Tag Archief van: orde houden

het vak van leraar

Quiz: Ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Ben jij ook geschikt voor het vak van leraar?

Deze week heb ik een quiz bedacht: ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Veel plezier met het maken van de quiz 😉

1. Ga jij met plezier naar je werk?

a. Ja, ik ga iedere dag fluitend naar school

b. Ja, meestal wel maar soms heb ik minder zin

c. Nee, ik stap bijna altijd met buikpijn een klaslokaal in

2. Voel je je gesteund door je leidinggevende?

a. Ja, altijd en ik steun mijn leidinggevende ook

b. Ja, maar soms moet ik daar wel om vragen

c. Nee, ik voel me over het algemeen niet gesteund

3. Hoe is de samenwerking met je collega’s?

a. Heel goed. We gaan ook privé met elkaar om

b. Met de meeste collega’s kan ik goed samenwerken

c. Ik voel me best vaak eenzaam

4. Heb je het gevoel dat je geschikt bent voor je werk?

a. Ja, ik ben een geboren leraar

b. Jawel, maar ik moet nog veel leren

c. Nee, ik vraag me dat regelmatig af

5. Hoe verlopen de contacten met ouders?

a. Uitstekend; alle ouders doen precies wat ik zeg

b. Met de meeste ouders lukt het me prima

c. Over het algemeen moeizaam of slecht

6. Lukt het je goed om je klas te managen?

a. Ja, alles loopt bij mij op rolletjes. Altijd

b. Jawel, maar soms moet ik wel eens improviseren

c. Nee, ik heb bij alles het gevoel dat het me overkomt

7. Kun je goed orde houden?

a. Ja, ik heb zelfs nog nooit ordeproblemen gehad

b. Ja, meestal wel, maar soms stormt het buiten

c. Nee, het is eigenlijk altijd een puinhoop in mijn klas(sen)

8. Doe je alle niet-lesgebonden taken met plezier?

a. Ja, die doe ik er even bij

b. Ja, meestal wel, maar soms kom ik tijd tekort

c. Nee, ik doe ze niet of met tegenzin

9. Wordt er over het algemeen naar je geluisterd als je iets zegt?

a. Altijd

b. Ik vind het fijner om te horen wat anderen vinden of denken

c. Nee, ik denk dat anderen vinden dat ik veel zeur

10. Vind jij jouw leerlingen altijd leuk?

a. Zeker weten. En ze vinden mij ook heel leuk.

b. Meestal wel, maar soms wil ik ze liever achter het behang plakken

c. Als ik eerlijk ben, ben ik bang voor sommige leerlingen

Tel de letters op die je gekozen hebt:

Meestal a:

Ik vraag me eerlijk gezegd af of jij wel echt voor de klas staat. Of ben je echt zo’n blij ei? In dat geval lijk je in ieder geval geschikt. Maar wordt het geen tijd voor een nieuwe uitdaging?

Meestal b:

Als je de vragen eerlijk hebt beantwoord, ben je natuurlijk geschikt. Je staat er realistisch in en je weet wat je aan het doen bent. Blijf wel nadenken over de balans werk-privé.

Meestal c:

Zoek een andere baan of verander je mindset. Wil je dit echt?

Heb je meestal c. ingevuld en wil je je mindset veranderen? Of wil je er achter komen of je wel leraar wilt zijn? Vraag dan een gratis adviesgesprek aan.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Jouw gedrag

Kijken naar jezelf als leraar

Peter Teitler geeft lessen in orde

In het boek is veel aandacht voor Kijken naar jezelf als leraar. Ieder mens heeft een bepaalde grondhouding, maar als leraar moet je je goed inzicht hebben in je eigen houding; ken uzelve. Als leraar switch je de hele dag tussen verschillende gedragingen en houdingen; het is wel handig als je deze bewust kunt inzetten om het gedrag van anderen – bijvoorbeeld leerlingen – te beïnvloeden.

Je kunt alleen jezelf veranderen

Misschien wil je wel dat een leerling, ouder of collega zich anders gaat gedragen, maar het begin ligt bij jou. Zolang jij blijft doen wat je altijd al deed, blijf je krijgen wat je altijd al kreeg. Op het moment dat jij je gedrag verandert, zal een ander anders reageren. Om te weten hoe je anders moet reageren, moet je weten welke elementen van jouw houding/ gedrag helpend zijn of juist tegen werken. Alleen die elementen moet je veranderen om het gewenste effect te bereiken.

Jouw eigen houding en gedrag

Hoe kom je erachter welke elementen helpend zijn en welke tegenwerken? Door jezelf een aantal vragen te stellen:

  1. Vind ik mijzelf als leraar de moeite waard?
  2. En vind ik mijn leerlingen de moeite waard?
  3. Vind ik mijn collega’s de moeite waard?
  4. En vind ik mijn leidinggevende(n) de moeite waard?
  • Als je op alle vier de punten volmondig Ja kunt zeggen, heb je een positieve grondhouding en is er een grote kans dat anderen willen luisteren naar wat jij zegt. Er is vermoedelijk sprake van een gezonde relatie, waardoor je invloed kunt uitoefenen op anderen.
  • Als je anderen wel de moeite waard vindt maar jezelf niet, zul je eerst moeten werken aan jouw zelfvertrouwen. 
  • Indien je jezelf wel de moeite waard vindt maar anderen niet, zul je je waarschijnlijk eenzaam en ongehoord voelen. Anderen (vooral: leerlingen) voelen dat je hen (onbewust) de schuld geeft van alles wat mis gaat in jouw lessen. Eerst moet je jezelf afvragen of het onderwijs wel de juiste werkomgeving voor jou is. Als jouw antwoord op die vraag Ja is, wordt het tijd om je kwetsbaar op te stellen en te vragen aan anderen hoe je op hen overkomt. Bij een Nee wordt het tijd om een andere baan te zoeken.
  • In het geval dat je zowel jezelf als anderen geenszins de moeite waard vindt, stel ik voor dat je begint met een gesprek met iemand die jij vertrouwt en je verder kan helpen, anders loop je steeds verder vast.

