Tag Archief van: klas

oudergesprekken

Oudergesprekken

Het is weer tijd om oudergesprekken te voeren.

Tienminutengesprekken, adviesgesprekken, contactavonden, tafeltjesavonden, enzovoort… Oudergesprekken zijn leuk en zinvol.

Dus het is weer tijd om weer even wat tips op een rijtje te zetten:

1. Begin met het vertellen van iets leuks over de leerling. Of laat iets moois zien. Een foto, een werkstuk, een hoge score.

2. Vertel het doel van het gesprek en benoem de tijdsduur. Het is natuurlijk prima als er ook andere zaken besproken moeten worden, maar maak daar dan een aparte afspraak voor.

3. Stel vragen aan de ouder(s). Toon oprechte belangstelling.

4. Je voorkomt weerstand door “een opgeheven vingertje” en “ongevraagde adviezen” achterwege te laten.

5. Luister heel goed naar wat ouders te vertellen hebben. Vermijd bagatelliseren en relativeren. Neem alle verhalen serieus.

6. Bij “slecht nieuws” benoem je specifiek en expliciet het gedrag of de scores. Wees duidelijk en voorkom “wollig inkleden”. Geef ouders meer dan voldoende tijd om de schok te verwerken en vraag vervolgens of dit gedrag/ deze scores verwacht werden. Maak eventueel een nieuwe afspraak om het slechtnieuwsgesprek voort te zetten. Zo kunnen ouders bijkomen van de schrik en hebben ze tijd om vragen te formuleren.

7. Vraag ouders om hulp en advies; ook als je zelf oplossingen hebt bedacht. Bespreek daarna alle mogelijk oplossingen en laat de mening van de ouders meewegen. Als je de ouders “mee” hebt, kun je meer invloed uitoefenen op de leerling.

8. Als de leerling erbij zit: bereid het gesprek dan met de leerling voor. Zo voorkom je dat hij of zij overvallen wordt.

Meer weten over oudergesprekken? Peter weet er alles van.

Geniet ervan! 

Jouw gedrag

Kijken naar jezelf als leraar

Peter Teitler geeft lessen in orde

In het boek is veel aandacht voor Kijken naar jezelf als leraar. Ieder mens heeft een bepaalde grondhouding, maar als leraar moet je je goed inzicht hebben in je eigen houding; ken uzelve. Als leraar switch je de hele dag tussen verschillende gedragingen en houdingen; het is wel handig als je deze bewust kunt inzetten om het gedrag van anderen – bijvoorbeeld leerlingen – te beïnvloeden.

Je kunt alleen jezelf veranderen

Misschien wil je wel dat een leerling, ouder of collega zich anders gaat gedragen, maar het begin ligt bij jou. Zolang jij blijft doen wat je altijd al deed, blijf je krijgen wat je altijd al kreeg. Op het moment dat jij je gedrag verandert, zal een ander anders reageren. Om te weten hoe je anders moet reageren, moet je weten welke elementen van jouw houding/ gedrag helpend zijn of juist tegen werken. Alleen die elementen moet je veranderen om het gewenste effect te bereiken.

Jouw eigen houding en gedrag

Hoe kom je erachter welke elementen helpend zijn en welke tegenwerken? Door jezelf een aantal vragen te stellen:

  1. Vind ik mijzelf als leraar de moeite waard?
  2. En vind ik mijn leerlingen de moeite waard?
  3. Vind ik mijn collega’s de moeite waard?
  4. En vind ik mijn leidinggevende(n) de moeite waard?
  • Als je op alle vier de punten volmondig Ja kunt zeggen, heb je een positieve grondhouding en is er een grote kans dat anderen willen luisteren naar wat jij zegt. Er is vermoedelijk sprake van een gezonde relatie, waardoor je invloed kunt uitoefenen op anderen.
  • Als je anderen wel de moeite waard vindt maar jezelf niet, zul je eerst moeten werken aan jouw zelfvertrouwen. 
  • Indien je jezelf wel de moeite waard vindt maar anderen niet, zul je je waarschijnlijk eenzaam en ongehoord voelen. Anderen (vooral: leerlingen) voelen dat je hen (onbewust) de schuld geeft van alles wat mis gaat in jouw lessen. Eerst moet je jezelf afvragen of het onderwijs wel de juiste werkomgeving voor jou is. Als jouw antwoord op die vraag Ja is, wordt het tijd om je kwetsbaar op te stellen en te vragen aan anderen hoe je op hen overkomt. Bij een Nee wordt het tijd om een andere baan te zoeken.
  • In het geval dat je zowel jezelf als anderen geenszins de moeite waard vindt, stel ik voor dat je begint met een gesprek met iemand die jij vertrouwt en je verder kan helpen, anders loop je steeds verder vast.

Praktische tips

Een onderzoek naar je eigen grondhouding is een proces dat je misschien niet alleen kunt leiden maar waar je een coach, collega of vriend bij nodig hebt. Er zijn echter een paar dingen die je in ieder geval zelf kunt doen:

  1. Noteer iedere dag drie dingen waar je blij mee of tevreden over bent; groot en klein
  2. Herken impliciete boodschappen van anderen zoals metaforen, kritische opmerkingen vermomd als grap en blikwisselingen nadat jij iets gezegd hebt. Train jezelf in opmerkzaamheid en vraag expliciet naar de betekenis – en ja, dat mag eng zijn
  3. Realiseer je dat je het product bent van je jeugd en je opvoeding. Ieder mens draagt zaken mee die niet meer in deze tijd thuishoren, maar onbewust meegenomen zijn uit het verleden. Ballast is er om achter te laten en een coach kan je daar bij helpen.

Succes 🙂

Vind jij dat het nu echt tijd is om aan jouw zelfvertrouwen te werken? Neem dan vrijblijvend contact met me op. In een gratis intake zoeken we naar een traject dat past bij jou en jouw portemonnee. Het resultaat van een coachtraject bij Sterke School is dat je sterk voor de klas kunt staan en vertrouwen hebt in jouw eigen kunnen en in de mogelijkheden van jouw leerlingen.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Collega's aanspreken

Je collega’s aanspreken

Peter Teitler geeft lessen in orde

De meeste scholen hebben (gedrags)regels vastgesteld. Je kunt ze lezen op de site, in de schoolgids en soms hangen ze zelfs op de muur in gangen en lokalen. Maar helaas weigeren sommige leraren om zich daaraan te houden. Zij hebben zelf geen enkel probleem om de orde in hun klassen te handhaven, of ze durven hun leerlingen niet aan te spreken op het overtreden van bepaalde regels. In het boek Lessen in orde wordt een heel hoofdstuk gewijd aan Opvoeders op één lijn.

Herken je dit gedrag?

Je vraagt de leerlingen bij binnenkomst hun telefoon in de telefoontas te doen. Sommige leerlingen weigeren, want bij meneer Jansen hoeft dat ook nooit. Voor je het weet zit je in een zinloze discussie en is de halve les voorbij.

Collega's aanspreken

Jij moet in ieder geval voet bij stuk houden. In dit geval: telefoons in de tas en geen discussie. Zodra je toegeeft is je gezag weg en ga je een zware tijd tegemoet in deze klas. Wat nóg moeilijker kan zijn, is het aanspreken van meneer Jansen op zijn gedrag, omdat hij jouw gezag ondermijnt. 

Nu kun je natuurlijk meteen naar meneer Jansen rennen en hem uitschelden, maar waarschijnlijk is het handiger om eerst even na te vragen bij meneer Jansen of het wel klopt wat de leerlingen zeiden. En vervolgens kun je vertellen wat zijn gedrag voor gevolgen heeft voor jou en vragen welke oplossing hij daar voor heeft. Je kunt meneer Jansen om hulp vragen.

