Tag Archief van: orde

Lesje bemoeien

Lesje bemoeien

Lesje bemoeien


Een slecht voorbeeld over bemoeien

Vorige week was ik op een kleine basisschool. Ik had een afspraak met Eveline. Eveline heeft groep 5. Dertig leerlingen, veel zorgleerlingen. Een bewerkelijke groep. Een negatieve groep. Een groep waarin de leerlingen zich de hele tijd met elkaar bemoeien.

Een paar jongens spelen de baas over de rest; zij zetten de toon. Er wordt gepest, maar alleen stiekem. Het lukt Eveline nooit om een dader op heterdaad te betrappen.

Ik zit bij een kringgesprek. Het gaat over ‘ergens goed in zijn’. De leerlingen moeten om de beurt vertellen waar ze goed in zijn. Eveline hoopt dat ze met dit gesprek de sfeer in de klas kan verbeteren.

Ze begint zelf:
‘Ik ben goed in pannenkoeken bakken.’
Een meisje knikt.
Er valt een stilte.
Een jongen fluistert: slijmbal’.
Het meisje kijkt naar haar tenen.

De stilte wordt pijnlijk. Eveline doet een nieuwe poging:
‘Wie van jullie houdt er van pannenkoeken?’

Een paar leerlingen steken aarzelend hun vinger op. Een meisje zegt: ‘ik mag geen gewone pannenkoeken. Ik ben allergisch.’

De bazige jongen roept: ‘Jij mag niks. Aansteller.’

Vervolgens begint iedereen zich ermee te bemoeien. Eveline steekt haar hand op en vraagt om stilte. Het duurt een paar minuten voor het stil is en ze de volgende vraag kan stellen:

‘Marco, waar ben jij goed in?’
Marco haalt zijn schouders op. ‘Gewoon. In alles.’

En daar gaan ze weer. Een leerling maakt een opmerking, sommige leerlingen lachen, weer andere leerlingen wisselen blikken uit en de rest neemt de gelegenheid te baat om weer te gaan kletsen.

Na drie kwartier is het kringgesprek afgelopen en de les van Eveline mislukt.
Ze baalt.

In het nagesprek vraagt Eveline me wat ze beter had kunnen doen. Ik zeg: je had onmiddellijk in moeten grijpen. Meteen.

Moet ik altijd ingrijpen?

Ja! Vroeger leerden we op de Pabo dat je vervelend gedrag van leerlingen moet negeren. Maar dat werkt niet meer. Leerlingen willen gezien worden. Als je ze negeert zorg je ervoor dat ze nog harder om aandacht gaan roepen. Ze gaan net zolang door tot je reageert.

Je moet meteen ingrijpen. Vertel onmiddellijk dat je met iemand bemoeien niet is toegestaan in jouw klas. Je vertelt ook meteen op welke manier ze elkaar wél mogen helpen.

Ja zeg, dan kan ik wel aan de gang blijven.

Dat klopt.

In het begin is het belangrijk om jouw grenzen duidelijk neer te zetten en te bewaken. Dat betekent dat je consequent iedere keer moet ingrijpen. Zo geef je het signaal af dat je het je met iemand bemoeien niet tolereert.

Die tijd kun je niet besteden aan lesgeven. Maar die tijdsinvestering verdient zich dubbel en dwars terug. Lesgeven wordt een stuk makkelijker als de leerlingen je les niet meer verstoren.

Je houdt de sfeer goed door positief te reageren. Je benoemt goede voorbeelden, je gebruikt humor in je zinnen en je glimlacht vriendelijk.

Hoe leg ik uit dat je met anderen bemoeien averechts werkt?

Stel je voor dat je een cadeautje inpakt voor je moeder. Je doet enorm je best, want het moet er mooi uitzien. Plotseling komt de buurvrouw binnen en die vertelt je dat je het helemaal fout doet. Ze pakt je cadeau af en gaat met veel kabaal voordoen hoe jij het moet doen.