Praktische tips

Een onderzoek naar je eigen grondhouding is een proces dat je misschien niet alleen kunt leiden maar waar je een coach, collega of vriend bij nodig hebt. Er zijn echter een paar dingen die je in ieder geval zelf kunt doen:

  1. Noteer iedere dag drie dingen waar je blij mee of tevreden over bent; groot en klein
  2. Herken impliciete boodschappen van anderen zoals metaforen, kritische opmerkingen vermomd als grap en blikwisselingen nadat jij iets gezegd hebt. Train jezelf in opmerkzaamheid en vraag expliciet naar de betekenis – en ja, dat mag eng zijn
  3. Realiseer je dat je het product bent van je jeugd en je opvoeding. Ieder mens draagt zaken mee die niet meer in deze tijd thuishoren, maar onbewust meegenomen zijn uit het verleden. Ballast is er om achter te laten en een coach kan je daar bij helpen.

Succes 🙂

Vind jij dat het nu echt tijd is om aan jouw zelfvertrouwen te werken? Neem dan vrijblijvend contact met me op. In een gratis intake zoeken we naar een traject dat past bij jou en jouw portemonnee. Het resultaat van een coachtraject bij Sterke School is dat je sterk voor de klas kunt staan en vertrouwen hebt in jouw eigen kunnen en in de mogelijkheden van jouw leerlingen.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Collega's aanspreken

Je collega’s aanspreken

Peter Teitler geeft lessen in orde

De meeste scholen hebben (gedrags)regels vastgesteld. Je kunt ze lezen op de site, in de schoolgids en soms hangen ze zelfs op de muur in gangen en lokalen. Maar helaas weigeren sommige leraren om zich daaraan te houden. Zij hebben zelf geen enkel probleem om de orde in hun klassen te handhaven, of ze durven hun leerlingen niet aan te spreken op het overtreden van bepaalde regels. In het boek Lessen in orde wordt een heel hoofdstuk gewijd aan Opvoeders op één lijn.

Herken je dit gedrag?

Je vraagt de leerlingen bij binnenkomst hun telefoon in de telefoontas te doen. Sommige leerlingen weigeren, want bij meneer Jansen hoeft dat ook nooit. Voor je het weet zit je in een zinloze discussie en is de halve les voorbij.

Collega's aanspreken

Jij moet in ieder geval voet bij stuk houden. In dit geval: telefoons in de tas en geen discussie. Zodra je toegeeft is je gezag weg en ga je een zware tijd tegemoet in deze klas. Wat nóg moeilijker kan zijn, is het aanspreken van meneer Jansen op zijn gedrag, omdat hij jouw gezag ondermijnt. 

Nu kun je natuurlijk meteen naar meneer Jansen rennen en hem uitschelden, maar waarschijnlijk is het handiger om eerst even na te vragen bij meneer Jansen of het wel klopt wat de leerlingen zeiden. En vervolgens kun je vertellen wat zijn gedrag voor gevolgen heeft voor jou en vragen welke oplossing hij daar voor heeft. Je kunt meneer Jansen om hulp vragen.

Het heeft te maken met steun

Je hebt meer gezag bij leerlingen als je je gesteund voelt door je collega’s, ouders en leidinggevenden. Als je echt geen steun krijgt – van niemand – dan zou ik een andere school gaan zoeken. Maar op de meeste scholen gebeurt het zonder nadenken, in de waan van de dag. Snelle keuzes zonder na te denken over de consequenties. Menselijk gedrag.

Waarom is het zo moeilijk om echte afstemming te realiseren?

Daar kunnen drie redenen voor zijn:

  1. Leraren zijn bang dat hun autonomie aangetast wordt
  2. Leraren zijn bang voor een rigide structuur
  3. Afspraken verzanden door gebrek aan structuur

Opvoeders op één lijn? Hoe dan?

Het is niet jouw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle leraren zich aan de regels gaan houden, maar je bent wel verantwoordelijk voor jouw eigen gedrag. Als jij ergens last van hebt dan moet je dat aan de orde stellen. En als je niet naar meneer Jansen zelf durft, ga dan naar je leidinggevende. Wat je beslist niet moet doen, is klagen tegen andere collega’s of ouders. Sta voor wat jij vindt en wilt bereiken.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Gedrag van leerlingen beinvloeden

Lessen in orde

Peter Teitler geeft lessen in orde - leerlingen beïnvloeden

In den beginne krijgt iedere leraar – als vanzelf – het gezag van alle leerlingen. Vervolgens gaan de leerlingen testen of de leraar het gezag verdient. Indien een leraar adequaat reageert op die test, kan het gezag veranderen in daadwerkelijke invloed; de leerling maakt zich – uit vrije wil – alle informatie die de leraar aandraagt eigen. De leraar kan leerlingen beïnvloeden en vanaf dat moment het verschil maken voor een leerling.