Het heeft te maken met steun

Je hebt meer gezag bij leerlingen als je je gesteund voelt door je collega’s, ouders en leidinggevenden. Als je echt geen steun krijgt – van niemand – dan zou ik een andere school gaan zoeken. Maar op de meeste scholen gebeurt het zonder nadenken, in de waan van de dag. Snelle keuzes zonder na te denken over de consequenties. Menselijk gedrag.

Waarom is het zo moeilijk om echte afstemming te realiseren?

Daar kunnen drie redenen voor zijn:

  1. Leraren zijn bang dat hun autonomie aangetast wordt
  2. Leraren zijn bang voor een rigide structuur
  3. Afspraken verzanden door gebrek aan structuur

Opvoeders op één lijn? Hoe dan?

Het is niet jouw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle leraren zich aan de regels gaan houden, maar je bent wel verantwoordelijk voor jouw eigen gedrag. Als jij ergens last van hebt dan moet je dat aan de orde stellen. En als je niet naar meneer Jansen zelf durft, ga dan naar je leidinggevende. Wat je beslist niet moet doen, is klagen tegen andere collega’s of ouders. Sta voor wat jij vindt en wilt bereiken.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Gedrag van leerlingen beinvloeden

Lessen in orde

Peter Teitler geeft lessen in orde – leerlingen beïnvloeden

In den beginne krijgt iedere leraar – als vanzelf – het gezag van alle leerlingen. Vervolgens gaan de leerlingen testen of de leraar het gezag verdient. Indien een leraar adequaat reageert op die test, kan het gezag veranderen in daadwerkelijke invloed; de leerling maakt zich – uit vrije wil – alle informatie die de leraar aandraagt eigen. De leraar kan leerlingen beïnvloeden en vanaf dat moment het verschil maken voor een leerling.

Hoe overleef je die test?

De uitkomst van de test hangt af van de manier waarop je op je leerlingen reageert. Neem daarbij de volgende drie aandachtspunten in acht:

  • Het begint bij relatie; leer je leerlingen kennen en geef hen ook de mogelijkheid om jou te leren kennen
  • Iedere leerling wil gehoord en gezien worden
  • Wees jezelf en speel tegelijkertijd de rol van leraar

Gedrag van leerlingen beïnvloeden

Peter Teitler zegt in zijn boek dat er 72 manieren zijn om het gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Het is geen echte lijst; het zijn elementen in verschillende hoofdstukken die je zelf moet combineren. Ik houd het bij drie uitgebreide tips.

De houding van de leraar

Eén van de manieren om naar jouw houding als leraar te kijken is vanuit de Transactionele Analyse. Deze gaat uit van het principe dat je altijd een bepaalde rol speelt in interactie met anderen:

  1. De rol van Strenge Ouder: Wie niet horen wil moet maar voelen
  2. De rol van Zorgende Ouder: Het is voor je eigen bestwil
  3. De rol van Volwassene: Als je zo doet, zijn dit de gevolgen
  4. De rol van Kind: En nou heb ik het helemaal met je gehad

Het is belangrijk om voor jezelf na te gaan vanuit welke rol je dingen zegt en doet. Als leraar hoor je eigenlijk altijd de rol van volwassene te nemen, maar leraren zijn ook mensen… Zodra je jezelf betrapt op een andere rol, kun je jezelf gewoon (en dat mag best hardop) corrigeren. Dat is een volwassen manier om je kwetsbaar op te stellen.

