Tag Archief van: lokaal

Begin het nieuwe jaar in een opgeruimd lokaal

Begin het nieuwe jaar in een opgeruimd lokaal

Eerlijk gezegd sta ik wel eens verbaasd over de enorme puinhoop die ik in sommige lokalen zie. Puinhoop in de zin van: Spullen! Spullen met een hoofdletter. 

Volle bakken op de grond, rondzwervende laptops, posters aan de muren met geheugensteuntjes voor alle vakken op het rooster, tijdlijnen, tekeningen, overzichten, regels, roosters…. en ga zo maar door.
Opgestapelde boxen en dozen – soms tot aan het plafond, volle vensterbanken, uitpuilende kasten, rommelige bureaus en vooral: volle tafels van leerlingen. Vol met bakjes, plantjes, waterflessen, rommeltjes en dingetjes.

Soms gezellig, soms niet om aan te zien, maar vooral: een overmaat aan prikkels

Ik krijg er spontaan ADHD van

Als je dagelijks in een overprikkelend lokaal zit, zie je het niet meer. En misschien zijn er leerlingen in jouw klas die er ook geen last van hebben. Maar de meeste leerlingen zijn gebaat met rust en overzicht.
Ik kom meestal in klassen van juffen die moeite hebben met het houden van orde. Het zijn vaak onrustige klassen, met leerlingen die steeds aan het rommelen en kletsen zijn. Er is ook vaak veel gedoe. Als ik de juf dan wijs op de vele prikkels in het lokaal, is dat meestal een eyeopener. Nadat ze het lokaal heeft opgeruimd, zijn haar ordeproblemen vaak al een stuk minder….

Even terzijde: het nut van al die posters aan de muur

Het blijkt dat leerlingen een poster met een geheugensteuntje na een tijdje niet meer zien als ze er niet elke keer opnieuw op gewezen worden; mét instructies over hoe ze de poster moeten zien en gebruiken.

 Ook: veel prikkels in het lokaal maken het een invaller onnodig moeilijk

Soms is een invaller ten einde raad: “Ze luisteren niet, ik kan het niet meer…”.
Een druk lokaal + invaller = extra drukke klas.
Door de drukte is het moeilijker om een band op te bouwen met de leerlingen, waardoor ordeproblemen kunnen ontstaan en de puinhoop nog groter wordt. 
De eigen juf of meester komt terug en treft een nog grotere puinhoop aan. “Die invallers ruimen ook nooit op…”. Dat klopt. Ze wisten niet waar ze moest beginnen, noch waar ze alles moest laten.

Weet je? Ik snap het wel.

Een lokaal is toch een soort huiskamer en je wilt dat het daar gezellig is. Maar ik adviseer je om toch eens anders naar je klas en je lokaal te kijken. En vooral: op te ruimen. Leeg te maken. Ongezellig? Dat hoeft niet. Er zijn andere manieren om leerlingen zich thuis te laten voelen, zonder overprikkeld te worden.

Dus alsjeblieft: zorg voor een opgeruimd lokaal

  1. Zorg dat alle tafels leeg zijn tijdens een instructie. Echt LEEG! Zonder IETS. Dus ook geen pen of plantje of flesje. Leeg is leeg.
  2. Gooi wekelijks wat weg.
  3. Zet kasten op de gang, als je je spullen niet kwijt kunt.
  4. Hang planken (hoog!) op de gang om spullen op te zetten.
  5. Verf je muren in rustige tinten in plaats van alles vol te hangen.
  6. Plantjes in de vensterbank zorgen voor rust én zuurstof.
  7. Zorg voor een of twee muren met plek voor een of twee instructieposters en verwissel die regelmatig.
  8. Zorg voor een plek met informatie voor- en werk van de leerlingen en wissel regelmatig.
  9. Maak deuren in open kasten, of hang er een (effen) gordijn voor.
  10. Houd je lokaal opgeruimd en maak leerlingen medeverantwoordelijk.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Een rustig Sinterklaasfeest

Acht tips voor een rustig Sinterklaasfeest in de klas.

Jawel… hij is er weer. De Sint en zijn Pieten. En natuurlijk ga je daar op 5 december aandacht aan besteden… dat kan niet anders.
Alle kinderen zijn druk, of ze nu nog geloven of niet, of ze het vieren of niet… Het Sinterklaasfeest brengt gewoon onrust met zich mee, wat voor weer het ook is.