Hoe overleef je die test?

De uitkomst van de test hangt af van de manier waarop je op je leerlingen reageert. Neem daarbij de volgende drie aandachtspunten in acht:

  • Het begint bij relatie; leer je leerlingen kennen en geef hen ook de mogelijkheid om jou te leren kennen
  • Iedere leerling wil gehoord en gezien worden
  • Wees jezelf en speel tegelijkertijd de rol van leraar

Gedrag van leerlingen beïnvloeden

Peter Teitler zegt in zijn boek dat er 72 manieren zijn om het gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Het is geen echte lijst; het zijn elementen in verschillende hoofdstukken die je zelf moet combineren. Ik houd het bij drie uitgebreide tips.

De houding van de leraar

Eén van de manieren om naar jouw houding als leraar te kijken is vanuit de Transactionele Analyse. Deze gaat uit van het principe dat je altijd een bepaalde rol speelt in interactie met anderen:

  1. De rol van Strenge Ouder: Wie niet horen wil moet maar voelen
  2. De rol van Zorgende Ouder: Het is voor je eigen bestwil
  3. De rol van Volwassene: Als je zo doet, zijn dit de gevolgen
  4. De rol van Kind: En nou heb ik het helemaal met je gehad

Het is belangrijk om voor jezelf na te gaan vanuit welke rol je dingen zegt en doet. Als leraar hoor je eigenlijk altijd de rol van volwassene te nemen, maar leraren zijn ook mensen… Zodra je jezelf betrapt op een andere rol, kun je jezelf gewoon (en dat mag best hardop) corrigeren. Dat is een volwassen manier om je kwetsbaar op te stellen.

Als je bewust met verschillende rollen speelt, komt humor om de hoek kijken; Nog één keer en ik doe je haar door de war

Spelpatronen

Spelpatronen ontstaan als een leraar, een leerling of een klas steeds op dezelfde manier op elkaar reageren, met als uitkomst dat iedereen er een rotgevoel aan overhoudt. Het is een psychologisch spel, waar uiteindelijk geen winnaar uit naar voren komt. Een paar voorbeelden:

  • Leerling is brutaal – leraar wordt boos – leerling wordt nog brutaler – leraar wordt nog bozer – leerling krijgt straf/ moet eruit
  • Leerling wil aandacht – leerling vraagt hulp – leraar geeft hulp – leerling vraagt nog meer hulp – leraar geeft nog meer hulp – leerling lijkt helemaal niks meer zelf te kunnen – leraar is het zat – leerling gaat lastig gedrag vertonen
  • Leerling A pest leerling B – Leerling B klaagt bij de leraar – leraar geeft straf aan leerling A – leerling A wordt boos – leerling A pest leerling B nog erger

Uiteindelijk wordt de leerling altijd bevestigd in zijn vermoedens: De leraar heeft de pik op me, Ik kan het niet – ik ben dom en Leraren zijn niet te vertrouwen.

Zodra je je realiseert dat je in een spelpatroon zit, volg je het volgende stappenplan:

  1. Analyseer het patroon; wat gebeurt er precies?
  2. Kies een andere manier om de volgende keer te reageren (kies een manier uit die jij leuk vindt):
    • Verander van onderwerp
    • Speel een andere rol/ een ander deel van je persoonlijkheid
    • Richt je op een andere rol/ een ander deel van de  persoonlijkheid van de leerling
  3. Je voelt onmiddellijk of deze andere manier werkt. Werkt het niet? Probeer dan iets anders.

De dramadriehoek

De dramadriehoek is een spelpatroon dat we vaak zien bij ruzies en onenigheid. We onderscheiden in dit spel drie (negatieve) rollen:

  • Slachtoffer: Ik kan er niks aan doen, want…
  • Aanklager: Het is de schuld van… omdat …
  • Redder: Laat mij het maar doen

Een dramadriehoek kun je ontbinden door compleet onvoorspelbaar te reageren. Oudere leerlingen en volwassenen kun je natuurlijk bewust maken maken hun rol in het spel en uitnodigen om de volgende keer ook onvoorspelbaar te reageren.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. Je leert in ruim een uur hoe je jouw houding kunt veranderen met als gevolg dat je meer invloed hebt op het gedrag van je leerling(en)

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Consequent zijn

Lessen in orde

Peter Teitler geeft lessen in orde

Het boek Lessen in orde is een handig boek voor iedere leraar. Er staan veel praktisch tips in die je kunnen helpen om de orde te bewaren in jouw lessen. Het moeilijkste van het houden van orde is consequent zijn

Herken je dit gedrag?

Katja en haar buurvrouw praten steeds door je les heen. Je hebt streng naar het tweetal gekeken, je hebt gevraagd of ze hun mond willen houden en je hebt de laatste waarschuwing gegeven. Bij de volgende overtreding zou je een sanctie op moeten leggen. En daar gaat het vaak mis; je waarschuwt nog een keer, je dreigt ze eruit te zetten of je stelt strafwerk in het vooruitzicht. Maar als puntje bij paaltje komt, houd je je mond. En waarom? De les is bijna klaar, de meest stille leerling zegt iets of andere leerlingen beginnen zich ermee te bemoeien: Ze deed helemaal niks… Om discussie te voorkomen ga je door met je les. Je kiest ervoor om niets te doen. Ingrijpen kost teveel gedoe en energie…

Consequent zijn

Leerlingen houden van consequente leraren. Ze weten dan waar ze aan toe zijn, wat een veilig gevoel oplevert. Zo lang een leraar onveilig gedrag blijft vertonen, blijven leerlingen die leraar testen en uitproberen. Een keer streng zijn, gaat geen gewenst effect opleveren; bij een leraar die altijd consequent reageert, zal het aantal lesverstoringen echter navenant afnemen.

