Tag Archief van: onderwijs

Mythes in het onderwijs

Mythes in het onderwijs

We horen niet alleen mythes in het onderwijs, we horen en zien overal verhalen die simpelweg onjuist zijn. Ik vind dat een interessant gegeven. Bijvoorbeeld: hoe komt iemand er bij om te beweren dat de aarde plat is?

Geloof je me niet? Kijk maar!

Snap jij het?

Hoe komen weldenkende mensen erbij om te geloven – en te beweren – dat de aarde plat is? Is er ergens ter wereld een aardrijkskundeleraar die haar leerlingen vertelt dat de aarde niet rond is? Ik ben benieuwd. Ik zou graag eens van gedachten wisselen met die leraar.

En ja, ik weet het wel: voor ieder gepubliceerd onderzoek kun je ook een onderzoek vinden dat het tegendeel bewijst. Lang leve het internet. Maar hoe moet ik dan weten wat de waarheid is?

Ligt de waarheid ergens in het midden?

Nee toch? Ik durf te beweren dat ik zeker weet dat de aarde rond is en niet plat en ook niet halfrond. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Zo twijfel ik ook niet aan het nut van inenten. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik als kind bijna dood ben gegaan aan de mazelen en ik weet nog goed hoe ik me toen voelde.

Maar als ik eerlijk ben:

  1. heb ik wel heel lang geloofd dat ik geen wiskundeknobbel had – dat zei mijn moeder altijd
  2. dacht ik dat leerlingen verschillende leerstijlen hadden – het was echt een hele leuke lezing die ik daarover gevolgd heb en de spreker was zeer overtuigend
  3. was ik er van overtuigd dat leerlingen druk worden van suiker – ik dacht dat ik daar in de praktijk voldoende bewijs van had gezien

En toen las ik DIT boekje

En wat blijkt?

    1. Kinderen hebben GEEN verschillende leerstijlen. Leerstijlen bestaan niet. Verschillende voorkeuren bestaan wel.
    2. We gebruiken gewoon 100% van onze hersenen (en geen 10%).
    3. Je leert helemaal niks in je slaap. Jammer. Ik leg toch nog steeds een boek onder mijn kussen als ik een toets heb. Baat het niet dan schaadt het niet.
    4. Jongeren worden niet druk van suiker. Het is wel slecht voor hun tanden en vetgehalte.
    5. Je wordt niet (langdurig) slimmer als je naar klassieke muziek luistert (het effect duurt maximaal 15 minuten).
    6. Je denkt niet met een halve hersenhelft. Bij alle taken werken beide hersenhelften samen.
    7. Multitasken werkt slecht. Multitasken kan alleen als één van beide taken volledig geautomatiseerd is en het is altijd effectiever (voor mannen èn vrouwen) als je op één taak focust.
    8. Stressgevoeligheid en veerkracht zijn individueel bepaald dus algemene tips zullen niet werken.
    9. De wiskundeknobbel bestaat niet. Gelukkig maar. Aanleg c.q. talent helpt wel, maar alleen met voldoende oefening (zoals de 10.000-uren regel) word je ergens goed / beter in.

En ook: in de taxonomie van Bloom en de piramide van Maslov is door anderen een ordening aangebracht: beide heren hebben hun schema bedoeld als theoretisch model en niet om toe te passen in de praktijk.

Kort door de bocht

Je kunt dus alles leren, maar alleen door talent + veel oefening kun je een virtuoos worden. Dit is pas echt goed nieuws voor onze leerlingen! En voor mij. Ik bleek uiteindelijk best goed in wiskunde. Alleen weet ik nu dus pas waarom: ik was een brave leerling die haar huiswerk altijd maakte en haar wiskundesommen net zo vaak maakte tot ze snapte hoe het werkte.

Maar even terug naar de vraag

Hoe moet ik er als leraar achter komen wat de waarheid is?

Hoe moet ik mijn leerlingen leren wát de waarheid is en wáár zij die waarheid zelf kunnen vinden?