Drukke leerlingen, rondvliegende pepernoten, surprisestress...

  • Er zijn leerlingen die zo ongeveer hysterisch worden door de ontstane onrust en daardoor moeilijk reguleerbaar gedrag vertonen.
  • Sommige leerlingen komen uit gezinnen waar geen geld is voor cadeautjes; wat doet dat met een kind? Vooral als deze nog heilig gelooft?
  • Tussen ouders kan een wedstrijd ontstaan: ‘Wie heeft de mooiste surprise gemaakt?’
  • Leerlingen met vormen van autisme kunnen niet altijd goed overweg met de onzekerheid, wat gedoe en weglopen tot gevolg kan hebben.

Voor je het weet sta je hele dagen politieagent te spelen en ben je zelf bek-af voordat de Grote Dag begonnen is.

Terwijl het Sinterklaasfeest leuk moet zijn

  • Betekent leuk hetzelfde als chaotisch?
  • Vind jij het prima dat Rommelpiet alles overhoop haalt in jouw lokaal?
  • Geef jij ruimte aan de chaos door geheimzinnig te doen over wanneer de Sint eindelijk langskomt op school?
  • Of ben jij duidelijk over wat wanneer gaat gebeuren en op welke manier?

Ik ben er zelf een groot voorstander van om zo’n dag rustig te laten verlopen. Dat is prettig voor jezelf, het scheelt een hoop rotzooi in je lokaal en je komt zelf niet geheel uitgeput thuis.

Daarom: acht tips voor een rustig Sinterklaasfeest in de klas:

  1. Zet het programma van de dag op papier (of op het bord) met de tijden erbij. Dan weet iedereen waar ze aan toe is en is de spanning (en daarmee de onrust) minder groot.
  2. Als er leerlingen zijn die alle spanning heerlijk vinden: geef ze de keuze om het programma niet te hoeven zien.
  3. Laat Rommelpiet alleen maar een nieuwe klasindeling maken, met een gedicht waarin Piet uitlegt waarom de leerlingen de hele dag/ week/ maand naast iemand anders/ hun beste vriend/ hun vijand/ iemand die ze niet goed kennen moeten zitten.
  4. Laat de grote dag op dezelfde manier beginnen als altijd. Als je altijd met een begintaak start, doe dat nu dan ook maar dan met een Sintopdracht. Begin je in de kring? Nu ook.
  5. Hang een lijst op met alle liedjes die gezongen kunnen worden (en oefen ze). Wissel drukke en rustige activiteiten af met een lied en streep iedere keer het gezongen liedje door. Daarmee voorkom je een eindeloze herhaling van “Sinterklaas Kapoentje”. En o ja: zing zelf en laat het digibord uit.
  6. Regel alles goed van te voren: wie doen het papier in de bak? Wie veegt de pepernoten weg? Wie zit waar? Waar zetten we de surprises? Wat doen we als de Sint binnenkomt?
  7. Zorg ervoor dat leerlingen met speciaal gedrag (bv. ASS) echt alles van te voren weten. Neem het programma met ze door en zorg ervoor dat ze ergens heen kunnen om even bij te komen van de drukte. Bijvoorbeeld op een “hier-word-ik-rustig-stoel”.
  8. Bouw rustmomenten in waarop je de leerlingen even in stilte iets voor zichzelf laat doen. Lezen of tekenen is vaak een prettige bezigheid. Zet dan rustige muziek op.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Een nieuw schooljaar, een nieuwe start

Een nieuw schooljaar, een nieuwe start

Het is nog vakantie en het duurt natuurlijk nog eeuwen voor je weer aan school hoeft te denken. Maar soms kruipt het bloed toch waar het niet gaan kan… en dan flitsen er al allerlei ideeën door je hoofd. Om je daarmee op weg te helpen, krijg je van mij alvast tien tips om het nieuwe schooljaar goed te beginnen.