Zeven praktische tips

Je weet dat je consequent moet zijn. Maar hoe doe je dat? Hoe zorg je ervoor dat het jou altijd lukt? 

  1. Er moeten duidelijke schoolregels (met consequenties) zijn waar iedereen zich aan houdt. In de praktijk is dat wel eens anders, waardoor het gezag van (met name startende) leraren ondermijnd wordt. Het is zaak om het gebrek aan uniformiteit aan de orde te stellen als jij daar als leraar last van hebt. Dat betekent echter ook dat jij je te allen tijde aan de regels moet houden; ook als je het met een bepaalde regel niet eens bent.
  2. Zorg dat je ook duidelijke regels in jouw klas hebt, met bijbehorende consequenties. Een goede consequentieladder (van vijf in zwaarheid oplopende ingrepen) is daarbij ontbeerlijk. Sta voor jouw regels, wees overtuigd van jouw gelijk.
  3. Soms hebben leerlingen hun eigen redenen om regels te overtreden. Voer die discussie nooit in de klas, maar organiseer een goed gesprek onder vier ogen, waarin je de leerling het woord geeft.
  4. Het bekrachtigen van goed gedrag en het geven van complimenten werken altijd beter dan het uitdelen van straffen of beloningen.
  5. Neem jezelf voor om onmiddellijk in te grijpen: ook bij een kleine verstoring. Verheug je aan het begin van iedere les op de eerste verstoring, zodat je paraat staat om in te grijpen. Het blijkt dat meteen ingrijpen (met uitleg waarom je hebt ingegrepen) zeer effectief werkt. 
  6. Grijp vooral ook in als je twijfelt. Leg zout op alle slakken, dat maakt jou als leraar voorspelbaar en en daardoor veilig. 
  7. Maak bij iedere ingreep goed duidelijk dat het je om bepaald ongewenst gedrag gaat; speel nooit op de persoon. Wees specifiek en herstel de relatie zodra de straf erop zit.

De weerbarstige praktijk

Er zijn leerlingen die eindeloos volharden in storend gedrag. Deze leerlingen weigeren zich consequent aan de regels te houden. Het is hun manier om (negatieve) aandacht te trekken, ouders trekken jouw gezag in twijfel of er is een ernstig gedragsprobleem. Een (leer- of gedrags)stoornis of een onveilige thuissituatie zijn daar meestal de oorzaak van. Op het moment dat jij geen les kunt geven, moet je aan de bel trekken. Laat iemand jou en de klas observeren, om te kijken wat er precies allemaal gebeurt.

Een onveilig klassenklimaat versterkt ongewenst gedrag. Indien daar sprake van is, roep dan zeker en onmiddellijk hulp in.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten.

Moeite met het opstellen van een consequentieladder? Een spoedcursus klassenmanagement kan je hier bij helpen.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Goochelen met aandacht

Lessen in orde

Peter Teitler geeft lessen in orde

Goochelen met aandacht is één van de vaardigheden die vrijwel iedere leraar kent van het boek Lessen in orde. De term staat in geen enkele kijkwijzer, terwijl m.i. iedere leraar deze vaardigheid zou moeten beheersen. 

Herken je dit gedrag van leerlingen?

Leerlingen letten de hele tijd op elkaar. Ze reageren daarna – zowel verbaal als non-verbaal – op andere leerlingen. En op jou…

  • Trude en Fatima zitten de hele tijd te kletsen. En natuurlijk: je zegt er iets van. De twee meiden beginnen een discussie met jou: Zij zei alleen maar dat….  Andere leerlingen roepen opmerkingen door de klas: Ja, maar u….. Nieuwe discussies. Nieuwe opmerkingen. Jouw irritatie groeit. Uiteindelijk stuur je er een leerling uit. De andere leerlingen zijn het daar niet mee eens: Hij deed niks. Weer discussies. Weer opmerkingen. Het duurt lang voordat je de rust hebt hersteld en door kunt met je les. Je hebt waarschijnlijk meer dan vijftien minuten kostbare lestijd verspild.

Wat betekent het voor jou en jouw les als dit je drie keer per les overkomt? En dat zes keer per dag?

Goochelen met aandacht

Goochelen met aandacht is het afleiden van je leerlingen naar iets anders, waardoor je escalatie (inclusief discussie en de daarop volgende irritatie) voorkomt en snel door kunt met je les. Je herstelt jouw gezag en leidt de leerlingen daarheen waar jij ze wilt hebben. Het uiteindelijke gevolg is dat je steeds minder verstoringen in je les krijgt en je steeds vaker je lestijd effectief kan benutten.