Dat laatste is onmogelijk. Ook zelf-ontdekkend leren is een mythe in het onderwijs. Maar niet voor alle leerlingen: alleen voor leerlingen met onvoldoende basiskennis. Wij als leraren moeten onze leerlingen zoveel absolute kennis meegeven dat zij voldoende basiskennis hebben om het onderscheid te kunnen maken. Daar komt geen zelf-ontdekking aan te pas.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Iedereen heeft het erover: Werkdruk in het onderwijs. Een leraar heeft teveel werk en te weinig tijd. Dat klopt niet met elkaar….

Teveel taken.

Te druk.

Teveel te doen.

Hoeveel werk kan jij aan?

Afgelopen week kreeg ik het weer te horen:

“O, kom je een workshop geven?  Ja, leuk. Maar eigenlijk heb ik daar helemaal geen tijd voor. Ik heb teveel te doen. Ik moet nog 4 x 25 proefwerken nakijken, rapporten invullen (want morgen hebben we rapportvergadering) en alles in magister zetten en mijn lokaal is ook niet opgeruimd. En ik moet ook nog voorbereiden voor morgen, maar ik denk dat ik dat niet ga doen.”

Weten we nog wel wat belangrijk is in het onderwijs?

Waar het om gaat?

Waarom we iedere dag opnieuw dat lokaal instappen?

En waarom hebben we het eigenlijk zo druk?

Zijn we te perfectionistisch?

Doen we steeds braaf wat anderen ons zeggen te doen?

Willen we iedereen altijd blij maken en vergeten we onszelf?

Of doen we de verkeerde dingen op het verkeerde moment?

Ik weet het niet. Maar dit weet ik wel:

Als je veel te doen hebt zijn er twee mogelijkheden:

  1. Je vind het heerlijk en je gedijt onder de spanning die het vele werk met zich meebrengt.
  2. Je wilt alles goed doen, maar je slaapt slecht en wordt kribbig omdat je niet alles goed kunt doen.

In het eerste geval: houden zo! Dan kun je je werk aan.

In het tweede geval: STOP!

  1. Pak een pen en papier.
  2. Ga zitten.
  3. Maak een lijstje van alles wat je nog moet doen (tussen nu en de komende drie maanden).
  4. En vul al je “to do’s” op het schema van belang in.

En zorg ervoor dat het blok linksboven altijd LEEG is!

Je kunt ook onze online cursus Time-management voor leraren volgen. Bekijk eerst het webinar.

gedrag in de klas deel 4

Gedrag? Oplossingen! deel 4

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Dit vierde en laatste deel gaat over leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Het betreft leerlingen die zich eenzaam voelen op school doordat zij minder goed geaccepteerd worden door hun leeftijdsgenoten. Misschien worden ze gepest, buitengesloten en daarmee vaak niet gehoord en gezien door leraren en zelf ook door hun ouders.

We onderscheiden drie categorieën gedragsproblemen

  1. Sociaal vermijdend; leerlingen die zich onttrekken aan vrijwel elke vorm van sociale interactie
  2. Sociaal onverschillig; leerlingen die het prima vinden om met andere leerlingen samen te zijn maar net zo lief alles alleen doen
  3. Sociaal onhandig; leerlingen die enorm hun best doen, maar hun pogingen zien stranden in ruzie en/ of afwijzing

Een paar praktische tips

Verkeerde dingen zeggen

Laat merken dat jij begrijpt wat hij of zij bedoelde en vertel wat zij beter hadden kunnen zeggen. Geef een letterlijke voorbeeldzin en laat de leerlingen deze nazeggen en de volgende keer gebruiken

Problemen met kleding of hygiene

Neem de tijd voor een gesprek met de ouders (met of zonder de leerling erbij). Wees direct, zonder te schofferen of te beledigen

Niet tegen kritiek kunnen

Blijf rustig en spreek met vaste stem. Maak duidelijk dat kritiek bij het leven hoort, bedoeld is om van te leren en niet als een aanval op de persoon

Teveel aandacht trekken

Laat merken dat je de leerling vooral ook hoort en ziet zodra hij of zij niet op de voorgrond treedt. Zorg in ieder geval voor duidelijke regels en afspraken en corrigeer kort en duidelijk zodra deze worden overtreden

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 3

Gedrag? Oplossingen! deel 3

Gedrag in de klas

José kijkt uit het raam. Herman, de docent, loopt achter haar langs en ziet dat de te maken bladzijde in het werkboek nog helemaal leeg is. ‘Ga je ook aan het werk? Je hebt nog maar tien minuten.’ José kijkt Herman aan en pakt haar pen. Herman loopt door. Als hij tien minuten later alle werkboeken inneemt, ziet hij dat de bladzijde in het werkboek van José nog steeds leeg is.

