Tag Archief van: klassenmanagement

gedrag in de klas deel 4

Gedrag? Oplossingen! deel 4

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Dit vierde en laatste deel gaat over leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Het betreft leerlingen die zich eenzaam voelen op school doordat zij minder goed geaccepteerd worden door hun leeftijdsgenoten. Misschien worden ze gepest, buitengesloten en daarmee vaak niet gehoord en gezien door leraren en zelf ook door hun ouders.

We onderscheiden drie categorieën gedragsproblemen

  1. Sociaal vermijdend; leerlingen die zich onttrekken aan vrijwel elke vorm van sociale interactie
  2. Sociaal onverschillig; leerlingen die het prima vinden om met andere leerlingen samen te zijn maar net zo lief alles alleen doen
  3. Sociaal onhandig; leerlingen die enorm hun best doen, maar hun pogingen zien stranden in ruzie en/ of afwijzing

Een paar praktische tips

Verkeerde dingen zeggen

Laat merken dat jij begrijpt wat hij of zij bedoelde en vertel wat zij beter hadden kunnen zeggen. Geef een letterlijke voorbeeldzin en laat de leerlingen deze nazeggen en de volgende keer gebruiken

Problemen met kleding of hygiene

Neem de tijd voor een gesprek met de ouders (met of zonder de leerling erbij). Wees direct, zonder te schofferen of te beledigen

Niet tegen kritiek kunnen

Blijf rustig en spreek met vaste stem. Maak duidelijk dat kritiek bij het leven hoort, bedoeld is om van te leren en niet als een aanval op de persoon

Teveel aandacht trekken

Laat merken dat je de leerling vooral ook hoort en ziet zodra hij of zij niet op de voorgrond treedt. Zorg in ieder geval voor duidelijke regels en afspraken en corrigeer kort en duidelijk zodra deze worden overtreden

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 2

Gedrag? Oplossingen! Deel 2

Gedrag in de klas

Maartje zit achter in de klas. Het is een stille meid die eigenlijk niet opvalt. Maar als je haar observeert, zie je dat ze iedere keer in elkaar duikt als haar klasgenoten schreeuwen of hun boek met een knal op de tafel laten ploffen. Maartje houdt niet van harde geluiden. Als haar buurvrouw een hand op haar schouder legt, deinst ze terug.

Herken je dit?

Deze keer gaat het over leerlingen die overgevoelig zijn voor geluiden, aanrakingen of angstig zijn voor nieuwe, onbekende gebeurtenissen. Soms is er sprake van ASS, maar dit hoeft niet perse. Maartje trekt zich terug, maar er zijn ook leerlingen die plotseling agressief kunnen reageren. Alle angst knalt er dan als het ware in één keer uit.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het tweede deel van het boekje: Vermijdingsgedrag en zich terugtrekken

Onttrekken aan activiteiten, op 'slot' gaan of wegrennen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Vat dit gedrag nooit persoonlijk op, welke ongepaste woorden je ook naar je hoofd krijgt geslingerd.
  3. Wees zelf alert of onverwachte zaken (brandalarm, wesp in de klas, storm) en bereid de leerling alvast voor.
  4. Dwing leerlingen nooit om ergens aan mee te doen. Moedig ze wél aan om steeds een klein stapje verder te doen.
  5. Geef weglopers een vaste plek buiten de klas, waar ze even tot rust kunnen komen en uit zichzelf weer terugkomen.
  6. Leer je leerlingen samen te werken volgens een vaststaande procedure. Zet deze afspraken op het bord of op een poster.
  7. Ga met deze leerlingen altijd pas later in gesprek; onder vier ogen, in een rustige situatie. Forceer geen gesprek, maar geef wel duidelijk aan dat (en wanneer) je zijn of haar versie van het verhaal wilt horen.
  8. Leer deze leerlingen twee dingen:
    1. Het herkennen dat er ‘iets’ gaat gebeuren. Benoem de triggers. Geef een andere escapemogelijkheid dan ze nu kennen. Dat kan met een emotiethermometer.
    2. Wat ze kunnen zeggen of doen in sociale situaties. Oefen dit met de leerling.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

het einde van je les

Haal meer uit het einde van je les

Eindig je les goed

Als leraar zorg je voor een goed einde van je les. Iedere les die je geeft moet je netjes afsluiten. Vorige week heb ik al verteld welke elementen een goede afsluiter bevat: 

  • Controle van begrip aan de hand van het lesdoel – hebben alle leerlingen de lesstof begrepen? 
  • Evaluatie van het proces – hoe hebben jij en de leerlingen gewerkt?
  • Evaluatie van het product – wat moet er gebeuren met alle verwerkingsopdrachten van deze les?
  • Vooruitblik naar de volgende les/ huiswerk – wat moeten de leerlingen doen ter voorbereiding van de volgende les?