Goochelen met aandacht
Bron: Lessen in Orde van Peter Teitler (eerste druk 2009)

Praktische tips

Er zijn vele manieren waarop je als leraar kunt goochelen met aandacht:

  1. Goochelen met het onderwerp
    Je reageert met een vraag of opmerking die ergens heel anders over gaat. Je kunt zelfs naar het raam lopen en naar buiten kijken en vertellen over iets dat je ziet. Of een liedje gaan zingen. Of iets vriendelijks tegen een andere leerling zeggen.
  2. Goochelen met tijd
    Je maakt duidelijk dat je nu geen tijd hebt voor de kwestie. Je zegt dat je het probleem van de leerling graag wilt oplossen, maar dan tijdens zelfstandig werken / na de les / na schooltijd. 
  3. Goochelen met plaats
    Je verplaatst de leerling naar een andere plek als de leerling klachten heeft: Je mag wel even daar zitten, dan heb je geen last meer van…. Je stuurt de leerling naar een plek buiten het lokaal: Ga maar vast naar de gang, dan kom ik het je zo uitleggen.
  4. Van inhoud naar betrekking
    Je gaat niet in op de inhoud, maar je stelt een vraag of maakt een positieve opmerking. Dit werkt vooral ter voorkoming van welles-nietes. Vind je het vervelend dat…? Of Zo’n opmerking had ik van jou niet verwacht.

Mijn tip en nog meer

Kies één manier om mee te beginnen, bedenk een aantal standaardzinnen, leer ze uit je hoofd en ga ze oefenen in de klas. 

Twee manieren voor gevorderden:

  1. De judo-aanpak voor leerlingen die kwaad zijn
    Boze leerlingen moet je eerst even kalmeren. Dat doe je in drie stappen:
    1. Meeveren: Ik heb je gehoord, ik begrijp dat je dit vervelend vindt
    2. Toelichten: Ik wil je wel uitleggen wat ik precies bedoel
    3. Afronden en afleiden: Straks heb ik alle tijd voor je (geef specifiek aan wanneer en waar) en je leidt af met een passende goochelzin: Ik vind trouwens wel dat je een leuke trui aanhebt.
  2. De volwassen aanpak voor leerlingen die iemand persoonlijk aanvallen
    Scheldwoorden en ernstige verwijten zijn hier voorbeelden van. Peter Teitler stelt dat je dit één keer mag
    1. negeren, maar daar ben ik het niet mee eens. Je kunt er namelijk ook voor kiezen om de leerling even fronsend aan te kijken en iets te zeggen als Volgens mij heb ik dat niet gehoord.
    2. Een tweede keer reageer je met een ik-boodschap: Ik vind het vervelend dat… of Ik wil niet dat…
    3. De derde keer stel je de leerling voor de keus. Geef altijd de keus tussen twee -voor jou acceptabele – opties: Je mag kiezen. Of je gaat eruit of je doet mee met de les en dan heb ik na de les alle tijd om met je te praten. 

Waarschuwing: reageer nooit:

  • formeel
  • met discussie
  • moraliserend
  • betuttelend
  • badinerend
  • intimiderend of bedreigend

De weerbarstige praktijk

Natuurlijk: de werkelijkheid is altijd anders dan de theorie. Maar oefening baart kunst. Het kan ook eng zijn om anders te gaan reageren op je leerlingen. Bedenk maar dat je blijft krijgen wat je nu hebt als jij niks verandert aan jouw gedrag. En een paar zinnetjes uit je hoofd leren… dat kan iedereen. Begin maar gewoon. Je zult zien dat het werkt, al is het alleen maar omdat jouw leerlingen verbaasd zullen zijn dat jij anders reageert – ze zijn waarschijnlijk meteen stil.  Het leuke is dat je daarna automatisch andere manieren en zinnen gaat uitproberen. Dat gaat vanzelf. Zo leer je wat bij elke leerling het beste werkt.

En oja: bedenk bij iedere zin ook even een passende houding en gelaatsuitdrukking. Een ontspannen houding (met voeten stevig op de grond) gecombineerd met een vriendelijke glimlach doet wonderen.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Doe jezelf dan een  privéworkshop cadeau. In deze (online) workshop leer je op een andere manier omgaan met leerlingen die jouw lessen steeds verstoren. Confronterend maar zeer effectief. 

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen (ik neem aan dat de huidige versie geen spelfouten meer heeft).

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

De regels van anderen

De regels van anderen… hoe ga jij daarmee om?

De regels van anderen - hoe ga jij daarmee om?

De regels van anderen hoeven niet altijd jouw regels te zijn. Dat merken we vandaag de dag zeer regelmatig. Onze leerlingen, die vanwege de avondklok niet naar buiten kunnen, zijn het grotendeels oneens met die regel – opgelegd door bovenaf. Sommigen overtreden de regel en dan scholen ze ’s avonds stiekem samen op een plein of trapveldje. Sommigen van ons hebben daar begrip voor, anderen niet. Zo zie je in een oogopslag al minstens vier verschillende manieren om om te gaan met één regel.

Zo is het ook op school

De meeste regels op een school zijn regels van anderen. Ze zijn opgesteld door de tweede kamer, door een paar bestuursleden, door een directeur of democratisch tijdens een teamvergadering – waar je zelf al dan niet bij aanwezig was.  Zeker als je het eigenlijk niet eens bent met een bepaalde regel, kan het moeilijk zijn om je eraan te houden. Je kunt dan net doen alsof een regel voor jou niet geldt

Ik heb me daar filnk schuldig aan gemaakt

Toen ik dramalessen gaf op een grote MBO-school had ik moeite met een aantal schoolregels. Ik werkte er maar een paar uur per week, ik was niet in dienst en ik voelde me ook geen lid van het team. Dus ik maakte mijn eigen regels.

