Tag Archief van: begeleiding

Stoppen of doorgaan

Een vraag van startende leraren en zijinstromers: stoppen of doorgaan?

Stoppen of doorgaan?

Is stoppen of doorgaan de belangrijkste vraag in het leven van een startende leraar of zijinstromer? Geen idee. Ik weet wel dat de uitval groot is; ik zag een getal van 31% langskomen. Dat was schrkken. Het is toch niet waar dat bijna één op de drie starters er binnen vijf jaar weer mee stopt? Hoe moeten we dán het lerarentekort oplossen?

Na een rondje langs de velden weet ik dat het waar is: bijna alle starters en zijinstromers vragen het zich minimaal één keer per maand af:

Zal ik er mee stoppen?

Omdat je verschrikkelijk moe bent, geen zin meer hebt in het dagelijkse gezeur van de moeder van Bo, de opleiding teveel is (nee, de opleiding is niet moeilijk, maar het is zóveel), het eindeloze gebemoei met elkaar, het geroep door de klas, de vechtpartijen op het plein, de grote mond van Idriss, de stapel nakijkwerk die alleen maar groeit, die collega die je boos aankijkt omdat je iets niet hebt gedaan – maar je hebt geen idee wat.

Froukje die na 500 keer uitleggen nog steeds alle sommen onder de 100 fout maakt, de methode waarvan de handleiding weg is en je doet maar wat en niemand heeft tijd om je te vertellen wat je dan moet doen en vooral hóe, de digibordpen die je al maanden kwijt bent en de begeleider van de opleiding die alleen maar reflectievragen stelt, in plaats van je te vertellen hoe je iets moet doen, die saaie vergadering over de nieuwe formulering van de visie van het bestuur waar je voor spek en bonen bijzit, terwijl je in die tijd die enorme stapel rekenwerk had kunnen nakijken… en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Want vooral: hoe moet je alles doen in zo weinig tijd?

Kan ik niet beter stoppen? Moet ik wel doorgaan?

Heb jij dat óók gedacht, afgelopen tijd? Dacht je dat rond Sinterklaas, toen het dak er bijna afvloog? Of plopte het idee pas in je hoofd vlak voor kerst, toen de leerlingen helemáál geen oren meer leken te hebben? En wat dacht je tijdens de vakantie, toen je eindelijk vrij was, maar tussen de kalkoen en de oliebollen tóch bezig was met opdrachten voor de opleiding, het nakijken van werkstukken en het maken van to-do-lijstjes voor ná de vakantie?

Als ik eind november aan mijn starters en zijinstromers vertel dat de zwaarste tijd van het jaar er aan komt (ja, heel leuk, maar ook chaotisch en gewoon zwaar), dan kijken ze me aan met een scheve blik: Het zal wel…

En na de kerstvakantie zeggen ze: ‘Wat ben ik blij dat je dat toen gezegd had, anders had ik de kerstvakantie niet gehaald. Dan had ik gedacht dat ik de enige was en ik denk dat ik er dan mee gestopt was.’

Ik snap dat niet

Je werkt op een school waar iedereen twee keer per jaar op zijn tandvlees loopt en er is niemand die jou dat heeft verteld? Waarom? Is het een geheim? Moet je iets bewijzen? Is het een niet-officiële geheime ontgroening?

Dit hoor ik te vaak: Ik heb gewoon te weinig tijd voor alle starters bij ons op school. Hopelijk houden ze het vol.

Deze zinnen horen zij-instromers vaak:

  • Als jij denkt dat jij dat zo moet doen… ga je gang, ik houd je niet tegen.
  • Het is toch eigenlijk raar dat jij gewoon meteen voor de klas mag terwijl ik daar vier jaar voor heb moeten leren?
  • Waarom snap je dat niet? In de methode staat toch wat je moet doen?
  • Die arme kinderen, dat ze een meester hebben die alles nog moet leren.
  • Ach, vorig jaar was het ook al niks, dus er is weinig te verpesten aan die klas.
  • Ik snap jouw probleem niet, ik heb dat nooit.

Als ik al die opmerkingen achter elkaar lees dan denk ik: ja, waarom zou je blijven? Zulke collega’s wil je toch niet? En dat brengt me op de volgende vraag:

Is het waar dat alleen startende leraren met collega’s die zulke opmerkingen maken ermee stoppen?

Of:

Is het zo dat startende leraren er alleen mee stoppen als ze zich dergelijke opmerkingen van hun collega’s persoonlijk aantrekken?

Stoppen of doorgaan? Ik zeg: Blijf en ga door. Houd vol. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen het kan leren, dus jij ook. Weet dat je niet de enige bent.