Tien tips om een nieuw schooljaar goed te starten

  1. Neem in de startweek ruim de tijd om te acclimatiseren. Praat lekker met iedereen bij, kijk eens goed om je heen en stel alles uit dat niet meteen hoeft. Of maak een goede planning voor die week.
  2. Bedenk even in welke valkuilen je vorig schooljaar getrapt bent en maak een lijst van zeven goede voornemens voor dit schooljaar. Hang die lijst in je klas of aan de binnenkant van de deur van je locker. Check iedere week of je je er nog aan houdt. (En ja hoor, aanpassen mag…)
  3. Maak alvast mapjes in je e-maibox. Kies namen zoals moet vandaag, misschien later en als ik tijd over heb. Zet inkomende e-mails meteen in de juiste map. Gooi de rest meteen in de prullenbak.
  4. Start in een heerlijk leeg, opgeruimd lokaal. Begin eens met (bijna) kale muren. Er komt nog genoeg aan de muur.
  5. Kijk of je ergens een krijtbord op de kop kunt tikken en hang het in je lokaal. Of laat het door een ander ophangen. Op je digibord kom je altijd ruimte te kort en een krijtbord is voor iedereen goed zichtbaar, het schrijft prettiger en je kunt er bordwerk op maken..
  6. Bedenk nog eens dat multitasken slecht is voor je gezondheid. Doe dus één ding tegelijk en stel prioriteiten.
  7. Verzamel liedjes, filmpjes, quotes en moppen zodat je altijd iets hebt waar je om kunt lachen. Ook met de leerlingen. Humor is onmisbaar voor alle leraren; het houdt jezelf overeind en het versterkt de band met je leerlingen.
  8. Als je geen eigen lokaal hebt: zorg ervoor dat je je thuis voelt in ieder lokaal waar je lesgeeft. Zet een plantje neer, hang een poster(tje) op of zoiets… en doe het op zo’n manier dat het de eigenaar van het lokaal niet opvalt – maar jouw leerlingen wel meteen zien dat het bij jou hoort.
  9. Bedenk welke mooie herinnering van afgelopen vakantie je het hele jaar mee wilt dragen. Een foto of voorwerp kan het je helpen onthouden.
  10. Have fun! Heb plezier! Lach! Geniet! En vier nog even lekker vakantie.

Hulp nodig?

Vraag hulp aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. Het is veel leuker om samen te werken dan alleen.

Als dat er helaas niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Krijg je te weinig begeleiding op jouw school? Overweeg dan eens een kort begeleidingstraject.

Ik help je graag verder, zodat jij sterk voor de klas kunt staan.

Goede les

Geef een hele goede les

Vlak voor toetsperiodes is het heel belangrijk dat je je lessen heel goed voorbereid. Iedere les die je geeft moet een goede les zijn. Alles moet erop gericht zijn dat alle leerlingen een 10 kunnen halen.

Nu kun je natuurlijk zo’n ouderwets lesvoorbereidingsformulier gebruiken, maar die zijn meestal veel te lang en onoverzichtelijk in de praktijk. Daarom geef ik je een stappenplan waarmee je in 7 stappen je les kunt voorbereiden en geven. Je hoeft alleen maar de antwoorden op te schrijven.

  1. Waar gaat de les over? Wat is het thema, het onderwerp? Hoe maak jij het ook een boeiende les?
  2. Waarom moeten jouw leerlingen dit leren? Wat moeten ze weten en/ of kunnen aan het eind van deze les? Wat is het doel van jouw les?
  3. Welke stappen moeten de leerlingen nemen (wat moeten ze precies doen en in welke volgorde) om het doel te bereiken?
  4. Hoe ziet jouw instructie eruit? Welke stappen moet jij nemen om ervoor te zorgen dat alle leerlingen precies doen (in de juiste volgorde) wat ze moeten doen om het doel te bereiken?
  5. Hoe ga je ervoor zorgen dat alle leerlingen betrokken worden én blijven bij jouw les? Hoe houd je ze bij de les?
  6. Welke voorbeelden geef jij zodat de leerlingen (begeleid) kunnen oefenen en welke opdrachten moeten de leerlingen maken om zelfstandig te kunnen oefenen (verwerken en zelfstandig werken)? Welke huiswerk hoort daarbij?
  7. Hoe ga je toetsen of de leerlingen het doel bereikt hebben en wanneer ga je dat doen?