Youssef valt van zijn stoel. Niet één keer, maar vijf keer achter elkaar. Juf Karima pakt hem, vriendelijk doch beslist, bij zijn arm, trekt hem overeind en zet hem stevig op zijn stoel. ‘Nu blijf je in de kring, op je stoel zitten. Ik weet zeker dat je het kunt.’ Voordat Karima verder kan gaan met het prentenboek, ligt Youssef alweer op de grond. De andere leerlingen roepen Youssef toe dat hij weer moet gaan zitten. Youssef grijnst.

Alle schriften van Casper zitten vol met krassen, scheuren en vouwen. Als hij zijn laatje omkeert op de tafel, valt er van alles uit: pennen, proppen papier, potloodslijpsel én natuurlijk het leesboek dat hij vanmorgen niet kon vinden. Meester Bert zucht. Hij weet niet zo goed hoe hij met Casper om moet gaan. Het is een lieve jongen, maar hij laat voortdurend een spoor van chaos na. Spullen, kwijt of kapot. Huiswerk niet gemaakt. Gymspullen zoek. Punt gebroken. Maar ook: ruzie in de rij. Gedoe tijdens de pauzes. Een onleesbaar handschrift. En niemand wil met hem samenwerken. Arme Casper.

Herken je dit?

Ongetwijfeld heb ook jij een José, Youssef of Casper in de klas. Of alle drie… Soms heb je snel een oplossing gevonden om rust en orde in de klas te houden, maar het komt ook voor dat dergelijk gedrag zo’n impact op jou en de klas heeft, dat andere leerlingen én jijzelf niet goed meer kunnen functioneren. 

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het derde deel van het boekje: Probleemgedrag dat te maken heeft vaste regels en schoolwerk.

Dit kun je in ieder geval doen

  • Vraag altijd aan de leerling om te herhalen welk gedrag je van hem of haar wilt zien. Zo weet je precies wat de leerling van jou begrepen heeft. Vragen als ‘heb je het begrepen?’  of ‘heb je me gehoord’ zijn vragen waar je meestal een gewenst antwoord op krijgt.
  • Vertel ’s morgens altijd welke zaken deze dag anders gaan dan normaal, vertel ook waarom en wat er anders zal zijn. Dit scheelt onrust, gedoe en storend gedrag.
  • Jonge leerlingen zet je het liefst bij je in de buurt. Met oudere leerlingen kun je vaste tekens afspreken, een vaste plek geven om ‘bij te komen’  of met een emotiethermometer werken.
  • Onrustige leerlingen kunnen gebaat zijn met een stressbal of tangel.
  • Oefen vaste routines net zolang totdat alle leerlingen deze onder de knie hebben. Heb geduld; als het niet meteen lukt vertel je opnieuw welk gedrag je wilt zien en oefen je het nog een keer.
  • Chaotische leerlingen geef je de keuze tussen twee opties. Houd het simpel.
  • Samenwerken moeten leerlingen ook stap voor stap leren. Hoe je dat aanleert, lees je hier.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 2

Gedrag? Oplossingen! Deel 2

Gedrag in de klas

Maartje zit achter in de klas. Het is een stille meid die eigenlijk niet opvalt. Maar als je haar observeert, zie je dat ze iedere keer in elkaar duikt als haar klasgenoten schreeuwen of hun boek met een knal op de tafel laten ploffen. Maartje houdt niet van harde geluiden. Als haar buurvrouw een hand op haar schouder legt, deinst ze terug.

Herken je dit?