Hoe voel jij je dan? Je ongevraagd met iemand bemoeien heeft datzelfde effect.

Een leerling mag toch zijn mening geven?

Een leerling mag zijn mening geven, mits hij dat doet met de volgende vier stappen:

  1. je vertelt wat volgens jou de mening van een ander is
  2. je vraagt na of je aanname klopt
  3. je vertelt jouw mening
  4. je onderbouwt je mening

Hoe zorg ik ervoor dat ik er zelf niet doodmoe van word?

Ik weet het: Leerlingen zijn net Teletubbies; je moet alles eindeloos herhalen en dan nog weet je nooit zeker of ze het onthouden. Maar je verspilt energie en je goede humeur als je je er de hele tijd aan ergert.

Oplossing: zie het als een spel Mens erger je niet. Maak er een wedstrijd van met jezelf om positief te reageren. Kijk uit naar ieder moment waarop een leerling zich weer met een ander bemoeit.

Elke keer dat je positief ingrijpt krijg je een streepje van jezelf en bij 10 streepjes mag je wat lekkers. Bij 50 streepjes trakteer je jezelf op een leuk uitje en bij 100 streepje is het een gewoonte geworden.

Doel bereikt.

Zo pakt Rachida het aan

Rachida geeft Engels aan 3 VWO. Ze is pas nieuw en de leerlingen testen haar nog uit. Ze is nog wat onzeker en weet nog niet precies wat de ongeschreven regels zijn op deze school. Ze heeft besloten om te doen wat haar goeddunkt.

En o ja: Rachida draagt een hoofddoek.

Als ze met de les wil beginnen pakt Tom demonstratief een pet uit zijn tas en zet deze op zijn hoofd. Rachida ziet het, doet haar mond dicht en kijkt hem doordringend aan. Tom kijkt uitdagend terug.

‘Ik wil dat je die pet af zet.’
‘Als u een hoofddoek op mag dan mag ik een pet op.’

Een paar meisjes giechelen achter hun hand. Iedereen kijkt gespannen toe. Een andere jongen roept: ‘Vrijheid van religie’. Nummer drie er overheen: ‘Het geloof van de heilige pet.’ Er wordt nu openlijk gelachen.

Rachida steekt haar hand op en wacht tot het stil is. Dat lukt; iedereen wil horen wat ze te zeggen heeft. Hopelijk maakt ze een foute opmerking en kunnen ze los.

‘Helaas voor jou is het dragen van een hoofddoek op deze school wel toegestaan en het dragen van petten in de klas niet.’ Ze neemt nog een seconde pauze en zegt dan terloops: ‘Maar ik nodig je van harte uit om een hoofddoek te dragen in de klas. Koop je hem zelf of wil je er een van mij lenen?’

Alle leerlingen lachen.

Tom zegt: ‘Met carnaval misschien.’ Hij zet zijn pet af.
Rachida lacht. ‘Deal!’ En ze begint met haar les.

Kan ik dat ook?

  1. Wees alert op leerlingen die zich met iemand anders bemoeien. Behalve taal kan het ook een blik of een actie zijn.
  2. Tolereer dit gedrag nooit. Humor inzetten is vanzelfsprekend toegestaan.
  3. Vertel welke gedrag je wel wilt zien.

En nu?

  1. Bedenk wat je gaat zeggen of doen als een leerling zich met een ander (of jou) bemoeit.
  2. Schrijf het op een kaart.
  3. Plak de kaart op je bureau.

Kun je wel wat hulp gebruiken bij dit soort dagelijkse problemen? Kijk dan eens naar de strippenkaart.

Moeilijke groep

Hoe je overleeft in een moeilijke groep

Hoe je overleeft in een moeilijke groep – en uiteindelijk kunt lachen met je leerlingen

Marcel solliciteerde naar een nieuwe baan. Groep 7. Tijdens het sollicitatiegesprek vertelde de directeur dat ze graag een man voor deze groep wilden, omdat het best een moeilijke groep was. Zijn eerste vraag was: Hoe sterk sta je in je schoenen op een schaal van één tot tien?