Voorbeelden?

Er mochten geen petten gedragen worden. Maar tijdens de les vond ik het tijdens het maken van toneelstukjes en sketches natuurlijk logisch dat er wel een pet gedragen werd.
Er mocht niet gedronken worden in de les. Maar ik had vaak blokuren, waarin flink bewogen werd. Natuurlijk kreeg iedereen op gezette tijden dorst en er was ook nog eens een kraan aanwezig in het lokaal.
Mobiele telefoons waren verboden. Maar ik deed vaak een kahootquiz om te kijken wie had onthouden wat ze vorige les hadden geleerd en daarvoor heb je toch echt een telefoon nodig.
De leerlingen mochten niet naar het toilet tijdens de les. Maar er was altijd wel een meisje dat ongesteld was en dan streek ik weer over mijn hart. Controleren is ook weer zo wat, in zo’n geval.

Ik viel flink door de mand

Er waren nog wat schoolregels waar ik in de praktijk last van had en ja… ik lapte ze dus aan mijn laars. En de eerste paar maanden ging dat goed. Tot het moment dat drie leerlingen doodleuk de klas binnenwandelden met een kop thee. Ik had het niet in de gaten, want ik was in gesprek met een leerling die nogal emotioneel was en net haar verhaal aan mij deed. Vlak achter de drie leerlingen stormde de directeur mijn lokaal in, die razendsnel zag hoe de vlag erbij hing: thee, flesjes water, telefoons, petten en een juf die er niets van zei. Oeps.

Ik moest op gesprek bij de directeur

Hij verzocht me vriendelijk doch dringend om me aan de regels te houden. Ik voelde me flink betrapt. Maar ik schaamde me ook. Ik wilde me niet aan de schoolregels houden, maar ik moest wel. De directeur had eigenlijk gewoon gelijk. De sfeer in mijn lessen was ronduit chaotisch geworden. Ik had veel minder orde dan aan het begin van het schooljaar en de leerlingen gingen met me in discussie als ik eens iets verbood (zoals bijvoorbeeld met meenemen van thee). Ik was niet (meer) consequent. En eigenlijk had ik daar best wel last van.

Hoe heb ik het opgelost?

Ik heb de schoolregels weer in ere hersteld, met de leerlingen doorgenomen en duidelijke procedures met ze opgesteld:
1. Pet af in de klas. Als je een pet op wilt in een toneelstuk, dan krijg je er een van de juf.
2. Niet drinken in de les. Sorry. Geen uitzonderingen.
3. Telefoon inleveren bij de juf. Ik deelde ze uit als het echt nodig was (voor een opname of een quiz).
4. Toiletbezoek verboden. Sorry dames. (En prompt bleven de periodes uit.)

Het heeft me een maand strijd gekost, maar daarna verliepen mijn lessen weer prima. Er was weer rust, orde en structuur.

Conclusie?

Schoolregels, daar moet je je gewoon aan houden.

Heb je hulp nodig bij het opstellen van regels in jouw klas(sen)? Of met het invoeren daarvan? Of wil je een goed doordachte consequentieladder opstellen? Overweeg dan een coachsessie. In ongeveer anderhalf uur heb je alles geregeld.

Wil je goed orde leren houden? Volg dan de online cursus Orde Houden in onze webshop.

 

effectieve online les

Zeven tips voor een effectieve online les

Zeven tips voor een effectieve online les

Afgelopen maandagavond keek ik naar de zesde aflevering van Klassen. Ik zag de juffen – die live voor de klas hun lessen uit hun mouw leken te schudden – stuntelen met de online lessen in de eerste lock-downperiode. Leerlingen kakelden door elkaar, de techniek haperde en de effectieve leertijd leek me nog geen 10%. Kortom: een feest van herkenning. 

En nu is het weer zover

Waarschijnlijk heb je heel veel geleerd tijdens die eerste periode en pak je het nu weer makkelijk op. Veel beginnersfouten maak je niet meer. Misschien is het voor jou de eerste keer, dat kan natuurlijk ook. Ik ga je niet vertellen hoe je online les moet geven, het internet staat vol met goede ideeën en online tools en tips om te gebruiken. Voor dergelijke zaken heb je mij niet nodig. Ik ben van de basis – en dat is dus ook precies wat ik ga vertellen: je krijgt zeven basisregels zodat je online les in ieder geval effectief is. 

Zie het maar als een checklist

  1. Doe ik dit allemaal?
  2. Zo nee: wil ik dit doen?
  3. Zo ja: wat moet ik dan anders gaan doen?
  4. Actie!

Zeven tips voor een effectieve online les

1. Maak een vaste routine van de eerste 10 minuten van iedere les. Kies een vaste volgorde van bepaalde onderdelen die je erin wilt hebben, zoals de aanwezigenlijst, huiswerkcontrole, hoe zit iedereen erbij?, afspraken m.b.t. hulplijnen, etc. Eindig je routine met het lesdoel van deze les.

2. Geef de leerlingen dagelijks een duidelijk overzicht van alles wat ze af moeten hebben, wat ze mogen maken, wat ze alleen kunnen en waar ze hulp bij nodig kunnen hebben. Zorg voor vakjes zodat de leerlingen fijn kunnen afvinken.