Deze keer gaat het over leerlingen die overgevoelig zijn voor geluiden, aanrakingen of angstig zijn voor nieuwe, onbekende gebeurtenissen. Soms is er sprake van ASS, maar dit hoeft niet perse. Maartje trekt zich terug, maar er zijn ook leerlingen die plotseling agressief kunnen reageren. Alle angst knalt er dan als het ware in één keer uit.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het tweede deel van het boekje: Vermijdingsgedrag en zich terugtrekken

Onttrekken aan activiteiten, op 'slot' gaan of wegrennen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Vat dit gedrag nooit persoonlijk op, welke ongepaste woorden je ook naar je hoofd krijgt geslingerd.
  3. Wees zelf alert of onverwachte zaken (brandalarm, wesp in de klas, storm) en bereid de leerling alvast voor.
  4. Dwing leerlingen nooit om ergens aan mee te doen. Moedig ze wél aan om steeds een klein stapje verder te doen.
  5. Geef weglopers een vaste plek buiten de klas, waar ze even tot rust kunnen komen en uit zichzelf weer terugkomen.
  6. Leer je leerlingen samen te werken volgens een vaststaande procedure. Zet deze afspraken op het bord of op een poster.
  7. Ga met deze leerlingen altijd pas later in gesprek; onder vier ogen, in een rustige situatie. Forceer geen gesprek, maar geef wel duidelijk aan dat (en wanneer) je zijn of haar versie van het verhaal wilt horen.
  8. Leer deze leerlingen twee dingen:
    1. Het herkennen dat er ‘iets’ gaat gebeuren. Benoem de triggers. Geef een andere escapemogelijkheid dan ze nu kennen. Dat kan met een emotiethermometer.
    2. Wat ze kunnen zeggen of doen in sociale situaties. Oefen dit met de leerling.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Gedrag in de klas deel 1

Gedrag? Oplossingen! deel 1

Gedrag in de klas

Hannes kan niet op zijn stoel blijven zitten. Ook al zit hij voorin in de klas, vlak bij de juf, het lukt hem gewoon niet. Hij heeft een wiebelkussen én een koptelefoon maar het lijkt niet te helpen. Hij stoort andere leerlingen, laat regelmatig zijn pen vallen en staat steeds weer opnieuw op om de klas uit te lopen. Zomaar. Juf Brecht heeft er haar handen aan vol. Maar ze kan niet de hele dag alleen met Hannes bezig zijn, ze heeft nog 35 andere leerlingen.

Herken je dit?

Het gaat om leerlingen die moeite hebben met het interpreteren van prikkels. Het is belangrijk om samen met deze leerlingen te onderzoeken welke denkfouten zij maken. Soms hebben leerlingen een diagnose, maar soms ook niet. Maar eigenlijk maakt het niet uit. Als leraar heb je te dealen met het gedrag van een leerling. Jij moet beslissen hoe je reageert op dat storende gedrag. En natuurlijk: je wilt het liefst dat je het storende gedrag gewoon uit kunt zetten, maar helaas… ik heb geen toverstokje voor je.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het eerste deel van het boekje: Probleemgedrag dat te maken heeft met beweging.

Hyperactief overkomen, wild gedrag vertonen of gevaarlijke acties ondernemen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Laat wiebelige leerlingen staand werken.
  3. Geef ze iets in hun handen op de momenten dat ze moeten luisteren.
  4. Geef deze leerlingen een speciale taak, waarbij ze regelmatig even kunnen wandelen, bewegen of iets doen met hun handen.
  5. Houd deze leerlingen bij je op de momenten dat je het klaslokaal verlaat
  6. Stel duidelijke grenzen. Deze leerlingen zullen moeten leren dat ze niet de hele tijd mogen doen wat ze willen; ze zullen moeten leren om hun gedrag aan te passen. Stel per week kleine, haalbare doelen en wees zeer consequent in het straffen en belonen.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Goede leraren 3

Wat doen goede leraren anders – deel 1

Goede leraren 5

In 2018 werd ik uitgenodigd voor de presentatie van een nieuw onderwijsboek van Frans Ottenhof en Gerard Rozing: Wat doen goede leraren anders. Dus ik ging naar Amsterdam en liet mij onderdompelen in een actieve workshop, waarin de heren enthousiast en betrokken tips gaven om leerlingen meer te betrekken bij de les. Het was een leuke middag. Alles was praktisch en sloot goed aan bij de praktijk. En we kregen het boek cadeau. Ik denk dat het hoog tijd wordt om dit boek opnieuw onder de aandacht te brengen, dus in de hele maand oktober deel ik tips uit dit boek.