Marcel stelde drie tegenvragen:

  1. Welk cijfer heeft deze groep nodig?
  2. Welke praktische begeleiding krijg ik?
  3. Bij wie kan ik terecht als ik het niet meer zie zitten?

De directeur roerde in zijn koffie. De IB-er bladerde in Marcels CV. Het bleef even stil.

Marcel dronk zijn thee op en hield zijn mond. De IB-er kuchte. Ik denk dat deze groep wel een tien nodig heeft

Marcel knikte. Prima. Ik kan een tien bieden als jullie voor punt 2 en 3 zorgen.

De directeur knikte

Ik krijg altijd veel verzoeken om hulp van leraren die plotseling een moeilijke groep over moeten nemen. Ze beginnen enthousiast, maar na een paar weken gaan ze met lood in hun schoenen naar school.

Negatief gedrag is de norm geworden.

Natuurlijk: kinderen proberen een nieuwe leraar uit, dat is normaal. Maar in moeilijke groepen wordt het uitproberen van de leraar overstegen door negativiteit.

Wat zijn de symptomen van een moeilijke groep?

  • De leerlingen letten de hele tijd alleen maar op elkaar.
  • Ze reageren op alles; verbaal en nonverbaal.
  • Leerlingen lijken niks te pikken; niet van hun klasgenoten en niet van de leraar.
  • Straffen en belonen lijken geen enkel effect te hebben.
  • De groep wordt heel moeilijk stil. Als dat eindelijk is gelukt, beginnen ze weer opnieuw met praten.

Eerst moet je een aantal zaken te onderzoeken:

  • Neem een sociogram af. Het geeft je inzicht in welke relaties er in de groep zijn.
  • Kijk welke leerlingen een “etiket” hebben. Praat met deze leerlingen, hun ouders en je collega’s en vraag welke benadering bij deze leerlingen werkt.
  • Zoek uit wie de informele (negatieve) leider is van de groep. Deze leerling geef je geen speciale aandacht meer.
  • Zoek uit welke leerlingen wel positief zijn, maar dit niet meer durven te laten merken. Deze leerlingen geef je extra positieve aandacht.
  • Vraag naar het verleden van de groep. Wanneer is deze sfeer ontstaan? Wat kunnen de oorzaken zijn?
  • Vraag steun aan je leidinggevende, je collega’s en de ouders.

In  de groep zelf is het zaak om te focussen op je lessen en je klassenmanagement:

  • Zorg voor een duidelijke, voorspelbare structuur en routines.
  • Trek het je nooit persoonlijk aan. Het heeft niets met jou te maken, maar met groepsprocessen uit het verleden. Zie het als een uitdaging om het tij te keren.
  • Kies bewust: wanneer noem je specifieke namen van leerlingen en wanneer spreek je in het algemeen?
  • Benoem alle gedrag dat je ziet. Negatief gedrag kap je kort en duidelijk af, bij positief gedrag complimenteer je extra.
  • Ga nooit in discussie. Spreek duidelijk je verwachtingen uit en geef twee keuzes. Zorg dat je zelf achter beide keuzes staat
  • Voorkom stemverheffing. Praat zacht.
  • Gebruik technieken die continue de aandacht op jou
  • Wees snel, kort en effectief.
  • Blijf rustig, tactvol en lief. Zorg voor een warme ondertoon, hoe streng je ook bent.

En tot slot:

  • Houd vol!!!!
  • Blijf lachen!
  • Koester ieder klein succesje.
  • Blijf geloven in een ommekeer.

Doe zoals Marcel. Maak van te voren duidelijk hoe je het wilt hebben. Ook als je een vrouw bent…

En wanneer kan ik eindelijk lachen met mijn leerlingen?

  1. Maak iedere dag een grap.
  2. Kijk goed naar de reactie van de leerlingen.
  3. Straf negatieve reacties meteen af.
  4. Houd vol.
  5. Je bent er bijna als leerlingen écht lachen om jouw grap.

