Tag Archief van: bemoeien

Storend gedrag? Grijp onmiddellijk in!

Storend gedrag aan het begin van het schooljaar

De eerste dagen van een nieuw schooljaar verlopen meestal soepel, zonder veel storend gedrag van leerlingen.
Ze zijn nieuwsgierig – vooral naar jou, ze luisteren naar wat je te zeggen hebt en ze stellen zich welwillend op. 
Jij bruist van de energie, je hebt een lijst met leuke activiteiten en lessen en je houdt na de eerste dag al van ze. 

Maar na een paar dagen lijkt het wel alsof er een knop omgaat...

Rachid roept zomaar door de klas.
Trude en haar buurvrouw zitten steeds aan elkaars haar te frutten.
Floor tikt – als het even stil is – met haar pen op tafel.
Vidya staart uit het raam in plaats van haar opdracht te maken.
Je hoort ergens een scheldwoord – je weet niet wie dat scheldwoord riep, noch voor wie het bedoeld was – en de hele klas verkondigt luidkeels dat zij het niet waren maar dat het toch echt X, Y of Z (vul maar in) was.

En vervolgens duurt het heel lang voor de gemoederen bedaard zijn en je verder kunt met je les.

Waar komt dat gedrag plotseling vandaan?

Natuurlijk is het een open deur, maar leerlingen willen maar drie dingen:

  1. Gezien en gehoord worden – door jou als leraar
  2. Zich veilig voelen – anders is leren onmogelijk
  3. Erbij horen – iedereen, ook een leerling, past zijn gedrag aan aan de normen van de groep

Maar de normen van een groep zijn nog niet vastgesteld; dat gebeurt tijdens de eerste vier tot zes schoolweken. En in die eerste weken gaan de potentiële leiders van de groep met elkaar wedijveren wie de dienst uit mag gaan maken dit schooljaar. 

Het is jouw taak om dat in goede banen te leiden!

  1. Je laat herhaaldelijk en duidelijk merken dat iedereen welkom is en erbij hoort – je luistert, kijkt en reageert respectvol
  2. Jij stelt de normen vast waardoor iedereen zich veilig kan voelen – en deze normen (afspraken) bewaak je consequent
  3. Zo word jij de leider van de groep en zullen alle leerlingen zich gaan aanpassen aan jouw normen – en iedereen hoort erbij

Door consequent, duidelijk en congruent op alles te reageren creëer je rust en veiligheid in de klas. Om zeker te weten dat jij als leraar voor deze veiligheid kunt zorgen, proberen de leerlingen je uit. Ze testen je. 

Als je zakt voor deze test krijg je ordeproblemen

  1. Inconsequent gedrag wordt ingevuld als: Deze leraar luistert niet naar mij/ begrijpt mij niet
  2. Het niet handhaven van afspraken zorgt voor een onveilig gevoel: niemand weet meer waar zij aan toe zijn – en dan neemt de meest agressieve leider de leiding van je over 
  3. Deze agressieve leider bepaalt wie er wel en niet bij mogen horen; de rest wordt meeloper of zondebok – met als resultaat: pesten

Welke reacties werken averechts?

  • Een leerling hardop tot de orde roepen
  • Namen van leerlingen noemen
  • Echt boos worden
  • Op de persoon spelen
  • Dreigen
  • De hele klas straf geven
  • In discussie gaan
  • Waarschuwen

Wat kun je allemaal wel doen?

Er is van alles om uit te proberen:

  • Zend een boze blik naar de dader
  • Kijk omstandig over de rand van je bril (als je die hebt)
  • Loop naar de boosdoener toe en spreek hem onder vier ogen aan
  • Loop door de klas en ga -zonder je verhaal te onderbreken – achter kletsers staan
  • Geef luid en duidelijk complimenten aan de leerlingen die doen wat jij gezegd hebt
  • Vertel altijd welk (zichtbaar) gedrag jij wilt zien
  • Maak een leuke grap over het voorval
  • Leidt de aandacht af (goochelen met aandacht)
  • Wees vanaf de eerste dag duidelijk over de consequenties van storend gedrag en pas deze –  zonder gedoe – meteen toe
  • Verplaats discussies naar buiten schooltijd

Samenvatting

Het roepen van Rachid, het gefrut van Trude en haar buurvrouw, het tikken van Floor en het reageren op elkaar… het zijn testcases. Voor jou als leraar. Zie het ook zo! Het is een teken dat je nu echt aan de bak moet: tijd om onmiddellijk in te grijpen.