Elke leerling wil gezien worden

Natuurlijk: we stappen allemaal wel eens met het verkeerde been uit bed. De meeste mensen komen dan de dag wel op de een of andere manier goed door, maar als je voor de klas staat is het een ander verhaal.

Ken je eigen blinde vlek

Voor de klas heb je altijd 100% focus nodig. Zodra je even ‘in je hoofd’ zit, ben je eigenlijk geen goede leraar meer; je mist belangrijke informatie waardoor je de grip op je leerlingen kwijt kunt raken. Er is er namelijk altijd wel één die blindelings aanvoelt dat je er even niet bij bent en deze leerling zal onmiddellijk onprettig gedrag gaan vertonen om je terug te halen.

Ook goede leraren worden wel eens boos

En dat mag natuurlijk. Het gaat erom dat je:

  • Je bewust bent van je eigen irritatie
  • Beseft dat het van jou is en dat jij er iets mee moet doen
  • Nooit afreageert op een leerling of op de klas – en als je het toch doet: bied je excuses meteen aan
  • Gewoon deelt met de klas dat je vandaag niet op je best bent
  • Laat zien dat je mens bent
  • Daarmee altijd accepteert dat ook leerlingen mens zijn – en fouten maken

Hoe zorg je ervoor dat je alle leerlingen ziet?

  1. Wees je bewust van het Pygmalion-effect: positieve self-fullfilling prophecy betekent in dit geval dat je altijd 100% vertrouwen hebt in al je leerlingen
  2. Deel informatie en ervaringen van jezelf, laat leerlingen informatie en ervaringen delen; leg nadruk op de overeenkomsten en benoem de verschillen – want die mogen er ook zijn
  3. Als je onzeker bent: stel je kwetsbaar op maar blijf vertrouwen in wat je te vertellen hebt
  4. En natuurlijk: zie je je leerlingen ook letterlijk; bij binnenkomst sta je bij de deur en spreek je iedereen persoonlijk aan

Wil je een artikel lezen waarin beschreven wordt wat de link is tussen goede leraren en het lerarentekort? Klik hier

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier

Vertraging

Een pleidooi voor vertraging

Een pleidooi voor vertraging

Dit is een pleidooi voor vertraging. We hebben het druk en we hebben haast. Onze to-do-list wordt maar langer er langer. Zeker zo vlak voor de zomervakantie hebben we de hele dag door het gevoel dat we achter de feiten aanrennen: we moeten nog zoveel. Het is de hoogste tijd: tijd om te vertragen in het onderwijs.

Realiseer je je dit wel eens?

Als jij gehaast bent, dan hebben jouw leerlingen daar last van. Onbewust voelen ze aan dat jij onder druk staat. Leerlingen worden daar onrustig van. En druk. Dus als jij je altijd al afvroeg waarom leerlingen altijd druk zijn voor de vakantie – het antwoord is simpel:

Jij staat onder druk en jij geeft die druk door

Zonder dat je het merkt, ben je zelf de oorzaak van de onrust. En er is maar één oplossing: vertragen. Ik denk trouwens dat dat goed is voor iedereen. Niet alleen voor je leerlingen, maar vooral voor jou, je omgeving en het hele onderwijs.

Hoe dat moet?

Het is een kwestie van keuzes maken en je aan die keuzes houden. De truc is natuurlijk ook vooral om allereerst de tijd te nemen om die keuzes te maken. Ja. Een open deur. Maar wat als je het ook echt zou doen? Wat zou jou dat opleveren? Ik maak het je makkelijk.