Heb je minder zelfvertrouwen dan Marcel? Doe dan mee aan de tweedaagse.

Tips nodig voor het omgaan met gedragsproblemen? Kijk op de site van Anton.

Orde Houden

Pak de orde terug in vijf stappen

Pak de orde terug in vijf stappen

Pak de orde terug in vijf stappen. Dat heb je soms nodig. Omdat iedere leraar ook mens is.

Herken je dit?

Dat je een klas hebt waar het wel aardig loopt. Er zitten wel wat stoorzenders tussen de lieverdjes van leerlingen, maar die weet je over het algemeen best in het gareel te houden. Meestal gaat het prima met de orde in jouw klas.

Maar dan gebeurt het. HET. Je bent moe of sacherijnig of wat dan ook en in ieder geval niet alert. En dan kun je verkeerd op een leerling reageren. En met een beetje pech begint de hele klas zich er mee te bemoeien en PATS – 

Ik weet nog precies hoe dat voelde...

Ik maakte per ongeluk een vervelende opmerking, keek de verkeerde kant op waardoor ik iets niet zag, of mijn hele houding was gewoon FOUT. Onzeker, niet-overtuigd. Ik stond niet op twee benen. En ik voelde de orde als zand tussen mijn vingers wegglippen.

Meestal probeerde ik dan nog krampachtig te redden wat er te redden valt, maar in het begin lukte dat nooit. Het bleek – steeds weer – een kwestie van de les uitzitten en volgende les opnieuw proberen. Het fijne is wel dat dat altijd lukt, omdat leerlingen je altijd weer een nieuwe kans geven. En als je dan zelf alert bent (en uitgeslapen en vrolijk) dan is het net alsof die vorige les nooit geweest is.

En toen viel het kwartje

Eén keer deed ik iets compleet anders dan anders. En dat werkte echt supersnel; ik had de orde binnen no time terug. Ik heb er vijf stappen van gemaakt die ik hier met jou deel.

Pak de orde terug in vijf stappen

1. Ga op een andere plek staan; achter in het lokaal en vraag de leerlingen op zachte toon om hun spullen op te ruimen en even naar je te luisteren. Kijk daar heel ernstig en bezorgd bij. Omdat je iets onverwachts doet, luistert iedereen redelijk snel. De leerlingen moeten zich omdraaien en zijn daardoor met jou bezig en niet meer met elkaar.
2. Ga heel stevig staan: beide benen op de grond. Haal een paar keer diep adem en kijk omhoog – dat geeft nieuwe energie. Kijk alle leerlingen één voor één aan. Snel.
3. Bied in één zin je excuses aan voor het verstoren van de orde en zeg dat je deze les een andere keer gaat geven, als je deze beter hebt voorbereid. Vandaag is blijkbaar niet het goede moment.
4. Geef de leerlingen een simpele zelfstandige opdracht (individueel & schriftelijk). Bijvoorbeeld het maken van een lesje. Zodra de leerlingen allemaal bezig zijn heb je de orde terug: binnen tien minuten doet iedereen weer mee met de les. Leerlingen die niet meteen beginnen, die kijk je aan en glimlach je toe. Leerlingen die hun mond open doen, daar ga je achter staan. Zonder iets te zeggen. Loop door de klas zonder de leerlingen te storen.
5. Na afloop bedank je de leerlingen voor hun coöperatie.

Wil je nog meer tips voor het houden van orde?

Woensdag 11 november geef ik weer het gratis webinar De drie wetten van Orde. Je kunt je opgeven via deze pagina.

Hoe je kunt zien of je leerlingen opletten

Hoe je kunt zien of je leerlingen opletten

Priscilla hangt op haar stoel. Lange benen steken zover uit, dat haar trendy enkellaarsjes in het gangpad liggen. Schouders hangen naar voren. Haar armen liggen languit over de tafel. Een Engels boek staat rechtop tussen haar handen. Let Priscilla nu op of niet? Kun je wel zien of je leerlingen opletten?

