat wist je al

Maar… In feite hebben mensen geen enkele invloed op andere mensen. Ieder mens heeft de vrijheid van keuze: hoe te denken, hoe te reageren en om iets wel of niet te doen. Dat geldt voor leerlingen net zo goed als voor volwassenen. Het enige verschil is dat je je als (goede) leraar bewust bent van de consequenties die het maken van bepaalde keuzes tot gevolg kan hebben. 

En daar zit de crux

Om de juiste keuze te kunnen maken, moet je dus heel stevig in je schoenen staan. Je moet weten wat je doet en waarom. Want alleen dan heb je de rust om de consequenties te overzien en uit te leggen aan anderen waarom je een bepaalde keuze te maken. Voora in contact met leerlingen luistert dit heel nauw.

Leerlingen voelen feilloos aan hoe zeker een leraar is van zichzelf

Goede leraren staan sterk voor de klas. Leerlingen proberen iedere leraar uit – dat hoort bij het spelletje, maar de reactie van de leraar bepaalt hoe het verder gaat. Een goede leraar heeft daarmee invloed op de leerlingen.

Goede leraren gebruiken de cirkel van invloed

De cirkel van invloed (Steven Covey) is de basis van een goede leraar. Het gaat er niet om wat je doet, maar dat je reageert vanuit jouw cirkel van invloed: weten waar je invloed op hebt en de manier waarop je vervolgens jouw invloed uitoefent. Schoolleiders en IB-ers noemen dat een proactieve houding. Maar dan blijft de vraag: wat voor houding willen ze eigenlijk zien?

  • Sta altijd stevig – in balans
  • Neem denktijd – denk na over de mogelijkheden die je hebt
  • Weet waar je wel en geen invloed op hebt. – realiseer je dat iedere leerling zelf kiest hoe hij of zij reageert
  • Bedenk van te voren hoe je gaat reageren op een vervelende situatie – want die komen altijd terug
  • Neem je verantwoordelijkheid – anderen zijn nooit verantwoordelijk voor jouw gedrag of situatie

Conclusie van het boek

Ik citeer uit het boek Wat doen goede leraren anders

Reactieve docenten laten hun gedrag bepalen door de omstandigheden en en besteden veel tijd aan gemopper op zaken waar zij niets aan kunnen veranderen.

Proactieve docenten laten hun gedrag bepalen door hun eigen besluiten en vragen zich af wat zij kunnen doen om een situatie te verbeteren.

Punt.

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier

Goede leraren 2

Wat doen goede leraren anders – deel 2

Goede leraren

Vandaag mijn tweede blog met tips uit het onderwijsboek van Frans Ottenhof en Gerard Rozing: Wat doen goede leraren anders

Maak je eigen onderwijs

Het laatste wat je moet doen is het kopiëren van andere leraren. Het mag wel, maar als je iets gaat doen dat eigelijk niet bij je past, is je les gedoemd te mislukken. Als je de leerlingen goed kent kun je wel eens een steekje laten vallen, maar indien je een les van iemand moet overnemen of als je invaller bent, is het belangrijk dat je iets doet wat je zelf heel goed kan, goed kunt uitleggen waarom je deze les geeft en het liefst is het een les die je eerder hebt gegeven en waar je zelf tevreden over was. Maar als je liever niet klassikaal les geeft, kan het de moeite lonen om de klas aan het werk te zetten met samenwerkend leren. In ieder geval: organiseer je les tot in de details.