Als je bewust met verschillende rollen speelt, komt humor om de hoek kijken; Nog één keer en ik doe je haar door de war

Spelpatronen

Spelpatronen ontstaan als een leraar, een leerling of een klas steeds op dezelfde manier op elkaar reageren, met als uitkomst dat iedereen er een rotgevoel aan overhoudt. Het is een psychologisch spel, waar uiteindelijk geen winnaar uit naar voren komt. Een paar voorbeelden:

  • Leerling is brutaal – leraar wordt boos – leerling wordt nog brutaler – leraar wordt nog bozer – leerling krijgt straf/ moet eruit
  • Leerling wil aandacht – leerling vraagt hulp – leraar geeft hulp – leerling vraagt nog meer hulp – leraar geeft nog meer hulp – leerling lijkt helemaal niks meer zelf te kunnen – leraar is het zat – leerling gaat lastig gedrag vertonen
  • Leerling A pest leerling B – Leerling B klaagt bij de leraar – leraar geeft straf aan leerling A – leerling A wordt boos – leerling A pest leerling B nog erger

Uiteindelijk wordt de leerling altijd bevestigd in zijn vermoedens: De leraar heeft de pik op me, Ik kan het niet – ik ben dom en Leraren zijn niet te vertrouwen.

Zodra je je realiseert dat je in een spelpatroon zit, volg je het volgende stappenplan:

  1. Analyseer het patroon; wat gebeurt er precies?
  2. Kies een andere manier om de volgende keer te reageren (kies een manier uit die jij leuk vindt):
    • Verander van onderwerp
    • Speel een andere rol/ een ander deel van je persoonlijkheid
    • Richt je op een andere rol/ een ander deel van de  persoonlijkheid van de leerling
  3. Je voelt onmiddellijk of deze andere manier werkt. Werkt het niet? Probeer dan iets anders.

De dramadriehoek

De dramadriehoek is een spelpatroon dat we vaak zien bij ruzies en onenigheid. We onderscheiden in dit spel drie (negatieve) rollen:

  • Slachtoffer: Ik kan er niks aan doen, want…
  • Aanklager: Het is de schuld van… omdat …
  • Redder: Laat mij het maar doen

Een dramadriehoek kun je ontbinden door compleet onvoorspelbaar te reageren. Oudere leerlingen en volwassenen kun je natuurlijk bewust maken maken hun rol in het spel en uitnodigen om de volgende keer ook onvoorspelbaar te reageren.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. Je leert in ruim een uur hoe je jouw houding kunt veranderen met als gevolg dat je meer invloed hebt op het gedrag van je leerling(en)

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 3

Gedrag? Oplossingen! deel 3

Gedrag in de klas

José kijkt uit het raam. Herman, de docent, loopt achter haar langs en ziet dat de te maken bladzijde in het werkboek nog helemaal leeg is. ‘Ga je ook aan het werk? Je hebt nog maar tien minuten.’ José kijkt Herman aan en pakt haar pen. Herman loopt door. Als hij tien minuten later alle werkboeken inneemt, ziet hij dat de bladzijde in het werkboek van José nog steeds leeg is.

Youssef valt van zijn stoel. Niet één keer, maar vijf keer achter elkaar. Juf Karima pakt hem, vriendelijk doch beslist, bij zijn arm, trekt hem overeind en zet hem stevig op zijn stoel. ‘Nu blijf je in de kring, op je stoel zitten. Ik weet zeker dat je het kunt.’ Voordat Karima verder kan gaan met het prentenboek, ligt Youssef alweer op de grond. De andere leerlingen roepen Youssef toe dat hij weer moet gaan zitten. Youssef grijnst.

Alle schriften van Casper zitten vol met krassen, scheuren en vouwen. Als hij zijn laatje omkeert op de tafel, valt er van alles uit: pennen, proppen papier, potloodslijpsel én natuurlijk het leesboek dat hij vanmorgen niet kon vinden. Meester Bert zucht. Hij weet niet zo goed hoe hij met Casper om moet gaan. Het is een lieve jongen, maar hij laat voortdurend een spoor van chaos na. Spullen, kwijt of kapot. Huiswerk niet gemaakt. Gymspullen zoek. Punt gebroken. Maar ook: ruzie in de rij. Gedoe tijdens de pauzes. Een onleesbaar handschrift. En niemand wil met hem samenwerken. Arme Casper.

Herken je dit?

