Tag Archief van: cijfer

Toets maken

Toets maken? Zeven tips!

Toets maken? Zeven tips voor de leraar!

Het maken van een toets in de klas gaf mij altijd een dubbel gevoel. In principe houd ik niet van toetsen. Het zou niet nodig moeten zijn. Er zijn tenslotte andere manieren om erachter te komen of een leerling “klaar is om de maatschappij in te gaan”. En zeker in dat verband betwijfel ik dat een heel toets-systeem daar de juiste voorbereiding van is.

Aan de andere kant hielden mijn leerlingen erg van toetsen. Er hing een gezonde spanning. Het was heel rustig in de klas en het competitie-element van “hoe ga ik het doen?” beviel de meeste leerlingen prima.

Mijn leerlingen waren nooit zenuwachtig

Hoe dat kwam?

  1. Ik zorgde ervoor dat iedereen een voldoende kon halen
  2. Dat deed ik door van te voren te vertellen wat de leerlingen te vertellen wat ze moeten kunnen en wat ze moeten weten
  3. We namen de agenda’s erbij en maakten samen een planning waarin oefenwerk en leerwerk werden afgewisseld
  4. Ik vertelde duidelijk aan welke eisen de toets moest voldoen om een acht te halen
  5. Ook zei ik dat ik er vanuit ging dat iedereen die acht ging halen

Heb ik een oplossing voor de heersende afrekencultuur?

Ja hoor: gewoon mee stoppen met ons allen.
Maar zo lang dat niet het geval is, is het van belang je leerlingen goed voor te bereiden op een toets. 

Zeven tips om je leerlingen goed voor te bereiden op een toets

1. Vertel precies wanneer de toets is. Datum en tijd zijn belangrijk om te weten voor leerlingen. Bij voorkeur vier tot zes weken van te voren, zodat de leerlingen de tijd hebben voor hun voorbereiding. En voorkom dat de datum of de tijd verplaatst worden.
2. Vertel wat precies het belang van de toets is. Wat hangt er van af? Zet de resultaten in relatief perspectief.
3. Vraag de leerlingen welk cijfer (of welke score) ze minimaal willen halen. Noteer die cijfers en laat de leerling een lijstje maken van alles wat ze moeten doen om dát cijfer te halen. Check regelmatig of ze op schema zijn.
4. Vertel exact wat de leerlingen moeten kunnen en weten. Neem ruim van te voren een oefentoets af.
5. Zorg voorafgaand aan de toets voor een lachmoment. Moppen tappen, leuke filmpjes kijken, gekke verhalen vertellen, een lach-energizer… Alles is goed, als er maar even flink gelachen wordt. Lachen zorgt ervoor dat je hersenen beter werken, dat je daarna beter kunt focussen en de ontspanning haalt de spanning weg.
6. Vlak voor de toets: Doe een focus-oefening. Ademhaling, voeten, kijk naar binnen; rust en vertrouwen in je hoofd.
7. Als het kan: kijk de toets meteen na afloop na. Maak een analyse en deel die met de leerlingen. Zorg ervoor dat uitvallers meteen remediërende opdrachten krijgen en regel een hele snelle herkansing.

Veel succes en ja toch: plezier met de komende toetsen.

Zoek je een goede coach? Ik heb weer tijd voor een paar nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Heb je geen behoefte aan een coach, maar kun je zo nu en dan een steuntje in de rug gebruiken? Kies dan voor de strippenkaart.

Het wij-gevoel

Het wij-gevoel in de klas

Aan het begin van het schooljaar moet je je als startende leraar focussen op drie zaken: tijd, routines en relatie. Vooral de laatste is erg belangrijk. Jij moet de leerlingen leren kennen, de leerlingen moeten weten wie jij bent én de leerlingen moeten elkaar (weer of beter) leren kennen. De snelste manier om een goede onderlinge band op te bouwen is het creëren van een wij-gevoel in de klas.

Hoe doe je dat?

Een wij-gevoel creëer je op drie manieren:

  1. Je spreekt de eerste dagen consequent in de wij-vorm (op het irritante af; zoals ouderwetse zusters in het ziekenhuis)
  2. Je maakt iedere leerling expliciet verantwoordelijk voor de zorg voor de klas (zowel voor spullen als voor mede-leerlingen)
  3. Je maakt herhaaldelijk duidelijk dat elke leerling er mag zijn, ongeacht de rol van iedere leerling in de groep (en je mag die rollen ook benoemen)

En natuurlijk...

…is het handig om de namen van je leerlingen zo snel mogelijk te kennen. Het liefst al de eerste dag. Omdat voor elkaar te krijgen zijn er verschillende trucjes. Ik noem er een paar:

  1. Naamstickers opplakken
  2. Naambordjes maken
  3. Alle leerlingen een spreekbeurt laten houden (van een minuut) over hun naam
  4. Doe een namenspelletje
  5. Spreek alle leerlingen minimaal vijf keer per dag aan met hun naam – en turf hoe vaak je goed of fout zit
  6. Een smoelenboek (foto’s en namen) maken en daar lotto of bingo mee spelen
  7. Een liedje of gedicht laten maken op alle namen en voordragen.

Noem de naam wel:

  1. Bij het geven van complimenten. Het liefste dwars door de klas en hardop
  2. Als je een leerling als voorbeeld wilt stellen. Positief (spreekt voor zich) of negatief (als de leerling zeer grensoverschrijdend gedrag vertoont en jij precies weet hoe je deze leerling tot de orde moet roepen)
  3. Bij het geven van beurten, cijfers en dergelijke aankondigingen.

Noem de naam niet:

  1. Als je wacht tot leerlingen stil zijn, hun boek gepakt hebben en wat dies meer zij: Ik wacht nog op 2 boeken…
  2. Bij het aanspreken op kleine overtredingen: doe dat onder vier ogen
  3. Als je een leerling wilt aanspreken op zijn/ haar gedrag: Wat fijn dat de meeste leerlingen wél laten zien hoe wij ons dienen te gedragen in deze klas