Ken je deze discussie:

‘Doe je ook mee, Priscilla?’
‘Ik let toch op.’
‘Ik heb toch de indruk dat je niet helemaal meedoet.’
‘Hoezo dan? Ik doe toch mee? Ik heb m’n boek toch?’
‘Ja, maar lees je ook in je boek?’
‘Mens, doe niet zo moeilijk. Ik lees toch.’

Vaak eindigt deze discussie in een nog grotere mond van Priscilla, waarna de leraar Priscilla de klas uitzet en de rest van de klas boos is op de leraar. Want: ‘Ze deed toch niks?’

Soms eindigt de discussie in winst voor de leraar. Die maakt dan een leuke opmerking of grap, waardoor de spanning wegvloeit en Priscilla rechtop kan gaan zitten zonder gezichtsverlies te lijden.

Hier gaat het om: pubers doen alles om geen gezichtsverlies te lijden tegenover hun klasgenoten

En jij als leraar moet daar mee dealen. De beste oplossing is dus om ervoor te zorgen dat jouw leerlingen nooit met jou in discussie kunnen. Dan voorkom je ieder gezichtsverlies.

De eerste stap is het aanleren van een luisterhouding

Als je leerlingen er actief en betrokken uitzien, heeft dat drie voordelen:

  1. Het beeld is prettig om naar te kijken. Een leraar kijkt liever naar een stel actieve ogen dan naar een klas vol onderuitgezakte vuilniszakken.
  2. Als een leerling rechtop zit en zich gedwongen voelt om actief mee te doen met de les, is de kans groter dat hij/ zij iets leert. Bovendien gaat de tijd sneller voorbij.
  3. Je kunt sneller met je les beginnen en dat zorgt voor meer effectieve lestijd.

Het gaat om gewenst zichtbaar gedrag

  1. Als jij de leerlingen duidelijk maakt wat jij wilt zien om te geloven dat zij opletten, is er nooit discussie.
  2. Maak er een routine van. Bouw terugkerende momenten in je les in waar je altijd een luisterhouding wil zien.
  3. Spreek een teken af en tel af van drie naar nul. Oefen dit teken en de houding die je wilt zien.
  4. Accepteer dat er in het begin veel weerstand is. Heb begrip voor je leerlingen: het is best moeilijk om je gedrag te moeten veranderen. Houd ook voet bij stuk: jij bepaalt wat er gebeurt in jouw klas.
  5. Wees blij met ieder klein stapje. Complimenteer. Maak steeds opnieuw duidelijk dat goed opletten beloond wordt.
  6. Het is natuurlijk het beste als je hier meteen na de zomervakantie begint. Desnoods na een andere vakantie. Als dat niet kan: begin gewoon.
  7. Leg altijd uit waarom je dingen zo wilt. Maak er een win-winsituatie van.

Welke luisterhoudingen zijn er?

  • Voor groep 1 t/m 4: SARK
    • Stil
    • Armen over elkaar
    • Rechtop zitten
    • Kijk naar de juf (meester)
  • Voor groep 5 t/m bejaard: VLORK
    • Vragen stellen en beantwoorden
    • Luister naar de spreker
    • Ogen gericht op de spreker
    • Rechtop zitten
    • Knik als je iets begrijpt of herkent
  • Er is ook een stilteteken, maar dat is nogal onhandig als je het tijdens je instructie wilt gebruiken. Bovendien is het vermoeiend om de hele tijd je arm omhoog te houden.

Het maakt helemaal niet uit wat voor acroniem of naam je gebruikt. Als je het maar ergens op een bord zet en omschrijft als zichtbaar gedrag. Je kunt het controleren omdat je het kunt zien. Zo simpel is het.

Ik wens je veel plezier en succes!

Wil jij leren hoe je orde moet houden? Volg dan de het minitraject Orde Houden.

Wil je een filmpje zien over luisterhouding? Klik dan HIER