Als één leerling storend gedrag vertoont: grijp meteen in.
Leerlingen doen iets anders dan jij wilt: grijp in.
Hoor je storende geluiden en je weet niet van wie: grijp in.

Meteen en adequaat.
En vooral: consequent, rustig en zonder gedoe.

  1. Ik zie dat…
  2. De regel is dat…
  3. De consequentie van dit gedrag is…
  4. Conclusie: Je bent een geweldige leerling, maar je gedrag was storend en ongewenst en daar staat deze consequentie op: …
  5. Je voert de consequentie uit
  6. Herstel de relatie met de leerling

Extra tip: iedere consequentie moet in verhouding staan tot de overtreding.

Leerling hebben recht op zichtbaarheid, veiligheid en iedereen hoort erbij.

Hulp nodig?

Als het goed is kun je hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er helaas niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Lesje bemoeien

Lesje bemoeien

Lesje bemoeien


Een slecht voorbeeld over bemoeien

Vorige week was ik op een kleine basisschool. Ik had een afspraak met Eveline. Eveline heeft groep 5. Dertig leerlingen, veel zorgleerlingen. Een bewerkelijke groep. Een negatieve groep. Een groep waarin de leerlingen zich de hele tijd met elkaar bemoeien.

Een paar jongens spelen de baas over de rest; zij zetten de toon. Er wordt gepest, maar alleen stiekem. Het lukt Eveline nooit om een dader op heterdaad te betrappen.

Ik zit bij een kringgesprek. Het gaat over ‘ergens goed in zijn’. De leerlingen moeten om de beurt vertellen waar ze goed in zijn. Eveline hoopt dat ze met dit gesprek de sfeer in de klas kan verbeteren.

Ze begint zelf:
‘Ik ben goed in pannenkoeken bakken.’
Een meisje knikt.
Er valt een stilte.
Een jongen fluistert: slijmbal’.
Het meisje kijkt naar haar tenen.

De stilte wordt pijnlijk. Eveline doet een nieuwe poging:
‘Wie van jullie houdt er van pannenkoeken?’

Een paar leerlingen steken aarzelend hun vinger op. Een meisje zegt: ‘ik mag geen gewone pannenkoeken. Ik ben allergisch.’

De bazige jongen roept: ‘Jij mag niks. Aansteller.’

Vervolgens begint iedereen zich ermee te bemoeien. Eveline steekt haar hand op en vraagt om stilte. Het duurt een paar minuten voor het stil is en ze de volgende vraag kan stellen:

‘Marco, waar ben jij goed in?’
Marco haalt zijn schouders op. ‘Gewoon. In alles.’

En daar gaan ze weer. Een leerling maakt een opmerking, sommige leerlingen lachen, weer andere leerlingen wisselen blikken uit en de rest neemt de gelegenheid te baat om weer te gaan kletsen.

Na drie kwartier is het kringgesprek afgelopen en de les van Eveline mislukt.
Ze baalt.

In het nagesprek vraagt Eveline me wat ze beter had kunnen doen. Ik zeg: je had onmiddellijk in moeten grijpen. Meteen.

Moet ik altijd ingrijpen?

Ja! Vroeger leerden we op de Pabo dat je vervelend gedrag van leerlingen moet negeren. Maar dat werkt niet meer. Leerlingen willen gezien worden. Als je ze negeert zorg je ervoor dat ze nog harder om aandacht gaan roepen. Ze gaan net zolang door tot je reageert.

Je moet meteen ingrijpen. Vertel onmiddellijk dat je met iemand bemoeien niet is toegestaan in jouw klas. Je vertelt ook meteen op welke manier ze elkaar wél mogen helpen.

Ja zeg, dan kan ik wel aan de gang blijven.

Dat klopt.

In het begin is het belangrijk om jouw grenzen duidelijk neer te zetten en te bewaken. Dat betekent dat je consequent iedere keer moet ingrijpen. Zo geef je het signaal af dat je het je met iemand bemoeien niet tolereert.

