Tag Archief van: goed

Praten tegen leerlingen

Hoe praat jij tegen je leerlingen?

Hoe praat jij tegen je leerlingen?

Ik kom wel eens in klassen waar de leraar op een bepaalde manier tegen de leerlingen praat. Op een manier waarvan mijn nekhaar onmiddellijk recht overeind gaat staan. Of mijn tenen zicht spontaan naar beneden krullen.

Fout leerkrachtgedrag

Foute taal. Het doet pijn. Bij de leerlingen. Bij mij – als ik achter in de klas zit en het hoor.

Waarom kan ik er niet tegen?

Ik moet er altijd iets van zeggen omdat ik in het verleden ook regelmatig fout taalgebruik bezigde tegen mijn leerlingen. Ik had een collega nodig die tegen mij zei dat mijn manier van praten verkeerd was. “Fout?” Riep ik beledigd uit. “Waar heb je het over?” Ik was me er gewoon niet van bewust hoe ik overkwam op de leerlingen, ik deed het niet expres. Ik had iemand nodig die het hardop tegen me zei, hoe confronterend het ook was.

Over wat voor taal heb ik het eigenlijk?

 Ik geef zeven voorbeeldzinnen. De bijbehorende houding én de beledigende c.q. gekwelde blik in de ogen van de leraar mag je er zelf bij bedenken.

1. Waarom zijn wij wat anders aan het doen?
2. Jij bent echt heel erg dom.
3. Ik heb het nu al twee keer uitgelegd. Als jullie het nu nog niet begrijpen…
4. Zit!
5. Tja, dat krijg je als je uit zo’n gezin komt als jij.
6. Ach, dat kan jij toch niet.
7. Hoe komt het toch dat jij…?

En nu zeg ik niet dat jij dat ook doet. Waarschijnlijk praat jij altijd op de juiste manier. Dan is mijn opgeheven vingertje niet voor jou bedoeld. Maar misschien wel voor een van jouw collega’s. Want je kent er vast wel één. Spreek diegene er alsjeblieft op aan. Dat scheelt een berg rechtopstaand nekhaar.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Zoek je een goede coach? Ik heb weer tijd voor een paar nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Heb je geen behoefte aan een coach, maar kun je zo nu en dan een steuntje in de rug gebruiken? Kies dan voor de strippenkaart.

Veilig klassenklimaat

Een veilig klassenklimaat

Hoe zorg je voor een goed klassenklimaat?

Het zijn onrustige tijden. Leerlingen hebben er moeite mee om in het gareel te blijven nu er steeds onzekerheid is over opening danwel sluiting van scholen. Iedere keer als de leerlingen weer fysiek met elkaar in een klaslokaal zitten, moet de sociale orde weer opnieuw ingericht worden. Het is de taak van de leraar om ervoor te zorgen dat dat binnen kaders gebeurt, zodat het klassenklimaat veilig blijft… of wordt. 

Leerlingen hebben in onrustige periodes vijf vragen

  1. Is de leraar nog steeds dezelfde? Kan ik hem of haar (nog steeds) vertrouwen? Liggen zijn/ haar grenzen nog op dezelfde plek?
  2. Wie is nu de (informele) leider van de klas en wat vind ik daarvan?
  3. Welke regels gelden er nu en wil ik mij daaraan conformeren?
  4. Bij wie kan ik terecht als ik een probleem heb?
  5. Hoe gaan we met ons allen dit schooljaar leuk afmaken?

Als leraar zou je eigenlijk in ieder geval zo snel mogelijk een antwoord moeten hebben op al deze vragen.

Wat je kunt doen voor een veilig klassenklimaat

Daarnaast zijn er zeven dingen die je moet doen om ervoor te zorgen dat al je leerlingen zich veilig voelen in jouw klas.

  1. Iedere leerling wil erbij horen. Maak vanaf begin af aan duidelijk dat iedereen erbij hoort, ongeacht gedrag, houding of taalgebruik.
  2. Iedereen is wel eens boos. Boos zijn mag. De manier waarop je je boosheid uit is aan regels gebonden.
  3. Onbekend maakt onbemind. Praat met elkaar over wat men heeft meegemaakt afgelopen weken. Is er iets veranderd in onze levens?
  4. Er is een verschil tussen waarnemen en interpreteren. Een interpretatie is (bijvoorbeeld) een mening en kan dus per mens verschillen. Een waarneming is objectief en daar valt niet over te discussiëren (behalve tijdens de filosofieles).
  5. Mediation is een mooie manier om conflicten op te lossen in de klas. Mediation moet je organiseren en instrueren.
  6. Filosoferen over dingen, gevoelens en gebeurtenissen schept een band en kweekt begrip.
  7. Veiligheid is superbelangrijk, zowel fysiek als emotioneel. Iedereen moet kunnen leren en werken zonder ongelukken. Iedereen moet kunnen zeggen wat ie wil zonder daarop afgerekend te worden. 

Je zult er dus in gesprekken en/ of met werkvormen aan moeten blijven werken met je leerlingen.