Een stappenplan om te vertragen

  1. Ga zitten met papier en pen, zet een rustig muziekje op en doe een paar minuten je ogen dicht
  2. Pak je agenda erbij
  3. Kijk hoeveel to-do’s je de komende weken hebt. Eigenlijk is drie to-do’s meer dan genoeg voor een gewone werkdag. Dus als je er meer dan drie hebt:
    1. Wat kun je in ieder geval schrappen of uitstellen?
    2. Welke dingen doe je voor een ander? Welke to-do’s kun je teruggeven?
  4. Pak je rooster erbij. Welke lessen of vakken kun je schrappen of vervangen door een opdracht waar je weinig tijd aan kwijt bent? Zorg ervoor dat je (zeker) die laatste weken weinig tot geen tijd kwijt bent aan voorbereiden en nakijken
  5. Ga naar buiten met je leerlingen. Wandelen, tekenen, fotograferen, lezen,  picknicken, enzovoort. Als het maar traag is en rust oplevert
  6. Stap je lokaal pas in als je rustig bent. Houd je hoofd leeg door alles wat je bedenkt meteen ergens te noteren Later kun je beslissen wat je met die notities gaat doen. Weggooien is ook een optie
  7. Dwing jezelf om pauzes te nemen. Zonder telefoon
  8. Slaap je slecht? Zet een uur voor je naar bed gaat alle schermen uit en leg een notitieboekje naast je bed
  9. Begin de dag met een korte yogaoefening en sluit je dag daar weer mee af. Je kunt de leerlingen natuurlijk mee laten doen
  10. Zet zachte, rustgevende muziek op als de leerlingen aan het werk zijn. Net zacht genoeg om niet te storen. Dit verhoogt zowel de sfeer als de rust. Sommige leerlingen moeten hier aan wennen…

Heb je behoefte aan een cursus Timemanagement voor het onderwijs? In onze webshop vind je een online cursus, die redelijk goedkoop is, weinig tijd kost en effectief tijdwinst oplevert. Zo begin je het nieuwe schooljaar zeker goed.

Wil je meer weten over vertraging in het onderwijs? Luister dan naar deze podcast

Wil je leren hoe je je grenzen kunt bewaken, als leraar en collega? Je kunt nu vroege vogel-korting krijgen voor de online dagtraining Sterk voor de Klas op zaterdag 4 september a.s. 

Klaagverhaal

Een klaagverhaal

Een klaagverhaal

Het laatste wat ik wil is het schrijven van een klaagverhaal; daar wordt niemand vrolijk van. Daarom zal ik bij ieder klaagpuntje ook een lichtpuntje beschrijven. Dat houdt de boel in evenwicht 🙂

Er wordt al zoveel geklaagd in het onderwijs

Zeker nu, in Corona-tijd, is er ook een hoop te klagen. Opgelopen leerachterstanden, tochtige lokalen, klassen in quarantaine, onvermijdelijk schuldgevoel, een nog hogere werkdruk en tot slot: het lerarentekort en het daarbij behorende onvermogen om startende leraren binnen te houden.

Hoe is het eigenlijk met de leerachterstanden?

Laten we eerlijk zijn: met de meeste leerlingen gaat het gewoon goed; zelfs beter dan verwacht. Geen achterstanden, grote sprongen zijn zelfs gemaakt en iedereen is blij dat ze weer op school rondhuppelen. En de leerlingen die in de knel zitten… echt waar: die zaten dat al. Het achterstandenprobleem is boven komen drijven in de snelkookpan die Corona heet. En joepie: met de verkiezingen in zicht hebben we een enorme bak geld gekregen om iets aan die achterstanden te doen. Ik vertrouw erop dat scholen het juiste doen met hún bak geld. Is het genoeg? Zeker niet. Maar laten we blij zijn met iedere druppel op de gloeiende plaat.

Corona blijkt nog meer positieve bijkomstigheden mee te nemen

Zonder Corona hadden we dat geld nooit gekregen, waren de meeste achterstanden ongezien gebleven en maakten de meeste leraren nog steeds bezwaren tegen online contact. En er zijn dingen aan het verschuiven. Er wordt steeds meer nagedacht over hoe we ons onderwijs willen vorm geven. Er circuleren interessante discussies over EDI en gepersonaliseerd leren en alle standpunten daartussen. Laten we vooral van gedachten blijven wisselen en naar elkaar blijven luisteren. Ik weet zéker dat dit mooie initiatieven op gaat leveren. Ik geloof in een nieuwe onderwijsvorm met ‘best of both worlds’. Ik noem het Hartvaardig onderwijs.