Als je regelmatig verschillende lesafsluiters inzet, zul je merken dat je leerlingen uitkijken naar de volgende werkvorm en er (mede) voor zullen zorgen dat jij op tijd met je afsluiter kunt beginnen.

Deze week krijg je een tweede werkvorm van Meneer Gaarthuis.

Frank Gaarthuis heeft nóg een boek geschreven

Het boekje Haal meer uit het einde van je les geeft 40 creatieve en inspirerende werkvormen om je les goed af te sluiten. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik lesafsluiter 4.1. Veel plezier met het organiseren van deze werkvorm!

Afscheidnemer

De afsluiting van de les is hét moment om met een positieve noot te eindigen. Dit kun je als docent zelf verzorgen, zoals we traditioneel al vaak doen, maar de regie uit handen geven is ook leuk!

Wacht dus niet langer op een voorspeelavond, open podium of ander moment waarop je jouw leerlingen ziet schitteren buiten het klaslokaal, maar maak de bühne vrij en geef talent ruim baan aan het einde van jouw les.

Geef de paar laatste minuten van je les aan een leerling. Hij of zij probeert de les samen te vatten en vertelt de belangrijkste punten aan jou en de klas. Hierin kun je de leerling helpen door in meer of mindere mate structuur te bieden of hem of haar op weg te helpen. Daarna mag hij of zij op geheel eigen wijze afscheid nemen van de klas.

Haal meer uit het einde van je les

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Heb je wel eens moeite met het houden van orde in de klas? In ons webinar De drie wetten van orde op woensdagavond 20 oktober a.s. krijg je praktische tips. Deelname kost € 3,- administratiekosten en je kunt je hier opgeven. 

Het einde van je les

Haal meer uit het einde van je les

Eindig je les goed

Het is jouw taak om iedere les niet alleen goed te beginnen, maar ook om deze goed af te sluiten. En ik weet het… door tijdgebrek schiet het er wel eens bij in. Als je voor jezelf een goede lesstructuur (met tijd!) ontwerpt, wen je jezelf er aan om al je lessen goed af te sluiten. Als je je consequent aan je eigen structuur houdt, zal je nog zelden tijd tekort komen. Bovendien rekenen je leerlingen erop dat je iedere les netjes afsluit: heldere overgangen zorgen voor duidelijkheid en overzicht. Niet alleen voor jou, maar óók voor je leerlingen. Er zijn vele manieren om het einde van je les in te kleden, maar in principe moet een lesafsluiting de volgende elementen bevatten:

  • Controle van begrip aan de hand van het lesdoel – hebben alle leerlingen de lesstof begrepen? 
  • Evaluatie van het proces – hoe hebben jij en de leerlingen gewerkt?
  • Evaluatie van het product – wat moet er gebeuren met alle verwerkingsopdrachten van deze les?
  • Vooruitblik naar de volgende les/ huiswerk – wat moeten de leerlingen doen ter voorbereiding van de volgende les?

Als je regelmatig verschillende lesafsluiters inzet, zul je merken dat je leerlingen uitkijken naar de volgende werkvorm en er (mede) voor zullen zorgen dat jij op tijd met je afsluiter kunt beginnen.

Frank Gaarthuis heeft nóg een boek geschreven

Het boekje Haal meer uit het einde van je les geeft 40 (!) creatieve en inspirerende werkvormen om je les goed af te sluiten. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik lesafsluiter 4. Veel plezier met het einde van je les!

Differentiëren in huiswerk

Voor iedereen hetzelfde lesprogramma, voor elke leerling hetzelfde huiswerk en een toets over de stof op een vaststaand moment: op veel scholen is dit de normale gang van zaken. Doorbreek deze cyclus met de werkvorm Differentiëren in huiswerk.