Vijf sleutelbegrippen voor samenwerkend leren

  1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
    Zorg ervoor dat iedere leerling één of meer taken heeft; ze moeten elkaar nodig hebben
  2. Individuele aanspreekbaarheid
    Iedere leerling is zowel verantwoordelijk voor zijn eigen deel als voor het uiteindelijke resultaat; maak dit meteen duidelijk
  3. Directe interactie
    De formulering van de opdracht moet dwingen tot duidelijke communicatie tussen leerlingen; denk er goed over na hoe je dit gaat doen
  4. Aandacht voor sociale vaardigheden
    Bespreek de rollen van iedere deelnemer van een groep of duo; leer expliciet aan welk gedrag verwacht wordt
  5. Aandacht voor groepsprocessen
    Evalueer na afloop zowel proces als product; gebruik hiervoor van te voren opgestelde criteria 

En hoe start je een les, als goede leraar?

  • Je bent op tijd in je lokaal
  • Al je materiaal ligt klaar
  • Er staat een planning op het bord – met lesdoelen
  • De techniek werkt naar wens
  • Je begroet alle leerlingen persoonlijk, bij de deur
  • Bij de start herhaal je de gemaakte afspraken/ routines en controleer je of alle leerlingen zich er aan houden – grijp meteen in als een leerling zich eraan onttrekt
  • Geef positieve feedback aan de leerlingen

Wat verwachten goede leraren van leerlingen?

  1. Bij binnenkomst groet je de leraar terug
  2. Je houdt je aan de gemaakte afspraken en routines – huiswerk, telefoon, begintaak
  3. Alle spullen zijn waar ze moeten zijn
  4. Zodra de les begint richt je je aandacht op de leraar

Wil je meer tips over routines? Klik hier

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier

Goede leraren 3

Wat doen goede leraren anders – deel 1

Goede leraren

In 2018 werd ik uitgenodigd voor de presentatie van een nieuw onderwijsboek van Frans Ottenhof en Gerard Rozing: Wat doen goede leraren anders. Dus ik ging naar Amsterdam en liet mij onderdompelen in een actieve workshop, waarin de heren enthousiast en betrokken tips gaven om leerlingen meer te betrekken bij de les. Het was een leuke middag. Alles was praktisch en sloot goed aan bij de praktijk. En we kregen het boek cadeau. Ik denk dat het hoog tijd wordt om dit boek opnieuw onder de aandacht te brengen, dus in de hele maand oktober deel ik tips uit dit boek. 

Elke leerling wil gezien worden

Natuurlijk: we stappen allemaal wel eens met het verkeerde been uit bed. De meeste mensen komen dan de dag wel op de een of andere manier goed door, maar als je voor de klas staat is het een ander verhaal. 

Ken je eigen blinde vlek

Voor de klas heb je altijd 100% focus nodig. Zodra je even ‘in je hoofd’ zit, ben je eigenlijk geen goede leraar meer; je mist belangrijke informatie waardoor je de grip op je leerlingen kwijt kunt raken. Er is er namelijk altijd wel één die blindelings aanvoelt dat je er even niet bij bent en deze leerling zal onmiddellijk onprettig gedrag gaan vertonen om je terug te halen. 

Ook goede leraren worden wel eens boos

En dat mag natuurlijk. Het gaat erom dat je:

  • Je bewust bent van je eigen irritatie
  • Beseft dat het van jou is en dat jij er iets mee moet doen
  • Nooit afreageert op een leerling of op de klas – en als je het toch doet: bied je excuses meteen aan
  • Gewoon deelt met de klas dat je vandaag niet op je best bent
  • Laat zien dat je mens bent
  • Daarmee altijd accepteert dat ook leerlingen mens zijn – en fouten maken

Hoe zorg je ervoor dat je alle leerlingen ziet?