Maar het lerarentekort blijft groot

Zijinstromers zijn steeds minder welkom op scholen omdat ze veel begeleiding vergen, er is een enorm tekort aan goede IB-ers en startende leraren stoppen er sneller mee dan ooit. En dat terwijl alle besturen ook geld hebben gekregen om schoolopleiders aan te stellen en begeleidingstrajecten in te richten. Maar ja: we weten allemaal wat er met dat geld is gebeurd. Het geld is op een plank gelegd en men heeft taakuren gegeven aan de zittende, ervaren leraren om nieuwe collega’s te coachen. Alle goede bedoelingen ten spijt: coaching en begeleiding van leraren is gewoon een vak. En het goede nieuws is dat men daar zo langzamerhand achter begint te komen. Steeds meer besturen zetten in op goed personeelsbeleid en goede trajecten – ook van zijinstromers –  begeleid door externe deskundigen. Niet omdat intern niet deugt, integendeel. Maar omdat intern en extern elkaar enorm kunnen versterken en samen het beste naar boven halen in elke starter en zij-instromer. Daar liggen zoveel kansen…

Ja. We kunnen eindeloos klagen over corona en alles wat er mis is in het onderwijs. Maar laten we deze tijd vooral gebruiken om te kijken wat wel goed gaat en hoe we samen creatief vooruit kunnen denken. Zonder klaagverhaal.

Ben jij ook onderwijscoach en wil je meepraten over betere begeleiding van startende leraren? Zoek ons op op Linkedin. Wij hebben een actiegroep opgericht en willen een netwerk oprichten.

Wil je meedoen met het volgende webinar op 21 april met Handige tips voor invallers? Klik dan hier

Wil je meedoen met het initiatief ‘Breng het hart terug in het onderwijs‘? Neem dan contact op.

Een verkeerd advies

Een verkeerd advies

Een verkeerd advies

Op vrijdag 12 februari is dit artikel ‘Een verkeerd advies’ in de Komenskypost geplaatst. Ik kreeg er veel positieve reacties op; daarom plaats ik mijn artikel ook hier. Want ja: als je in het onderwijs werkt, deel je regelmatig adviezen uit. En wij leraren, wij zijn ook maar mensen. En mensen maken fouten. In het verleden heb ik een verkeerd advies gegeven, maar ik vermoed dat:

  1. ik niet de enige ben
  2. daarvoor en daarna ik ook foute adviezen heb gegeven – maar dat weet ik dan niet
  3. anderen ook wel eens een fout advies hebben gegeven – of zullen geven
  4. niet iedereen dat wil, of durft, toegeven

En dat is allemaal prima – het mag, een verkeerd advies hoort bij het leven. 

Ik werkte al een tijdje in het Praktijkonderwijs

En toen ik op de lijst zag dat ik Floris in de klas zou krijgen, baalde ik. En dat is nog zacht uitgedrukt. Ik weet dat ik bij de afdelingsleider langs ben gegaan om te vragen of Floris écht niet in een parallelklas geplaatst kon worden. Maar nee. De afdelingsleider weigerde om hem van klas te laten veranderen. ‘Hij was inmiddels bevriend met zijn klasgenoten’, was het argument. Dat betwijfelde ik ten zeerste. Maar goed. Ik ging me er geestelijk op voorbereiden om een heel schooljaar lang Floris voor mijn neus te hebben. Letterlijk. Want Floris zat altijd vooraan. In elk lokaal.

Ik gaf les aan de tweedejaars

In dat tweede jaar draaide alles om de schifting die aan het eind van het jaar gemaakt zou worden. En als mentor was ik de persoon die die schifting ging maken. Weliswaar in overleg met de zorgcoördinator, maar toch. Ik nam mijn taak zeer serieus. 

