Tag Archief van: moeilijk

gedrag in de klas deel 2

Gedrag? Oplossingen! Deel 2

Gedrag in de klas

Maartje zit achter in de klas. Het is een stille meid die eigenlijk niet opvalt. Maar als je haar observeert, zie je dat ze iedere keer in elkaar duikt als haar klasgenoten schreeuwen of hun boek met een knal op de tafel laten ploffen. Maartje houdt niet van harde geluiden. Als haar buurvrouw een hand op haar schouder legt, deinst ze terug.

Herken je dit?

Deze keer gaat het over leerlingen die overgevoelig zijn voor geluiden, aanrakingen of angstig zijn voor nieuwe, onbekende gebeurtenissen. Soms is er sprake van ASS, maar dit hoeft niet perse. Maartje trekt zich terug, maar er zijn ook leerlingen die plotseling agressief kunnen reageren. Alle angst knalt er dan als het ware in één keer uit.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het tweede deel van het boekje: Vermijdingsgedrag en zich terugtrekken

Onttrekken aan activiteiten, op 'slot' gaan of wegrennen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Vat dit gedrag nooit persoonlijk op, welke ongepaste woorden je ook naar je hoofd krijgt geslingerd.
  3. Wees zelf alert of onverwachte zaken (brandalarm, wesp in de klas, storm) en bereid de leerling alvast voor.
  4. Dwing leerlingen nooit om ergens aan mee te doen. Moedig ze wél aan om steeds een klein stapje verder te doen.
  5. Geef weglopers een vaste plek buiten de klas, waar ze even tot rust kunnen komen en uit zichzelf weer terugkomen.
  6. Leer je leerlingen samen te werken volgens een vaststaande procedure. Zet deze afspraken op het bord of op een poster.
  7. Ga met deze leerlingen altijd pas later in gesprek; onder vier ogen, in een rustige situatie. Forceer geen gesprek, maar geef wel duidelijk aan dat (en wanneer) je zijn of haar versie van het verhaal wilt horen.
  8. Leer deze leerlingen twee dingen:
    1. Het herkennen dat er ‘iets’ gaat gebeuren. Benoem de triggers. Geef een andere escapemogelijkheid dan ze nu kennen. Dat kan met een emotiethermometer.
    2. Wat ze kunnen zeggen of doen in sociale situaties. Oefen dit met de leerling.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Gedrag in de klas deel 1

Gedrag? Oplossingen! deel 1

Gedrag in de klas

Hannes kan niet op zijn stoel blijven zitten. Ook al zit hij voorin in de klas, vlak bij de juf, het lukt hem gewoon niet. Hij heeft een wiebelkussen én een koptelefoon maar het lijkt niet te helpen. Hij stoort andere leerlingen, laat regelmatig zijn pen vallen en staat steeds weer opnieuw op om de klas uit te lopen. Zomaar. Juf Brecht heeft er haar handen aan vol. Maar ze kan niet de hele dag alleen met Hannes bezig zijn, ze heeft nog 35 andere leerlingen.

Herken je dit?

Het gaat om leerlingen die moeite hebben met het interpreteren van prikkels. Het is belangrijk om samen met deze leerlingen te onderzoeken welke denkfouten zij maken. Soms hebben leerlingen een diagnose, maar soms ook niet. Maar eigenlijk maakt het niet uit. Als leraar heb je te dealen met het gedrag van een leerling. Jij moet beslissen hoe je reageert op dat storende gedrag. En natuurlijk: je wilt het liefst dat je het storende gedrag gewoon uit kunt zetten, maar helaas… ik heb geen toverstokje voor je.

Gedrag? Oplossingen!

Beth Aune, Beth Burt en Peter Gennaro hebben een boekje met praktische oplossingen voor gedragsproblemen in het passend onderwijs geschreven. Deze week deel ik tips uit het eerste deel van het boekje: Probleemgedrag dat te maken heeft met beweging.

Hyperactief overkomen, wild gedrag vertonen of gevaarlijke acties ondernemen?