Ongetwijfeld heb ook jij een José, Youssef of Casper in de klas. Of alle drie… Soms heb je snel een oplossing gevonden om rust en orde in de klas te houden, maar het komt ook voor dat dergelijk gedrag zo’n impact op jou en de klas heeft, dat andere leerlingen én jijzelf niet goed meer kunnen functioneren. 

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het derde deel van het boekje: Probleemgedrag dat te maken heeft vaste regels en schoolwerk.

Dit kun je in ieder geval doen

  • Vraag altijd aan de leerling om te herhalen welk gedrag je van hem of haar wilt zien. Zo weet je precies wat de leerling van jou begrepen heeft. Vragen als ‘heb je het begrepen?’  of ‘heb je me gehoord’ zijn vragen waar je meestal een gewenst antwoord op krijgt.
  • Vertel ’s morgens altijd welke zaken deze dag anders gaan dan normaal, vertel ook waarom en wat er anders zal zijn. Dit scheelt onrust, gedoe en storend gedrag.
  • Jonge leerlingen zet je het liefst bij je in de buurt. Met oudere leerlingen kun je vaste tekens afspreken, een vaste plek geven om ‘bij te komen’  of met een emotiethermometer werken.
  • Onrustige leerlingen kunnen gebaat zijn met een stressbal of tangel.
  • Oefen vaste routines net zolang totdat alle leerlingen deze onder de knie hebben. Heb geduld; als het niet meteen lukt vertel je opnieuw welk gedrag je wilt zien en oefen je het nog een keer.
  • Chaotische leerlingen geef je de keuze tussen twee opties. Houd het simpel.
  • Samenwerken moeten leerlingen ook stap voor stap leren. Hoe je dat aanleert, lees je hier.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Gedrag? Oplossingen! is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

gedrag in de klas deel 2

Gedrag? Oplossingen! Deel 2

Gedrag in de klas

Maartje zit achter in de klas. Het is een stille meid die eigenlijk niet opvalt. Maar als je haar observeert, zie je dat ze iedere keer in elkaar duikt als haar klasgenoten schreeuwen of hun boek met een knal op de tafel laten ploffen. Maartje houdt niet van harde geluiden. Als haar buurvrouw een hand op haar schouder legt, deinst ze terug.

Herken je dit?

Deze keer gaat het over leerlingen die overgevoelig zijn voor geluiden, aanrakingen of angstig zijn voor nieuwe, onbekende gebeurtenissen. Soms is er sprake van ASS, maar dit hoeft niet perse. Maartje trekt zich terug, maar er zijn ook leerlingen die plotseling agressief kunnen reageren. Alle angst knalt er dan als het ware in één keer uit.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het tweede deel van het boekje: Vermijdingsgedrag en zich terugtrekken

Onttrekken aan activiteiten, op 'slot' gaan of wegrennen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Vat dit gedrag nooit persoonlijk op, welke ongepaste woorden je ook naar je hoofd krijgt geslingerd.
  3. Wees zelf alert of onverwachte zaken (brandalarm, wesp in de klas, storm) en bereid de leerling alvast voor.
  4. Dwing leerlingen nooit om ergens aan mee te doen. Moedig ze wél aan om steeds een klein stapje verder te doen.
  5. Geef weglopers een vaste plek buiten de klas, waar ze even tot rust kunnen komen en uit zichzelf weer terugkomen.
  6. Leer je leerlingen samen te werken volgens een vaststaande procedure. Zet deze afspraken op het bord of op een poster.
  7. Ga met deze leerlingen altijd pas later in gesprek; onder vier ogen, in een rustige situatie. Forceer geen gesprek, maar geef wel duidelijk aan dat (en wanneer) je zijn of haar versie van het verhaal wilt horen.
  8. Leer deze leerlingen twee dingen:
    1. Het herkennen dat er ‘iets’ gaat gebeuren. Benoem de triggers. Geef een andere escapemogelijkheid dan ze nu kennen. Dat kan met een emotiethermometer.
    2. Wat ze kunnen zeggen of doen in sociale situaties. Oefen dit met de leerling.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Goede leraren 3