Drie richtingen

Onze derde jaar had drie richtingen. De basisgroep, die één dag per week buiten de deur stage mocht gaan lopen. De arbeidsgroep, die één dag per week intern stage zou gaan lopen: op de afdeling ‘arbeidstraining’. Stel je rijen tafels voor waar 15-jarigen onderdelen van een deurklink of headset in een zakje stoppen. En dan hadden we nog de steungroep. Dat waren de leerlingen die, onder begeleiding van de mentor, een paar uur per week arbeidstraining mochten doen, maar verder eigenlijk alleen maar leerden hoe ze 1) ergens op tijd moesten komen, 2) hun eigen lunchpakket konden klaarmaken en 3) hun veters zelf konden strikken. Die steungroep was de kwetsbare groep. In die groep heb ik nooit lesgegeven. Wel in de andere twee groepen.

Kwetsbare leerlingen

Ik schaam me om het te bekennen, maar ik was allergisch voor kwetsbare leerlingen. Gaf mij maar drie ADHD’ers, een club meiden met een grote bek en een autist in de klas… en ik had ze allemaal binnen een jaar op stage. Extern. Want dat was natuurlijk het uiteindelijke doel van de zogenaamde arbeidstraining. En toen ik een basisgroep had? Die liepen binnen het jaar twee dagen stage. Omdat hun stagebegeleider dat aan hen had gevraagd. Maar die kwetsbare groep… die konden met een beetje mazzel een extra jaar arbeidstraining doen en daarna rechtstreeks naar de sociale werkplaats. Ja: die waren er toen nog. En ik vond er niks an.

Terug naar Floris

Floris had wat mij betreft alle kenmerken van een leerling voor de steungroep. Hij was eenzaam. Hij had geen enkele aansluiting bij zijn klasgenoten; die vonden hem raar. Hij zat op schoonspringen en een spelletjesclub. Zijn klasgenoten lachten hem uit. Hij zag er kwetsbaar uit. Mocht zich bij gym omkleden in het invalidentoilet. Floris keek me nooit aan en praatte altijd met een zielig klein stemmetje. En wat ik het ergste vond: zijn leerlingdossier was verzegeld. Ik wist helemaal niets van hem. Niet eens een geboortedatum. ‘Op verzoek van de ouders en Floris zelf’, volgens de zorgcoördinator. Ik dacht er het mijne van, maar vooral: ik was geschokt en boos door zoveel wantrouwen. En daardoor deed ik geen enkele poging om Floris beter te leren kennen. Eigenlijk ging ik alleen maar -steeds opnieuw- in discussie met moeder over het verzegelde dossier.

Ik was dus een beetje dom...

Maar goed. Floris en ik worstelden ons dat schooljaar door en in juni vertelde ik Floris en zijn moeder dat ik Floris had verwezen naar de steungroep. Ze waren woedend, maar niet verrast. Ik had van het begin af aan duidelijk gemaakt wat ik van Floris vond. Moeder en Floris dienden een klacht in. Hun klacht werd afgewezen vanwege dossiervorming.

Zoveel jaren later schaam ik mij nog steeds dood:

Ik had een verkeerd advies gegeven

Het pleit voor mijn zorgcoördinator en de schoolleiding dat ze mij gesteund hebben (nog steeds: dank daarvoor) maar ik zat natuurlijk helemaal fout. Ik had de eerste regel geschonden: de regel van relatie. Mijn vooringenomenheid heeft Floris (en zijn moeder) verdriet berokkend. Zinloos geweld.

Gelukkig hebben mijn collega’s van het derde jaar het toentertijd allemaal snel opgelost. De kerstvakantie was een ijkpunt voor leerlingen die tot dan hadden laten zien dat zij een stapje hoger mochten. Of twee, zoals in Floris’ geval. In januari ging hij extern stage lopen en binnen een jaar was hij uitgestroomd naar het MBO. Uiteindelijk hebben docenten daar ervoor gezorgd dat hij kon doorstromen naar het niveau waar hij hoorde.

Floris heeft nu een eigen bedrijf

Als gediplomeerd maatschappelijk verzorgende zorgt hij ervoor dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dit alles weet ik pas sinds een jaar of tien. Ik kreeg een vriendelijk mailtje van Floris, met de link naar de website van zijn bedrijf…

Ik ben natuurlijk hartstikke trots op hem – met terugwerkende kracht. Maar als we het over blunders en advisering hebben…. Au.

Wil je meer weten over de online training op 27 januari? Klik dan hier

Wil je dit artikel lezen op KomenskyPost? Klik dan hier