3. Geef duidelijk aan wanneer jij beschikbaar bent voor ouders en wanneer voor leerlingen. Stel desnoods een dagelijks spreekuur in. Voorkom dat je geleefd wordt door je telefoon of PC; je hoeft echt niet meteen op ieder appje of mailtje te reageren. Maak duidelijk dat je ’s avonds vrij bent. Neem dan tijd voor jezelf.

4. Vooral bij online lesgeven: voorkom het woord “NIET” in je taalgebruik. Luisteren is nog moeilijker voor leerlingen als dat online moet. Houd je zinnen dus kort, duidelijk en gericht op actie. Positief gesteld – zonder nieten.

5. Als een leerling met je in discussie gaat, kap je de discussie meteen af (mute) en nodig je de leerling uit om op een ander moment te discussiëren. Bij voorkeur aan het eind van de dag. Waarschijnlijk is hij/ zij tegen die tijd vergeten waar het ook al weer over ging.

6. Leerlingen zijn kort van memorie. Dat betekent dat je alles ongeveer zeven keer moet herhalen voordat iets onthouden wordt. Online geldt dit extra.

7. Het korte online instructie-model:
a. Het lesdoel
b. Het nut van deze les
c. Leg het concept uit
d. Doe de vaardigheid voor
e. Doe de vaardigheid samen
f. Controle van begrip (afzwaaier)

Extra TIP: Veel humor! Heb plezier!

En oh ja… adviseer om samen te werken; koppel leerlingen aan elkaar die fysiek samen de online lessen volgen en die dag samenwerken bij één van de ouders thuis. De leerlingen werken beter, vragen minder aandacht en de vrije ouders kunnen hun eigen werk doen.

Jaaa… je kunt je nog opgeven voor het gratis webinar Timemanagement van a.s. woensdagavond

En…. er is nog één plek bij de online dagtraining van aanstaande zaterdag. Klik hier voor inspiratie en zelfvertrouwen

En kijk hier voor tips en tools van Leraar 24

Ik wil het kunnen: orde houden

Maar... waar begin ik als ik orde wil kunnen houden? Wat is het geheim?

Het geheim zit ‘m in de houding die je uitstraalt. Als je laat zien dat je orde kunt houden, dan kun je orde houden.
Als je laat zien dat je het niet altijd kunt, dan kun je het ook niet altijd.

Hoe komt dat?

Dat komt omdat leerlingen speciale, onzichtbare voelhorens hebben. Hiermee vangen ze al jouw non-verbale signalen op. Signalen als: Help, hoe moet ik hier op reageren? pikken leerlingen onmiddellijk op. Vervolgens gaan ze testen of het signaal dat ze hebben opgevangen klopt.

Ze lijkt onzeker, even kijken of ze dat ook echt is

Als jij vervolgens niet-adequaat op de test reageert, dan ben je de orde kwijt. Dat is namelijk een signaal voor andere leerlingen om jou ook te testen.

Mag ik nooit onzeker zijn?

Je mag zeker wel onzeker zijn. De hele tijd, als je dat wilt. Maar je mag het niet laten merken aan je leerlingen. Je zeker voelen en orde kunnen houden zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Hoe doe ik dat – me zeker voelen?

De eerste stap is het bedenken van wetten die voor jou belangrijk zijn. Wetten zijn géén regels en geen richtlijnen, maar duidelijke grenzen voor wat wél en voor wat niet mag in een klas. Ik noem dat: Wetten van Orde. Drie wetten zijn voldoende.

De eerste wet van orde: Een Leraar zet de Trias Politica buiten spel

In een democratie kennen wij de trias politica, dat is de scheiding der machten. Regering, politie en rechter staan los van elkaar en controleren elkaar – zoals bij ons in Nederland.

  1. In een klaslokaal is géén democratie. Er is géén scheiding der machten. Een leraar is koning in zijn eigen lokaal. Hij bepaalt wat wél en niet mag in zijn lokaal, hij staat bij de deur en heet zijn onderdanen iedere dag opnieuw hartelijk welkom. Een goede koning is geen tiran maar wél een autoriteit met gezag; vriendelijk doch beslist. Hij heeft het beste voor met zijn onderdanen, maar ze moeten wel doen wat hij zegt. Zonder autoritair te zijn.

  2. Naast koning is de leraar ook politieagent. Hij heeft immers de macht om leerlingen aan te houden en op de bon te slingeren. Als een agent dreigt om je op de bon te slingeren maar hij doet het niet, dan haalt hij zijn eigen gezag onderuit. Je neemt die agent niet meer serieus.

  3. Tot slot is een leraar ook rechter, want hij beslist wie uiteindelijk welke straf krijgt en omkleedt de straf met redenen. Een rechter moet altijd goed uitleggen waarom hij een bepaalde straf geeft, anders komt iedereen in opstand. En dat is terecht: iedere boef heeft rechten en daarmee recht op uitleg. Dat wordt in een klaslokaal wel eens vergeten.

    Realiseer je deze eerste Wet van Orde goed: in een klaslokaal kent men geen Trias Politica.