Als je deze twaalf punten in je achterhoofd houdt en steeds checkt of er nog aan wordt voldaan, dan wordt de rest van dit schooljaar ongetwijfeld goed te doen met z’n allen. Met en zonder lockdowns.

Ik wens je veel plezier en succes!

Krijg je het in je eentje niet voor elkaar om een veilig klassenklimaat te organiseren? Vraag dan een gratis adviesgesprek aan.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Drie situaties waarin je als startende leraar een grens moet trekken

Drie situaties bij de deur van het klaslokaal

‘Waarom heb je de notulen nog niet af?’ Ria, de directeur, staat met haar armen over elkaar in de opening van de deur van het klaslokaal. ‘Ik wil ze voor vijven hebben.’ Ze draait zich om en beent met grote passen weg. ‘Vandáág’, klinkt het in de verte.
Berend haalt zijn schouders op en gaat verder met nakijken. Als hij zin heeft doet hij het vanavond thuis en anders niet. Met excuses.

‘Goedemorgen.’ Petra staat bij de deur en kijkt haar leerlingen één voor één in de ogen bij het binnenkomen. Daarna maakt ze een Japanse Buiging.
‘Goedemorgen juf.’ De meeste leerlingen kijken en buigen terug.
Chris stapt zonder boe of ba de klas in. Als hij bij zijn tafel is, kijkt hij achterom.
Petra staat in de deur en wenkt hem met een strenge vinger terug.
Schoorvoetend schuifelt Chris terug naar de deur. ‘Goedemorgen, juf Petra.’
‘Je vergeet iets.’ Petra is onverbiddelijk. Ze buigt opnieuw.
Chris buigt terug. Zuchtend.
Petra glimlacht. ‘Goedemorgen Chris, fijn dat je er nu ook bent.’

‘Selena is weer geslagen vandaag en jij hebt er niks aan gedaan. Wéér niet.’ De moeder van Selena staat met haar armen in haar zij op de drempel.
Gerda legt haar bordpen op haar bureau en loopt rustig naar moeder toe. ‘Komt u even zitten, dan kunnen we even rustig praten.’
Moeder maakt een wegwerpgebaar. ‘Ik wil niet praten, ik wil dat je er iets aan doet.’
‘Ik kan er alleen iets aan doen als u me eerst vertelt wat Selena u heeft verteld.’ Gerda haalt twee stoelen van de tafels af en zet ze – op gepaste afstand – neer. ‘Komt u zitten, dan gaan we samen een oplossing bedenken.’
Moeder gaat zitten.

Als startende leraar is het makkelijk om in bovenstaande situaties anders te reageren dan Berend, Petra en Gerda deden.

Bedenk eens wat er dan gebeurd zou (kunnen) zijn:

Berend roept een verontschuldiging naar Ria en begint meteen aan het uitwerken van de notulen. Dat kost hem meer tijd dan hij dacht. Als Berend eindelijk naar huis gaat, is het nakijkwerk niet af is en heeft hij nog niet alle lessen voorbereid. Hij weet nu niet hoe de leerlingen gewerkt hebben en wat hij morgen nog een keer moet uitleggen.

Petra laat toe dat Chris niet groet en geen buiging maakt. Misschien zegt ze: ‘Morgen wel doen, hè Chris…’ Misschien zegt ze niks en gaat ze door met de andere leerlingen. In ieder geval kun je nu voorspellen dat Petra nu dagelijks strijd zal hebben met Chris. En niet alleen om het groeten bij de deur. Chris weet nu dat hij niet hoeft te doen wat de juf van hem vraagt.

Gerda heeft eigenlijk geen tijd om met de moeder van Selena te praten. Ze weet precies wat er gebeurd is: Selena heeft in de pauze een opmerking gemaakt over de kleren van een klasgenootje. Iets met Zeeman. Het klasgenootje haalde uit.
Gerda vertelt moeder dat de ruzie al is opgelost. Ze heeft nu helaas geen tijd voor moeder, maar binnenkort is het ouderavond en dan kunnen ze verder spreken.
Moeder voelt zich afgescheept en zal ten alle tijden de kant van haar dochter kiezen – tegen Gerda. De volgende keer stapt ze rechtstreeks naar de directeur.

Als startende leraar moet je bij situaties bij de deur van het klaslokaal even nadenken wat op dit moment een handige actie is.

Daar zijn drie denkstappen voor:

1. Wat wil diegene precies van mij?
2. Wat gebeurt er als ik geen tijd voor de ander maak?
3. Wat is op dit moment belangrijker?

Voor het bepalen van wat belangrijker is, kun je deze drie criteria hanteren:

1. Veiligheid (zowel fysiek als emotioneel) gaat vóór alles
2. Het belang van de leraar staat op twee
3. Het belang van de leerling (zowel groep als individueel) komt daarna

Bewaak je grenzen op drie manieren:

1. Je laat merken dat je de ander hebt gehoord en gezien
2. Je vertelt hoe je wilt dat het gaat – oplossingsgericht
3. Je blijft consequent

Ga jij volgend schooljaar starten als leraar of zij-instromer? Dan is het online jaarprogramma misschien wel iets voor jou. Klik hier voor meer informatie

Wil je meer weten over communiceren met ouders? Kijk dan eens hier