  1. Wees je bewust van het Pygmalion-effect: positieve self-fullfilling prophecy betekent in dit geval dat je altijd 100% vertrouwen hebt in al je leerlingen
  2. Deel informatie en ervaringen van jezelf, laat leerlingen informatie en ervaringen delen; leg nadruk op de overeenkomsten en benoem de verschillen – want die mogen er ook zijn
  3. Als je onzeker bent: stel je kwetsbaar op maar blijf vertrouwen in wat je te vertellen hebt
  4. En natuurlijk: zie je je leerlingen ook letterlijk; bij binnenkomst sta je bij de deur en spreek je iedereen persoonlijk aan

Wil je een artikel lezen waarin beschreven wordt wat de link is tussen goede leraren en het lerarentekort? Klik hier

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier

deadlines

Leerlingen willen echte deadlines

Leerlingen willen echte deadlines

Leerlingen willen echte deadlines, of er nu corona is of niet. Leerlingen willen weten waar ze aan toe zijn en aan afspraken gehouden worden. 
Aan het eind van het vorige schooljaar waren de klachten niet van de lucht. Er was veel onduidelijkheid en daardoor zaten veel leerlingen in de stress. Wanneer moet wat ingeleverd zijn? Waar moet het aan voldoen? Ben ik nou over of niet?

Ik kreeg een e-mail

Beste Judith, 
Gisteren een belangrijke les geleerd. Vooral aan het eind van een schooljaar worden de eindjes nogal eens aan elkaar geknoopt om leerlingen toch maar de kans te geven om alsnog over te gaan. Dat geeft veel stress en onduidelijkheid. 

Er kwam ook een leerling aan het woord

Bij jullie zijn het geen deadlines. Dead means dead, weet je, dood. Dan is er daarna niks meer. Maar bij jullie kan het dan toch nog, of dan uiteindelijk toch weer niet. Ik werk ergens naartoe, om het op tijd af te krijgen, en dan voelt het fucking oneerlijk als een ander dan nog tijd krijgt. Het is niet meer dat fijne gevoel dat je iets af hebt. En als ik dan iets wil uitstellen, dan mag het niet, omdat iedereen er is, en ik met fucking hoofdpijn zit. Ik hoop dat er volgend jaar echte deadlines zijn. 

De leraar vertelt verder

Zonder de f… woorden vond ik het een hele diepgaande roep om duidelijkheid. Door het gebruik van al jarenlang toch maar weer kansen geven is er, zeker nu met Corona, onduidelijkheid ontstaan, maar ook demotivatie. Vertrouwen in herkansingsweken die zijn ingepland, en desnoods een hoge uitzondering met speciale toestemming van een coördinator om iets na schooltijd nog in te mogen halen, dat werkt. Denken dat je toch nog wel een weekje hebt zonder gevolgen, en dan ontdekken dat je afhankelijk bent van de goede bui van een docent, die besluit zich ineens wel aan de officiële regels te houden, dat geeft slaande deuren, huilende leerlingen en boze ouders. En dat terwijl we het allemaal zo goed bedoelen. 

Duidelijk verhaal toch?

  1. Stel twee deadlines vast: op de eerste datum kan (vrijwillig) een proefversie ingeleverd worden, waarna na gerichte feedback aan een nieuwe versie gewerkt kan worden
  2. Op de tweede datum MOET het werk ingeleverd zijn – met tijd
  3. Zet op papier waar het werk aan met voldoen
  4. Stel de criteria vast, zodat leerlingen inzicht krijgen in wat de belangrijkste onderdelen zijn van het werk
  5. Wees duidelijk en streng

Deadlines voorkomen namelijk gedoe

Ben jij schoolopleider, onderwijscoach of begeleider op school en begeleid jij startende leraren en/ of zij-instromers? Doe dan mee met mijn webinar op 22 september a.s.

Solliciteren in het onderwijs

Effectief solliciteren in het onderwijs

Effectief solliciteren in het onderwijs

Het is weer tijd om te gaan solliciteren in het onderwijs. Het kan zijn dat je ergens werkt waar je helemaal niet gelukkig bent. Of je gaat iedere dag met buikpijn naar school. Dan is het zeker tijd om te solliciteren. Maar misschien wil je wel eens op een andere school kijken, misschien ga je invallen bij een bestuur (en daarvoor moet je tegenwoordig ook vaak een sollicitatiegesprek voeren), of misschien zoek je gewoon jouw eerste echte vaste baan in het onderwijs. Hoe dan ook: nu begint te tijd waarin er steeds meer vacatures verschijnen.