De tweede wet van orde: Een Leraar blijft buiten het grijze gebied

Dat betekent: een leraar is altijd consequent. Ik heb het ook vaak meegemaakt: het grijze gebied. De leerlingen waren druk en bleven maar door me heen praten. Mijn geduld was op en ik zei: ‘degene die nu zijn mond nog open doet, die vliegt eruit!’ En de eerste die haar mond open deed, was natuurlijk het liefste meisje van de klas. In zo’n geval moet je consequent zijn en haar eruit sturen, terwijl je weet dat de rest van de klas in opstand komt. De truc is om dan uit te leggen dat je haar er wel uit moet sturen: het meisje heeft gewoon stomme pech. Dat gebeurt. Iedereen heeft wel eens pech. Een leraar die niet consequent is, krijgt problemen met gezag en orde. Je moet consequent zijn, ook als je dat niet wilt. Ook als een leerling smoesjes heeft en in discussie gaat. Iedere discussie kap je af – leg uit waarom en ga door met je les. Blijf vriendelijk, dat noemen we warm-streng. Na schooltijd heb je tijd voor klachten en discussies, maar nu moet de les verder.

Als je twijfelt of je in moet grijpen: denk dan: Er is één leerling die X doet, vind ik het nog steeds goed als 20 leerlingen X ook doen? Ik denk het niet en daarom moet je altijd ingrijpen. Meteen.

De derde wet van orde: Een Leraar geeft een aap altijd terug aan de leerling

De leerling is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag, Ook als hij ADHD heeft of niet wordt opgevoed. De leraar is NOOIT verantwoordelijk voor het gedrag van een leerling. Maar: een leerling zal wel altijd proberen de verantwoordelijkheid bij de leraar te leggen. Dat is menselijk, dat is wat mensen doen: de verantwoordelijkheid afschuiven: Ze zetten hun aap op andermans schouder. Geef die AAP altijd terug aan de eigenaar, die aap is niet van jou.

Dat doe je door leerlingen altijd een keus te geven, zonder waarschuwing: Je mag kiezen: je doet dit of je doet dat. De leerling kiest, jij beslist waartussen. Zo houd je de regie.

Denk even na over hoe consequent jij bent

Voel jij je vaak een politieagent?
Zie  je vaak iets door de vingers?
Raak je vaak in discussie verzeild met leerlingen?
Hoevaak schiet je in de verdediging als een leerling je van repliek dient?

Dit zijn allemaal tekenen van onduidelijkheid. Er ontbreken duidelijke wetten.

Ik was vroeger vaak veel te lief. Ik vond het moeilijk om  meteen in te grijpen. Tot het te ver ging, dan werd ik zo boos dat ik bijna iedereen straf gaf. Dan ging ik dus weer te ver – de andere kant op.

Pas toen ik duidelijke wetten voor mijzelf had opgesteld, kon ik mijn leerlingen daar aan houden. Vanaf dat moment kon ik het: orde houden.

Wil jij ook orde kunnen houden?

Deze training volg je in je eigen tijd en in je eigen tempo.
De training kost € 149,-, maar met deze kortingscode krijg je € 50,- korting:

IKGAORDEHOUDEN

Wil je eerst een voorproefje?
Je kunt ons webinar De Drie wetten van Orde hier terugkijken

Tien kleine ingrepen om je lessen te verbeteren

Tien kleine ingrepen om je lessen te verbeteren

Als je je lessen wilt verbeteren, zijn er tien onderdelen waar je dat op kunt doen. Wanneer je deze tien kleine ingrepen structureel uitprobeert, aanpast en invoert, zul je al snel resultaten zien:

  1. De leerlingen zijn meer gemotiveerd
  2. De verwachtingen zijn duidelijk uitgesproken
  3. De leerlingen weten hoe ze de opdrachten moeten uitvoeren
  4. Iedere leerling is gedwongen om mee te doen
  5. De klas wordt eerder stil
  6. De sfeer in de klas verbetert
  7. Jij hebt het makkelijker als leraar
  8. Het tempo van je lessen gaat omhoog
  9. De kaders en regels zijn onbetwistbaar
  10. De leerlingen onthouden de lesstof beter

1. Motivatie

Maak van iedere les een spannend verhaal

2. Criteria

Zet op een poster waar de uitvoering van een opdracht altijd aan moet voldoen

3. Stappenplan

Zet de stappen van de uitvoering (van de instructie) genummerd op het bord en laat de leerlingen deze stappen volgen

4. Taalgebruik – leerlingen

Eis van iedere leerling dat zij antwoorden op vragen in correcte, volledige zinnen

5. Luisterhouding

Spreek met de leerlingen een houding af die zij altijd moeten laten zien als jij iets gaat vertellen waar zij naar moeten luisteren

6. Taalgebruik – leraar

Let op je woorden: volledige, directe zinnen op gebiedende wijs, zonder gebiedende toon: spreek altijd Klare Taal

7. Routines

Bedenk routines voor herhalend voorkomende handelingen en leer die handelingen aan de leerlingen: houd ze eraan

8. Tijd

Gebruik de timer voor ieder onderdeel van je les

9. Afspraken

Zet de klassenafspraken op een poster en (ver)wijs ernaar als je ingrijpt

10. Werkvormen

Verzamel een aantal verschillende werkvormen en laat die regelmatig terugkomen in je lessen

De komende tien weken zal ik alle tien de kleine ingrepen verder uitwerken in handige stappenplannen.
Houd de SterkNieuws en mijn blog in de gaten.

Meer lezen over klassenmanagement? Dat kan HIER

Wil je een PDF downloaden over taakgericht werken? Dat kan HIER

Wil je de online workshop Orde Houden volgen? Ik maak hem helemaal op maat voor jou en jouw klas(sen). Meer informatie vind je HIER