Wat doen goede leraren anders – deel 1

Goede leraren 5

In 2018 werd ik uitgenodigd voor de presentatie van een nieuw onderwijsboek van Frans Ottenhof en Gerard Rozing: Wat doen goede leraren anders. Dus ik ging naar Amsterdam en liet mij onderdompelen in een actieve workshop, waarin de heren enthousiast en betrokken tips gaven om leerlingen meer te betrekken bij de les. Het was een leuke middag. Alles was praktisch en sloot goed aan bij de praktijk. En we kregen het boek cadeau. Ik denk dat het hoog tijd wordt om dit boek opnieuw onder de aandacht te brengen, dus in de hele maand oktober deel ik tips uit dit boek.

Elke leerling wil gezien worden

Natuurlijk: we stappen allemaal wel eens met het verkeerde been uit bed. De meeste mensen komen dan de dag wel op de een of andere manier goed door, maar als je voor de klas staat is het een ander verhaal.

Ken je eigen blinde vlek

Voor de klas heb je altijd 100% focus nodig. Zodra je even ‘in je hoofd’ zit, ben je eigenlijk geen goede leraar meer; je mist belangrijke informatie waardoor je de grip op je leerlingen kwijt kunt raken. Er is er namelijk altijd wel één die blindelings aanvoelt dat je er even niet bij bent en deze leerling zal onmiddellijk onprettig gedrag gaan vertonen om je terug te halen.

Ook goede leraren worden wel eens boos

En dat mag natuurlijk. Het gaat erom dat je:

  • Je bewust bent van je eigen irritatie
  • Beseft dat het van jou is en dat jij er iets mee moet doen
  • Nooit afreageert op een leerling of op de klas – en als je het toch doet: bied je excuses meteen aan
  • Gewoon deelt met de klas dat je vandaag niet op je best bent
  • Laat zien dat je mens bent
  • Daarmee altijd accepteert dat ook leerlingen mens zijn – en fouten maken

Hoe zorg je ervoor dat je alle leerlingen ziet?

  1. Wees je bewust van het Pygmalion-effect: positieve self-fullfilling prophecy betekent in dit geval dat je altijd 100% vertrouwen hebt in al je leerlingen
  2. Deel informatie en ervaringen van jezelf, laat leerlingen informatie en ervaringen delen; leg nadruk op de overeenkomsten en benoem de verschillen – want die mogen er ook zijn
  3. Als je onzeker bent: stel je kwetsbaar op maar blijf vertrouwen in wat je te vertellen hebt
  4. En natuurlijk: zie je je leerlingen ook letterlijk; bij binnenkomst sta je bij de deur en spreek je iedereen persoonlijk aan

Wil je een artikel lezen waarin beschreven wordt wat de link is tussen goede leraren en het lerarentekort? Klik hier

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier

Dat doen wij zo niet

Dat doen wij zo niet

Dat doen wij zo niet

‘Dat doen wij zo niet.’ Een opmerking die veel starters (en vooral zij-instromers) op een nieuwe  school te horen krijgen. Jij hebt misschien ook wel die ervaring. Je neemt je eigen kennis en ervaring mee, hebt een frisse blik en hebt goede ideeën over hoe dingen anders zouden kunnen. Dus je brengt een idee in. En dan hoor je: ‘dat doen wij zo niet’. Alsof zij jouw idee al jaren geleden hebben bedacht en uitgeprobeerd. 

Wij doen het al jaren zus en zo en dat bevalt prima

Nog zo’n opmerking waar je niks mee kunt als je een verandering voorstelt. Alsof ze niet wíllen veranderen. Wat voor hen werkt, moeten anderen precies hetzelfde doen en als die anderen het liever anders doen omdat die manier voor hen niet werkt, dan hebben ze pech

Toen ik pas begon had ik ook van die wilde plannen

…is ook zo’n opmerking, gevolgd door ‘maar je zult zien dat dat vanzelf overgaat’. Eigenlijk vind ik die opmerking nog de ergste van de drie. Ik heb dan meteen het idee dat ik terecht ben gekomen in een werkomgeving zonder enig perspectief. Een tredmolen waarin iedereen alleen maar bezig is met de volgende vakantie. ‘Nog maar 119 dagen, 4 uur en 23 minuten, jongens!’ 