Bereid je goed voor als je gaat solliciteren in het onderwijs

  1. Bekijk de website van de school heel uitgebreid. Lees vooral de visie en de missie. Sluiten ze aan bij jouw ideeën over onderwijs?
  2. Als je de school niet kent: vraag of je van te voren even mag komen kijken als de school in bedrijf is. Loop rond, stel vragen en proef de sfeer. Als dat niet kan: pak de telefoon en stel drie algemene vragen over de school en de vacature.
  3. Iedere school vraagt bepaalde competenties en vaardigheden. Die staan meestal in de vacature – en zo niet, dan kun je ze zelf wel bedenken.
  4. Bedenk praktijkvoorbeelden bij iedere competentie en vaardigheid; het bewijs dat jij die competentie of vaardigheid beheerst. Dit voorbeeld mag ook uit stage- of vrijwilligerswerkervaring komen.
  5. Bedenk van tevoren wat jij bij kunt dragen op deze school; wat ga jij brengen dat zij nog niet hebben?
  6. Welk verschil maak jij voor de leerlingen? Wat maakt jou de beste leraar voor deze klas of vakgroep?
  7. Noteer ook alvast drie mogelijke vragen die je kunt stellen tijdens het gesprek.

Het gesprek

  1. Zorg dat je er verzorgd uitziet; tanden en schoenen gepoetst.
  2. Neem je telefoon niet mee naar binnen of zet ‘m uit.
  3. Accepteer alleen water om te drinken.
  4. Kom precies op tijd.
  5. Geef iedereen een hand en stel je duidelijk verstaanbaar voor. Herhaal de namen van de mensen waar je mee spreekt.
  6. Stel minimaal drie vragen.
  7. Kijk degene aan die jou een vraag stelt en kijk iedereen om de beurt aan bij het beantwoorden van de vraag.
  8. Spreek positief over anderen, ook als je ergens een negatieve ervaring hebt gehad.
  9. Lach! Heb plezier in het gesprek. Onderwijs is leuk!
  10. Je mag zenuwachtig zijn. Dat helpt je om goed te kunnen focussen.

Online solliciteren in het onderwijs

Online solliciteren is momenteel de norm. In principe gelden dezelfde regels als hier boven. Er komt wel een tip bij: test van tevoren je techniek. En je mag je pantoffels aan.

En daarna...

Is het afwachten. Als je niet wordt aangenomen, is het waarschijnlijk een school waar je niet past of waar je nooit gelukkig zult worden. Er is ergens een school waar ze wel op je zitten te wachten; die moet je alleen nog vinden. Word je wel aangenomen? Gefeliciteerd!

Bedenk...

Solliciteren in het onderwijs kan makkelijk zijn. Een school heeft vaak een duidelijk beeld van de persoon die zij zoeken. Als jij in dat plaatje past, hoef je alleen goed over te komen en de baan is voor jou.

Wil je meedoen aan het webinar met handige tips voor invallers? Klik dan hier

Wil je onze gratis cursus Solliciteren in het onderwijs volgen? Klik dan hier

Succes met jouw sollicitatiegesprek 🙂

Dat doen wij zo niet

Dat doen wij zo niet

Dat doen wij zo niet

‘Dat doen wij zo niet.’ Een opmerking die veel starters (en vooral zij-instromers) op een nieuwe  school te horen krijgen. Jij hebt misschien ook wel die ervaring. Je neemt je eigen kennis en ervaring mee, hebt een frisse blik en hebt goede ideeën over hoe dingen anders zouden kunnen. Dus je brengt een idee in. En dan hoor je: ‘dat doen wij zo niet’. Alsof zij jouw idee al jaren geleden hebben bedacht en uitgeprobeerd. 