Het is hierbij ook heel belangrijk dat je steeds aangeeft hoe de leerlingen het moeten doen. Zet op het bord aan welke eisen het werk (zowel tijdens de instructie als tijdens de verwerking en het zelfstandig werk) moet voldoen. Denk hierbij aan tijd, netjes werken, samen of alleen, wanneer moet het af zijn, in stilte of in overleg, enzovoort. Zo zorg je ervoor dat iedere les effectief is.

Belangrijk: Haal alle “flauwekulopdrachten” die de methode geeft eruit als ze niet tot het lesdoel leiden en vervang deze opdrachten door jouw eigen opdrachten die wél tot het doel leiden!

Kun je wel wat hulp gebruiken? Volg dan de spoedcursus klassenmanagement. Wil je liever lezen? Dat kan natuurlijk ook.

Grote Opruiming

Grote Opruiming

Grote opruiming

Er komt een nieuw schooljaar aan. We kunnen het oude schooljaar af gaan sluiten en de beste manier om dat te doen is door een grote opruiming te houden. In jouw lokaal. Ergens tussen nu en de zomervakantie. 

Waarom? Omdat:

  1. er zich alweer van alles heeft opgehoopt in jouw lokaal
  2. je denkt dat jouw pennen ergens onder een kast liggen maar je weet niet welke kast
  3. de leerlingen de posters niet meer zien omdat ze er al te lang hangen
  4. de planten er al enige tijd uitzien als moderne kunst
  5. het een heerlijke klus is, die ervoor zorgt dat je het gevoel krijgt dat je het jaar echt hebt opgeruimd

Redenen genoeg dus. En als je er een paar vrijwilligers bij uitnodigt, kun je er meteen een fijne schoonmaakbeurt aan vastknopen.
Opruimen is ook best lekker. Maar hoe en waar begin je?

Oftewel: Ruim je klas op in 10 stappen.

  1. Vraag een collega om het samen te doen. Niet alleen omdat het dan makkelijker is om kasten te verplaatsen, maar ook om punaises aan te geven én om allebei een stok achter de deur te hebben. En twee zien meer dan één alleen. En het is gezelliger met twee.
  2. Ga samen in het midden van het lokaal staan. Draai langzaam een rondje om jullie as en vraag je collega wat er volgens hem of haar allemaal weg of verplaatst moet worden. Jij noteert alles (zonder “ja maar”).
  3. Hang alles wat moet blijven hangen maar wat al langer dan 2 maanden op dezelfde plek hangt op een andere plek. Nu “zie” je die dingen weer.
  4. Haal alles uit je lokaal wat je niet (meer) nodig hebt. Gooi weg, verplaats of verkoop. Zet desnoods een kast op de gang om spullen in te doen.
  5. Maak je eigen bureau leeg. Houd alleen dat wat je echt nodig hebt. Doe alles weg wat je eigenlijk niet nodig hebt. Als je niks wilt weggooien, stop het dan in een doos en zet de doos in een magazijn met jouw naam erop.
  6. Richt je kasten opnieuw in. Maak ze overzichtelijk; bedenk een systeem wat voor jou en je leerlingen werkt. Zet de kasten zo dat de leerlingen er makkelijk bij kunnen en markeer met stickers, zodat de kast netjes blijft. Zorg dat jij je eigen kast of plank hebt.
  7. Vervang de dode planten door nieuwe. Plastic mag ook.
  8. Koop (online) aantrekkelijk uitziende bakken voor papier, leesboeken, losse materialen enzovoort. Zorg dat de maten kloppen met wat er in zit, dat geeft een nette indruk.
  9. Ga op alle leerling-stoelen zitten terwijl je collega voor in de klas iets vertelt. Check of je hem/ haar goed kunt horen en zien. En kijk wat jou “als leerling” helpt of afleidt. Zet alle meubels op een handige plek. Koop iets MOOIS NIEUWS GEKS voor in de klas.
  10. Vier, samen met je collega, dat jullie klaar zijn met de Grote Opruiming! Champagne, taart, bitterballen….

Veel plezier met de grote opruiming

Wil je een webinar terugkijken? Klik dan hier 

Wil je schoonmaaktips voor je huis? Klik dan hier

digibord

Doe mee met de grote digibord test!

Doe mee met de grote digibord test!