Tien tips waardoor je kunt doorgaan

  1. Onderwijs is zwaar omdat het zoveel is. Doe niet alles. Kies. Schrap. Doe alleen wat ECHT moet. De rest hoeft niet. Zeg ‘nee’.
  2. Wees tevreden met wat je wel kunt doen. Perfectionisme is mooi, maar in het onderwijs werkt het contraproductief.
  3. Focus op wat goed gaat. Blunders en fouten maak je om te kunnen groeien.
  4. Schrijf iedere dag alleen díe dingen op die goed zijn gegaan. Noteer ze in een mooi boekje.
  5. Realiseer je dat er regelmatig een overlevingsdag voorbij komt als je in het onderwijs werkt. Dat blijft, ook na 35 jaar – dat weet ik uit ervaring. Het goede nieuws is dat het er steeds minder worden.
  6. Leerlingen geven je iedere dag weer een nieuwe kans. Vertel ze dat je iets nieuws wilt uitproberen en je zult zien dat ze je daar graag mee willen helpen. Beloon ze daar voor.
  7. Vier ieder succesje. Eet een veel te grote reep chocolade, geef jezelf een dagje sauna cadeau, neem je beste vriendin mee uit eten.
  8. Een goede leraar leren worden is hetzelfde als leren fietsen: zo nu en dan val je om. Opstaan, vuil van je knieën vegen, opstappen en opnieuw proberen.
  9. Leraar worden is ook hetzelfde als leren zwemmen: je hebt iemand nodig die je voorziet van bandjes, plankjes, een haak en een reddingsboei. Een goede begeleider leert je de technieken aan, zodat je leert om zónder hulpmiddelen goed te zwemmen. Zoek zo iemand. Je hebt niets aan iemand die jou alleen maar vragen stelt of algemene opmerkingen maakt.
  10. Als je op een school zit waar je ongelukkig wordt van de opmerkingen van je collega’s: zoek een andere school. Je kunt kiezen. Er is ergens een school waar ze om jou zitten te springen.

Zoek je een goede begeleider? Ik heb momenteel tijd voor twee nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek.

Heb je moeite met orde houden? Volg ons webinar De drie wetten van orde.

Een heel praktisch e-boek voor startende leraren is Een sterke start voor de klas

Zoek je tips voor goed klassenmanagement? Lees mijn blogs.

functioneringsgesprek

Functioneringsgesprek

Functioneringsgesprek? Ga ervoor!

Op de meeste scholen worden functioneringsgesprekken gevoerd. Op alle scholen wordt dat anders geregeld.
Een functioneringsgesprek heeft een andere functie dan een beoordelingsgesprek. Het is zaak om daar alert op te zijn.

Vraag naar het doel van jouw functioneringsgesprek

Er bestaat veel onduidelijkheid over het verschil tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Beide gesprekken horen onderdeel te zijn van een cyclus en vinden jaarlijks plaats, maar ze hebben iedere een ander doel. Een functioneringsgesprek is een gestructureerd tweerichtingsverkeer-gesprek tussen jou en je leidinggevende. Jullie bespreken de huidige werkpraktijk om knelpunten op te sporen. Voor de geconstateerde problemen bedenk je samen oplossingen en daarover maak je afspraken. Het functioneringsgesprek is dus toekomstgericht. De verbetering (van beide kanten) staat centraal.

Soms krijg je van te voren een formulier met vragen, of een lijstje met onderwerpen.
Soms is er van te voren een klassenbezoek waar je wordt geobserveerd.
Soms krijg je alleen een datum en een tijd door en moet je maar afwachten wat de onderwerpen zullen zijn.

Soms is degene waar je het gesprek mee hebt ook degene die jou (als je starter of invaller bent) begeleidt. Dat is eigenlijk geen goede zaak; jullie hebben dan allebei twee petten op. In dat geval zou je kunnen vragen of je je functioneringsgesprek met iemand anders mag hebben.

In alle gevallen: ga ervoor!

Of je nu invaller bent of vaste kracht, de volgende tips kunnen je helpen

  1. Maak van te voren twee lijstjes. Een met dingen die je heel erg leuk vindt in je werk en een met zaken waar je niet blij mee bent. Als je tweede lijstje langer is dan het eerste, zal je je moeten afvragen of je hier wel wilt blijven werken. De uitkomst daarvan is van invloed op het gesprek dat je hebt.
  2. De dingen die je leuk vindt, kan je allemaal noemen. Doe dat met enthousiasme!
  3. De zaken die je niet leuk vindt, kun je omzetten in “wensen”. Tijdens je gesprek vraag je dan of er mogelijkheden zijn om die wensen te vervullen. Zo zorg je voor een positieve insteek.
  4. Spreek vanuit jezelf en niet over, of namens anderen.
  5. Je mag je kwetsbaar opstellen, zolang je er een leerdoel aan koppelt. Zo laat je zien dat je je bewust bent van je tekortkomingen, maar dat je er aan werkt.
  6. Alles waar je goed in bent, mag je ook zeker benoemen. Geef daar ook voorbeelden bij.
  7. Vraag of je zelf het verslag mag maken. Je maakt dan alleen een lijst met actiepunten en de data waarop deze actiepunten  (en door wie) uitgevoerd moeten zijn. Een uitgebreid verslag schrijven is zonde van je tijd!

 

Heb jij ook nog goede tips?

Zet ze in het commentaarveld 🙂

Heb jij het webinar over Timemanagement in het onderwijs nog niet bekeken? Dat kan hier

Nog meer lezen over functioneringsgesprekken in het onderwijs? Dat kan hier