Differentiëren is in een notendop terug te brengen tot het voorbereiden van een les of andere onderwijsactiviteit op basis van wat je weet over je leerlingen. Als je kennis hebt van de verschillen tussen leerlingen, is het een logische stap om huiswerk mee te geven dat hieraan tegemoet komt. Verzamel dus gegevens (data) over de leervoortgang van je leerlingen en selecteer op basis daarvan huiswerkopdrachten die passen bij het niveau van twee (of meer) niveaugroepen die te onderscheiden zijn vanuit je data-analyse.

Sluit de les af door leerlingen huiswerk op te geven dat voortvloeit uit jouw data-analyse. Deze data kun je hebben verzameld in een les die je eerder hebt gegeven, en voor de snelle analyseerders: in de les van vandaag!

Haal meer uit het einde van je les

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER opgeven voor het webinar op 22 september, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

Een goed begin is het halve werk

Begin je instructie op maat

Na het vangen van de aandacht van je klas, is het tijd voor de lesopening. De beste manier om je les te openen is met een (individuele) begintaak. Ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Een goede begintaak grijpt terug op de (voorafgaande) stof die de basis vormt van je huidige les. Je wilt -voor je begint met je instructie- weten of alle benodigde lesstof is begrepen en verwerkt in het langetermijngeheugen van je leerlingen. Natuurlijk check je kort aan het eind van je les, maar aan het begin van de volgende les doe je dat nog een keer. Zo krijg je zicht op wat iedere leerling precies wel en niet beheerst. 

Een lesopening van Meneer Gaarthuis

Het boekje Een goed begin is het halve werk met 10 aandachtvangers & 30 lesopeningen helpt je op creatieve en inspirerende manier op weg. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Deze week (wederom met toestemming van Frank) plaats ik Lesopening 28. Probeer ‘m uit!

Fix it

Fouten ontdekken is één ding maar fouten herstellen gaat een stapje verder! Hebben de leerlingen tijdens de voorgaande lessen geoefend met bepaalde lesstof en wil je echt checken of het is geland? Dan zet je Fix It in als lesopening om leerlingen fouten te laten herstellen in de uitwerking van een gemaakte opgave uit de methode of een (eind)examen.

Bewaar voor deze lesopening bijvoorbeeld kopieën van de antwoordbladen die al echt schoolexamens of eindexamen hebben gedaan. Zet de gereedschapskist klaar en klussen maar!

Een goed begin is het halve werk

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER opgeven voor het webinar op 22 september, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

een goed begin

Een goed begin is het halve werk

Begin je les goed

Natuurlijk weet je dat je als leraar allereerst gastheer of gastvrouw bent. Je bent verantwoordelijk voor een warm welkom en een heldere logistiek. Daarnaast is het jouw taak om bepaalde leerstof over te brengen. Als je dat op een goede manier wilt doen zijn twee dingen belangrijk. Aandachtvangers zorgen ervoor dat iedere leerling de volle aandacht op jou richt en lesopeningen maken dat alle leerlingen de leerstof op een constructieve wijze op kunnen nemen. Een goed begin is het halve werk.

Frank Gaarthuis heeft een boek geschreven

Het boekje Een goed begin is het halve werk met 10 aandachtvangers & 30 lesopeningen helpt je op creatieve en inspirerende manier op weg. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik Aandachtvanger 8. Doe er je voordeel mee!

Van deel naar geheel

Soms is het een hele uitdaging om je, bij het vangen van de aandacht, te richten op de klas als geheel. Dit kan te maken hebben met de dynamiek (een klas die omschreven wordt als ‘hele drukke klas’), het aantal leerlingen of misschien vind je het wel lastig om je verstaanbaar te maken in een drukke omgeving.

Wat dan uitkomst biedt is de van deel naar geheel aandachtvanger. Hierbij richt je je in eerste instantie op delen van de klas in plaats van op de klas als geheel. Je kunt leerlingen die in een klassieke busopstelling zitten bijvoorbeeld per rij aanspreken en voorbereiden op het feit dat je instructie wilt gaan geven. Om echt indruk te maken verpak je een compliment in je aandachtvanger door bijvoorbeeld te zeggen (met een knipoog) terwijl je een rij aanwijst: ‘Ik richt mij even tot het slimste gedeelte van de klas’. Dan zul je merken dat andere rijen dit oppikken.

In hele drukke klassen kies ik er ook wel eens voor om leerlingen per tweetal of individueel aan te spreken. Iedereen even persoonlijke aandacht geven om vervolgens de klas als geheel aan te spreken is een techniek die bij de wat meer uitdagende klassen heel goed werkt.