Heerlijk hè, zo’n digibord. Ik vind het echt een van de meest fijne uitvindingen voor het onderwijs:
* Je kunt er filmpjes en plaatjes op laten zien.
* Je kunt steeds de achtergrond kiezen die jij nodig hebt (regels, ruiten, leeg).
* Je heb alle mogelijke tools en andere handige dingen (zandlopers, verjaardagstaarten, afstanden, karaoke, enzovoort).
Maar het meest blij was ik toch wel met de “schrijflettertoepassing”. Je typt het woord op je toetsenbord en hetzelfde woord verschijnt in perfecte schrijfletters op het digibord! En ook nog eens precies tussen de lijntjes! Voor iemand die drie maal is gezakt voor het vak “bordschrijven” op de Pabo (zoals ik…) is dat echt heel fijn. Nu sta ik zelf nog maar weinig voor de klas, maar ik zit wel heel vaak achter in een klas. En er valt me dan wel erg vaak hetzelfde op:

De leerlingen achterin kunnen het bord vaak slecht zien

• Het zicht op het bord is echt heel slecht op sommige plekken in het lokaal. Dat heeft soms te maken met zonlicht (tegenlicht) en soms ook met de verlichting in het lokaal. Filmpjes, ondertitels… alles wordt “flitserig” en veel te wit.

• Er staan vaak dingen geschreven op het whiteboard. Stift schrijft echter aanmerkelijk kleiner dan een krijtje… het programma van de dag is meestal onleesbaar. Ik vraag dan aan een leerling wat er staat, maar die kan het ook niet lezen. Het ligt dus echt niet aan mijn slechte ogen.

• Leerlingen melden vaak niet dat het bord onleesbaar is. Dat doen ze wel als er een som wordt uitgelegd, maar niet als er naar een filmpje gekeken wordt of als het om de informatie op een van de whiteboards gaat.

Dus eigenlijk… ik snap nu wel waarom het oude schoolbord donker was en krijtjes wit; het zicht vanuit alle hoeken in het lokaal was aanmerkelijk beter. Betekent dit dat ik hier naar terug wil? Nee, beslist niet – er zijn zelfs steeds meer scholen die zowel een krijtbord als een digibord hebben. Maar ik nodig je wel uit om zelf eens te testen hoe het zicht op alle plekken in jouw lokaal is, en dan ook nog eens bij alle soorten licht en tegenlicht. Je kunt dit alleen of met een collega doen, maar samen met de leerlingen is nog leuker:

 

Doe de digibordtest

1. Vertel de leerlingen dat jullie een test gaan doen waar je hun hulp absoluut bij nodig hebt: de Grote Bord Test
2. Van te voren heb je verschillende soorten beeld klaar gezet:
a. Filmpje (uit een methode);
b. Instructie;
c. PowerPointpresentatie of Prezi;
d. Plaatje;
e. Journaal of jeugdjournaal;
f. Oefenprogramma uit een methode;
g. …
3. Je whiteboard(s) is (of zijn) leeg.
4. Je spreekt met de leerlingen verschillende tekens af, bijvoorbeeld:
a. Linkerhand omhoog als je het kunt zien met je linkeroog (rechteroog dicht);
b. Linkerhand omhoog als je het kunt zien met je linkeroog (rechteroog dicht);
c. Twee handen omhoog als het met 2 ogen open goed te zien is;
d. Opstaan als je het kunt zien met beide ogen dicht.
5. Voor je neus liggen meerdere exemplaren van de plattegrond van jouw lokaal; eventueel met de namen van de leerlingen. Op iedere plattegrond heb je opgeschreven welke test er bij hoort; wat op het (digi)bord staat in combinatie met het soort licht.
6. Vervolgens noteer jij (of een leerling of een stagiaire) welke leerlingen hun vinger(s) opsteken bij iedere test.
7. Na het digibord komt het whiteboard (of komen de whiteboards) aan de beurt. Kies verschillende kleuren (is bij het digibord trouwens ook handig), verschillende groottes en verschillende plaatsen op het bord.
8. Het is meteen ook een test welke leerlingen misschien wel een bril nodig hebben…

Ik heb mijn coachingpagina aangepast (behalve de foto’s – die komen nog…). Neem eens een kijkje
En de SchoolTV-beeldbank is onmisbaar op jouw digibord.