Laten we eerlijk zijn

Het is niet leuk om dergelijke opmerkingen te horen. En gelukkig worden ze steeds minder gemaakt. Maar als je op een school zit waar je wel zulke opmerkingen te horen krijgt, kun je natuurlijk ontslag nemen en een andere school zoeken. Of je gaat tactisch manoeuvreren. In ieder geval is het belangrijk dat je alle opmerkingen niet persoonlijk aantrekt. Ze hebben namelijk niets met jou te maken. Opmerkingen als ‘zo doen wij dat niet’ zijn symptomen van een systeem dat goed werkt voor de mensen die er al in zitten. Ze hebben geen enkele reden om het bestaande systeem te veranderen of aan te passen.

Alle opmerkingen zijn goed bedoeld

1. Het komt misschien anders over, maar in de grond zijn het allemaal welwillende adviezen met het doel om jou te beschermen. Tegen teleurstellingen of tegen negatieve reacties van anderen. Het is belangrijk dat je alle opmerkingen in dat licht ziet. Heel lief eigenlijk, van je nieuwe collega’s.
2. Jij mag dan namelijk ook welwillend en begrijpend reageren. ‘Ik begrijp het’, zeg je dan. Of ‘natuurlijk, het werkt voor jou en dan zal het voor mij vast ook werken’. Daarna kun je vragen naar de bezwaren die er zijn. Zoek de weerstand op, vraag door. Uit nieuwsgierigheid. Misschien heeft diegene wel een punt. 
3. Vervolgens vraag je of je jouw plan toch mag uitproberen. Bij wijze van pilot. Bijvoorbeeld in jouw klas. In de meeste gevallen wordt daar positief op gereageerd.
4. Je gaat aan de slag.
5. En je vertelt iedere keer enthousiast over de vorderingen die je maakt.
6. Als je ergens tegenaan loopt, dan vraag je om hulp aan iemand die (min of meer) positief t.o.v. jouw ‘nieuwe idee’ staat.
7. Je houdt vol. Grote kans dat iemand jouw plan adopteert.

Veel succes!

Wil je meedoen aan het webinar voor invallers in het PO? Klik dan HIER

Wil je meer weten over verandermanagament? Klik dan HIER

goede voornemens voor leraren 2021

Zeven goede voornemens voor leraren

Zeven goede voornemens voor leraren

Ook in dit nieuwe jaar horen ze erbij: goede voornemens. Dit jaar heb ik er alvast zeven voor je bedacht… Je hoeft ze alleen uit te printen, ergens op te hangen en uit te voeren: Zeven goede voornemens voor leraren 🙂

  1. Geef je klas(sen) iedere dag minimaal één (klassikaal) compliment.
  2. Delegeer een (terugkomende) klus die je vervelend vindt.
  3. Maak (met je leerlingen) een to-do lijst van drie leuke dingen die jullie de laatste maanden gaan doen, als…..
  4. Organiseer een online quiz of Kahoot, waarin vragen gesteld worden over jou (als leraar) en ook over je leerlingen. Denk aan lievelingskleuren, favoriete hobby, muzieksmaak, enzovoort.
  5. Maak regelmatig een (gratis) sociogram van je klas(sen) op Stoeltjesdans
  6. Ga iedere dag op tijd naar huis.
  7. Doe alleen leuke (werkklussen) thuis; ’s avonds of in het weekend.

Succes enneh… Gelukkig Nieuwjaar!

Doe op woensdag 13 januari om 19.30 uur mee met de gratis online training Timemanagement voor het onderwijs

Heb jij al eens in onze webshop gekeken?