Verdeel eerst je aandacht over delen van de klas om vervolgens geheel naar tevredenheid aan de les te beginnen.

Een goed begin is het halve werk

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER het webinar bekijken, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

Afspraken met leerlingen

Afspraken met leerlingen

De sfeer in de klas en de wijze waarop je als leraar de orde kunt bewaren hangen af van de regels die er in de klas zijn. Natuurlijk zijn er schoolregels waar zowel leraren als leerlingen zich aan moeten houden, maar in je eigen (klas) is het belangrijk om te weten waar iedereen zich aan moet houden. Daarom moet je duidelijke afspraken met leerlingen maken.

Die afspraken gaan over drie gebieden:

  1. De wijze waarop je met elkaar omgaat en met elkaar spreekt
  2. De manier waarop je je gedraagt
  3. Welke consequenties er volgen als een regel wordt overtreden

Als leraar moet je eerst zelf bedenken wat jij belangrijk vindt. Welke regels wil jij dat er gelden? Die moet je eerst bedenken en opschrijven.

Hoe creëer je vervolgens draagvlak voor jouw afspraken?

Als je wilt dat leerlingen zich aan afspraken houden, moet je zorgen dat je daar draagvlak voor creëert. Dat doe je in drie stappen:

  1. Je vraagt aan de leerlingen waarom er afspraken gemaakt moeten worden.
  2. Je laat de leerlingen met (bijvoorbeeld) de placematmethode zelf afspraken bedenken.
  3. Bij de klassikale inventarisatie zorg je dat de afspraken die de leerlingen bedacht worden, door ze in jouw woorden (passend bij jouw afspraken) te herhalen. Hierbij herhaal je de woorden van de leerlingen, eventueel in een andere context.

Hierna moet je nog vijf dingen doen:

  1. Afspraken van leerlingen bevatten vaak de woorden NIET en GEEN. Verander die afspraken zo, dat ze positief gesteld zijn: wat moeten ze WEL doen?
  2. Spreek consequenties af met de leerlingen. Ook hier kun je de leerlingen bij betrekken, maar je kun ook gewoon zelf een – redelijk – voorstel doen.
  3. Zorg dat alle afspraken en consequenties op posters in de klas – duidelijk zichtbaar – komen te hangen.
  4. Laat alle leerlingen zich committeren aan de afspraken door hand opsteken, een handtekening of een andere actie. Maak er een klein feestje van.
  5. Nu gaan leerlingen je testen: grijp dus meteen in, bij iedere (kleine) overtreding en verwijs naar de posters. Zet ook meteen een passende consequentie in. Als je vanaf het begin consequent bent, heb je daar de rest van de tijd plezier van.

Veel plezier!

Hulp nodig? Stuur me een bericht op mijn nieuwe website

Waarom je criteria mee moet geven aan leerlingen

Waarom je criteria mee moet geven aan leerlingen

 

Als je wilt dat leerlingen serieus hun opdrachten maken, moet je eisen aan de opdrachten stellen. Zoals Doug Lemov zegt: leg de lat hoog. Daarom vertel ik in dit blog waarom je criteria mee moet geven aan leerlingen en krijg je zeven criteriapunten mee.

Als leraar denken we dat onze leerlingen wel weten wat ze precies moeten doen

Natuurlijk weten ze het wel. Maar goed leraarschap begint bij goed klassenmanagement en goed klassenmanagement begint bij duidelijkheid.

Als de leerlingen niet precies weten wat ze moeten doen krijg je zulke vragen:

  • Wat moet je doen als je klaar bent?
  • Moet het vandaag af?
  • Mag ik het thuis afmaken?
  • Hoeveel mag je fout hebben?
  • Mag ik het op mijn tablet maken?
  • Mogen we samenwerken?

Als de leerlingen wél precies weten wat ze moeten doen krijg je zulke vragen:

  • Wat moet je doen als je klaar bent?
  • Moet het vandaag af?
  • Mag ik het thuis afmaken?
  • Hoeveel mag je fout hebben?
  • Mag ik het op mijn tablet maken?
  • Mogen we samenwerken?

Niet omdat ze het niet weten, maar omdat ze geen zin hebben om aan het werk te gaan, zin hebben om erover in discussie te gaan, of omdat ze iets anders willen dan jij.