Wij doen het al jaren zus en zo en dat bevalt prima

Nog zo’n opmerking waar je niks mee kunt als je een verandering voorstelt. Alsof ze niet wíllen veranderen. Wat voor hen werkt, moeten anderen precies hetzelfde doen en als die anderen het liever anders doen omdat die manier voor hen niet werkt, dan hebben ze pech

Toen ik pas begon had ik ook van die wilde plannen

…is ook zo’n opmerking, gevolgd door ‘maar je zult zien dat dat vanzelf overgaat’. Eigenlijk vind ik die opmerking nog de ergste van de drie. Ik heb dan meteen het idee dat ik terecht ben gekomen in een werkomgeving zonder enig perspectief. Een tredmolen waarin iedereen alleen maar bezig is met de volgende vakantie. ‘Nog maar 119 dagen, 4 uur en 23 minuten, jongens!’ 

Laten we eerlijk zijn

Het is niet leuk om dergelijke opmerkingen te horen. En gelukkig worden ze steeds minder gemaakt. Maar als je op een school zit waar je wel zulke opmerkingen te horen krijgt, kun je natuurlijk ontslag nemen en een andere school zoeken. Of je gaat tactisch manoeuvreren. In ieder geval is het belangrijk dat je alle opmerkingen niet persoonlijk aantrekt. Ze hebben namelijk niets met jou te maken. Opmerkingen als ‘zo doen wij dat niet’ zijn symptomen van een systeem dat goed werkt voor de mensen die er al in zitten. Ze hebben geen enkele reden om het bestaande systeem te veranderen of aan te passen.

Alle opmerkingen zijn goed bedoeld

1. Het komt misschien anders over, maar in de grond zijn het allemaal welwillende adviezen met het doel om jou te beschermen. Tegen teleurstellingen of tegen negatieve reacties van anderen. Het is belangrijk dat je alle opmerkingen in dat licht ziet. Heel lief eigenlijk, van je nieuwe collega’s.
2. Jij mag dan namelijk ook welwillend en begrijpend reageren. ‘Ik begrijp het’, zeg je dan. Of ‘natuurlijk, het werkt voor jou en dan zal het voor mij vast ook werken’. Daarna kun je vragen naar de bezwaren die er zijn. Zoek de weerstand op, vraag door. Uit nieuwsgierigheid. Misschien heeft diegene wel een punt. 
3. Vervolgens vraag je of je jouw plan toch mag uitproberen. Bij wijze van pilot. Bijvoorbeeld in jouw klas. In de meeste gevallen wordt daar positief op gereageerd.
4. Je gaat aan de slag.
5. En je vertelt iedere keer enthousiast over de vorderingen die je maakt.
6. Als je ergens tegenaan loopt, dan vraag je om hulp aan iemand die (min of meer) positief t.o.v. jouw ‘nieuwe idee’ staat.
7. Je houdt vol. Grote kans dat iemand jouw plan adopteert.

Veel succes!

Wil je meedoen aan het webinar voor invallers in het PO? Klik dan HIER

Wil je meer weten over verandermanagament? Klik dan HIER

De regels van anderen

De regels van anderen… hoe ga jij daarmee om?

De regels van anderen - hoe ga jij daarmee om?

De regels van anderen hoeven niet altijd jouw regels te zijn. Dat merken we vandaag de dag zeer regelmatig. Onze leerlingen, die vanwege de avondklok niet naar buiten kunnen, zijn het grotendeels oneens met die regel – opgelegd door bovenaf. Sommigen overtreden de regel en dan scholen ze ’s avonds stiekem samen op een plein of trapveldje. Sommigen van ons hebben daar begrip voor, anderen niet. Zo zie je in een oogopslag al minstens vier verschillende manieren om om te gaan met één regel.