Die tijd kun je niet besteden aan lesgeven. Maar die tijdsinvestering verdient zich dubbel en dwars terug. Lesgeven wordt een stuk makkelijker als de leerlingen je les niet meer verstoren.

Je houdt de sfeer goed door positief te reageren. Je benoemt goede voorbeelden, je gebruikt humor in je zinnen en je glimlacht vriendelijk.

Hoe leg ik uit dat je met anderen bemoeien averechts werkt?

Stel je voor dat je een cadeautje inpakt voor je moeder. Je doet enorm je best, want het moet er mooi uitzien. Plotseling komt de buurvrouw binnen en die vertelt je dat je het helemaal fout doet. Ze pakt je cadeau af en gaat met veel kabaal voordoen hoe jij het moet doen.

Hoe voel jij je dan? Je ongevraagd met iemand bemoeien heeft datzelfde effect.

Een leerling mag toch zijn mening geven?

Een leerling mag zijn mening geven, mits hij dat doet met de volgende vier stappen:

  1. je vertelt wat volgens jou de mening van een ander is
  2. je vraagt na of je aanname klopt
  3. je vertelt jouw mening
  4. je onderbouwt je mening

Hoe zorg ik ervoor dat ik er zelf niet doodmoe van word?

Ik weet het: Leerlingen zijn net Teletubbies; je moet alles eindeloos herhalen en dan nog weet je nooit zeker of ze het onthouden. Maar je verspilt energie en je goede humeur als je je er de hele tijd aan ergert.

Oplossing: zie het als een spel Mens erger je niet. Maak er een wedstrijd van met jezelf om positief te reageren. Kijk uit naar ieder moment waarop een leerling zich weer met een ander bemoeit.

Elke keer dat je positief ingrijpt krijg je een streepje van jezelf en bij 10 streepjes mag je wat lekkers. Bij 50 streepjes trakteer je jezelf op een leuk uitje en bij 100 streepje is het een gewoonte geworden.

Doel bereikt.

Zo pakt Rachida het aan

Rachida geeft Engels aan 3 VWO. Ze is pas nieuw en de leerlingen testen haar nog uit. Ze is nog wat onzeker en weet nog niet precies wat de ongeschreven regels zijn op deze school. Ze heeft besloten om te doen wat haar goeddunkt.

En o ja: Rachida draagt een hoofddoek.

Als ze met de les wil beginnen pakt Tom demonstratief een pet uit zijn tas en zet deze op zijn hoofd. Rachida ziet het, doet haar mond dicht en kijkt hem doordringend aan. Tom kijkt uitdagend terug.

‘Ik wil dat je die pet af zet.’
‘Als u een hoofddoek op mag dan mag ik een pet op.’

Een paar meisjes giechelen achter hun hand. Iedereen kijkt gespannen toe. Een andere jongen roept: ‘Vrijheid van religie’. Nummer drie er overheen: ‘Het geloof van de heilige pet.’ Er wordt nu openlijk gelachen.

Rachida steekt haar hand op en wacht tot het stil is. Dat lukt; iedereen wil horen wat ze te zeggen heeft. Hopelijk maakt ze een foute opmerking en kunnen ze los.

‘Helaas voor jou is het dragen van een hoofddoek op deze school wel toegestaan en het dragen van petten in de klas niet.’ Ze neemt nog een seconde pauze en zegt dan terloops: ‘Maar ik nodig je van harte uit om een hoofddoek te dragen in de klas. Koop je hem zelf of wil je er een van mij lenen?’

Alle leerlingen lachen.

Tom zegt: ‘Met carnaval misschien.’ Hij zet zijn pet af.
Rachida lacht. ‘Deal!’ En ze begint met haar les.

Kan ik dat ook?

  1. Wees alert op leerlingen die zich met iemand anders bemoeien. Behalve taal kan het ook een blik of een actie zijn.
  2. Tolereer dit gedrag nooit. Humor inzetten is vanzelfsprekend toegestaan.
  3. Vertel welke gedrag je wel wilt zien.

En nu?

  1. Bedenk wat je gaat zeggen of doen als een leerling zich met een ander (of jou) bemoeit.
  2. Schrijf het op een kaart.
  3. Plak de kaart op je bureau.

Kun je wel wat hulp gebruiken bij dit soort dagelijkse problemen? Kijk dan eens naar de strippenkaart.