De meeste leerlingen zijn gewoon lui

Criteria aangeven heeft veel voordelen:

  1. Je houdt het tempo van je les hoog
  2. Je voorkomt discussies omdat je duidelijk bent
  3. Het niveau van het gemaakte werk is hoger
  4. De leerlingen doen beter hun best
  5. Het leerrendement wordt hoger

Hier zijn ze dan: Zeven criteriapunten waar iedere opdracht aan moet voldoen:

  1. De exacte opdracht in één zin

Bijvoorbeeld: Maak in je werkboek H4 opdracht 1 t/m 7

  1. Hoe er gewerkt moet worden

Alleen/ in stilte/ in groepen van drie/ met of zonder lopen

  1. Waar er gewerkt moet worden

Alleen en op je plaat/, in de klas of op de gang/ gezellig bij een ander

  1. Wanneer het af moet zijn

Bijvoorbeeld: aan het eind van de les inleveren in de bak

  1. Waar het gemaakte werk aan moet voldoen

Leesbaar schrijven, zonder foute antwoorden (alle antwoorden kun je vinden in je leesboek op bladzijde 45-52), correcte spelling

  1. Wat men mag gebruiken

Bijvoorbeeld: pen, werkboek, leesboek, woordenboek, kladblok

  1. Wat je moet doen als je klaar bent

Bijvoorbeeld: maak een mindmap van H4 ter voorbereiding op de toets

En hoe organiseer ik de feedback?

Je geeft feedback op zowel het proces (welke criteriapunten gingen goed en waar zitten de verbeterpunten?) als op het gemaakte werk zelf. Laat ze hun eigen werk nakijken en beloon de leerlingen die goed hebben nagekeken, ongeacht hoeveel fouten ze hadden.

Je kunt sommige opdrachten ook organiseren met rubrics

Wil je in de klas aan de slag met rubrics? Klik dan HIER.

Wil je een filmpje zien over rubrics in de klas? Klik dan HIER.

Tien kleine ingrepen om je lessen te verbeteren

Tien kleine ingrepen om je lessen te verbeteren

Als je je lessen wilt verbeteren, zijn er tien onderdelen waar je dat op kunt doen. Wanneer je deze tien kleine ingrepen structureel uitprobeert, aanpast en invoert, zul je al snel resultaten zien:

  1. De leerlingen zijn meer gemotiveerd
  2. De verwachtingen zijn duidelijk uitgesproken
  3. De leerlingen weten hoe ze de opdrachten moeten uitvoeren
  4. Iedere leerling is gedwongen om mee te doen
  5. De klas wordt eerder stil
  6. De sfeer in de klas verbetert
  7. Jij hebt het makkelijker als leraar
  8. Het tempo van je lessen gaat omhoog
  9. De kaders en regels zijn onbetwistbaar
  10. De leerlingen onthouden de lesstof beter

1. Motivatie

Maak van iedere les een spannend verhaal

2. Criteria

Zet op een poster waar de uitvoering van een opdracht altijd aan moet voldoen

3. Stappenplan

Zet de stappen van de uitvoering (van de instructie) genummerd op het bord en laat de leerlingen deze stappen volgen

4. Taalgebruik – leerlingen

Eis van iedere leerling dat zij antwoorden op vragen in correcte, volledige zinnen

5. Luisterhouding

Spreek met de leerlingen een houding af die zij altijd moeten laten zien als jij iets gaat vertellen waar zij naar moeten luisteren

6. Taalgebruik – leraar

Let op je woorden: volledige, directe zinnen op gebiedende wijs, zonder gebiedende toon: spreek altijd Klare Taal

7. Routines

Bedenk routines voor herhalend voorkomende handelingen en leer die handelingen aan de leerlingen: houd ze eraan

8. Tijd

Gebruik de timer voor ieder onderdeel van je les

9. Afspraken

Zet de klassenafspraken op een poster en (ver)wijs ernaar als je ingrijpt

10. Werkvormen

Verzamel een aantal verschillende werkvormen en laat die regelmatig terugkomen in je lessen

De komende tien weken zal ik alle tien de kleine ingrepen verder uitwerken in handige stappenplannen.
Houd de SterkNieuws en mijn blog in de gaten.

Meer lezen over klassenmanagement? Dat kan HIER

Wil je een PDF downloaden over taakgericht werken? Dat kan HIER

Wil je de online workshop Orde Houden volgen? Ik maak hem helemaal op maat voor jou en jouw klas(sen). Meer informatie vind je HIER