Zo is het ook op school

De meeste regels op een school zijn regels van anderen. Ze zijn opgesteld door de tweede kamer, door een paar bestuursleden, door een directeur of democratisch tijdens een teamvergadering – waar je zelf al dan niet bij aanwezig was.  Zeker als je het eigenlijk niet eens bent met een bepaalde regel, kan het moeilijk zijn om je eraan te houden. Je kunt dan net doen alsof een regel voor jou niet geldt

Ik heb me daar filnk schuldig aan gemaakt

Toen ik dramalessen gaf op een grote MBO-school had ik moeite met een aantal schoolregels. Ik werkte er maar een paar uur per week, ik was niet in dienst en ik voelde me ook geen lid van het team. Dus ik maakte mijn eigen regels.

Voorbeelden?

Er mochten geen petten gedragen worden. Maar tijdens de les vond ik het tijdens het maken van toneelstukjes en sketches natuurlijk logisch dat er wel een pet gedragen werd.
Er mocht niet gedronken worden in de les. Maar ik had vaak blokuren, waarin flink bewogen werd. Natuurlijk kreeg iedereen op gezette tijden dorst en er was ook nog eens een kraan aanwezig in het lokaal.
Mobiele telefoons waren verboden. Maar ik deed vaak een kahootquiz om te kijken wie had onthouden wat ze vorige les hadden geleerd en daarvoor heb je toch echt een telefoon nodig.
De leerlingen mochten niet naar het toilet tijdens de les. Maar er was altijd wel een meisje dat ongesteld was en dan streek ik weer over mijn hart. Controleren is ook weer zo wat, in zo’n geval.

Ik viel flink door de mand

Er waren nog wat schoolregels waar ik in de praktijk last van had en ja… ik lapte ze dus aan mijn laars. En de eerste paar maanden ging dat goed. Tot het moment dat drie leerlingen doodleuk de klas binnenwandelden met een kop thee. Ik had het niet in de gaten, want ik was in gesprek met een leerling die nogal emotioneel was en net haar verhaal aan mij deed. Vlak achter de drie leerlingen stormde de directeur mijn lokaal in, die razendsnel zag hoe de vlag erbij hing: thee, flesjes water, telefoons, petten en een juf die er niets van zei. Oeps.

Ik moest op gesprek bij de directeur

Hij verzocht me vriendelijk doch dringend om me aan de regels te houden. Ik voelde me flink betrapt. Maar ik schaamde me ook. Ik wilde me niet aan de schoolregels houden, maar ik moest wel. De directeur had eigenlijk gewoon gelijk. De sfeer in mijn lessen was ronduit chaotisch geworden. Ik had veel minder orde dan aan het begin van het schooljaar en de leerlingen gingen met me in discussie als ik eens iets verbood (zoals bijvoorbeeld met meenemen van thee). Ik was niet (meer) consequent. En eigenlijk had ik daar best wel last van.

Hoe heb ik het opgelost?

Ik heb de schoolregels weer in ere hersteld, met de leerlingen doorgenomen en duidelijke procedures met ze opgesteld:
1. Pet af in de klas. Als je een pet op wilt in een toneelstuk, dan krijg je er een van de juf.
2. Niet drinken in de les. Sorry. Geen uitzonderingen.
3. Telefoon inleveren bij de juf. Ik deelde ze uit als het echt nodig was (voor een opname of een quiz).
4. Toiletbezoek verboden. Sorry dames. (En prompt bleven de periodes uit.)

Het heeft me een maand strijd gekost, maar daarna verliepen mijn lessen weer prima. Er was weer rust, orde en structuur.

Conclusie?

Schoolregels, daar moet je je gewoon aan houden.

Heb je hulp nodig bij het opstellen van regels in jouw klas(sen)? Of met het invoeren daarvan? Of wil je een goed doordachte consequentieladder opstellen? Overweeg dan een coachsessie. In ongeveer anderhalf uur heb je alles geregeld.

Wil je goed orde leren houden? Volg dan de online cursus Orde Houden in onze webshop.