  1. Ten eerste moeten alle andere leerlingen weten dat dit gedrag af en toe voorkomt. Maak duidelijke afspraken hoe ze erop dienen te reageren. Wees daar consequent in.
  2. Laat wiebelige leerlingen staand werken.
  3. Geef ze iets in hun handen op de momenten dat ze moeten luisteren.
  4. Geef deze leerlingen een speciale taak, waarbij ze regelmatig even kunnen wandelen, bewegen of iets doen met hun handen.
  5. Houd deze leerlingen bij je op de momenten dat je het klaslokaal verlaat
  6. Stel duidelijke grenzen. Deze leerlingen zullen moeten leren dat ze niet de hele tijd mogen doen wat ze willen; ze zullen moeten leren om hun gedrag aan te passen. Stel per week kleine, haalbare doelen en wees zeer consequent in het straffen en belonen.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Dan adviseer ik je om een privéworkshop te boeken. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten!

Het is een handig boekje. Mocht je belangstelling hebben, dan kun je het hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Drie situaties waarin je als startende leraar een grens moet trekken

Drie situaties bij de deur van het klaslokaal

‘Waarom heb je de notulen nog niet af?’ Ria, de directeur, staat met haar armen over elkaar in de opening van de deur van het klaslokaal. ‘Ik wil ze voor vijven hebben.’ Ze draait zich om en beent met grote passen weg. ‘Vandáág’, klinkt het in de verte.
Berend haalt zijn schouders op en gaat verder met nakijken. Als hij zin heeft doet hij het vanavond thuis en anders niet. Met excuses.

‘Goedemorgen.’ Petra staat bij de deur en kijkt haar leerlingen één voor één in de ogen bij het binnenkomen. Daarna maakt ze een Japanse Buiging.
‘Goedemorgen juf.’ De meeste leerlingen kijken en buigen terug.
Chris stapt zonder boe of ba de klas in. Als hij bij zijn tafel is, kijkt hij achterom.
Petra staat in de deur en wenkt hem met een strenge vinger terug.
Schoorvoetend schuifelt Chris terug naar de deur. ‘Goedemorgen, juf Petra.’
‘Je vergeet iets.’ Petra is onverbiddelijk. Ze buigt opnieuw.
Chris buigt terug. Zuchtend.
Petra glimlacht. ‘Goedemorgen Chris, fijn dat je er nu ook bent.’

‘Selena is weer geslagen vandaag en jij hebt er niks aan gedaan. Wéér niet.’ De moeder van Selena staat met haar armen in haar zij op de drempel.
Gerda legt haar bordpen op haar bureau en loopt rustig naar moeder toe. ‘Komt u even zitten, dan kunnen we even rustig praten.’
Moeder maakt een wegwerpgebaar. ‘Ik wil niet praten, ik wil dat je er iets aan doet.’
‘Ik kan er alleen iets aan doen als u me eerst vertelt wat Selena u heeft verteld.’ Gerda haalt twee stoelen van de tafels af en zet ze – op gepaste afstand – neer. ‘Komt u zitten, dan gaan we samen een oplossing bedenken.’
Moeder gaat zitten.

Als startende leraar is het makkelijk om in bovenstaande situaties anders te reageren dan Berend, Petra en Gerda deden.

Bedenk eens wat er dan gebeurd zou (kunnen) zijn:

Berend roept een verontschuldiging naar Ria en begint meteen aan het uitwerken van de notulen. Dat kost hem meer tijd dan hij dacht. Als Berend eindelijk naar huis gaat, is het nakijkwerk niet af is en heeft hij nog niet alle lessen voorbereid. Hij weet nu niet hoe de leerlingen gewerkt hebben en wat hij morgen nog een keer moet uitleggen.

Petra laat toe dat Chris niet groet en geen buiging maakt. Misschien zegt ze: ‘Morgen wel doen, hè Chris…’ Misschien zegt ze niks en gaat ze door met de andere leerlingen. In ieder geval kun je nu voorspellen dat Petra nu dagelijks strijd zal hebben met Chris. En niet alleen om het groeten bij de deur. Chris weet nu dat hij niet hoeft te doen wat de juf van hem vraagt.

Gerda heeft eigenlijk geen tijd om met de moeder van Selena te praten. Ze weet precies wat er gebeurd is: Selena heeft in de pauze een opmerking gemaakt over de kleren van een klasgenootje. Iets met Zeeman. Het klasgenootje haalde uit.
Gerda vertelt moeder dat de ruzie al is opgelost. Ze heeft nu helaas geen tijd voor moeder, maar binnenkort is het ouderavond en dan kunnen ze verder spreken.
Moeder voelt zich afgescheept en zal ten alle tijden de kant van haar dochter kiezen – tegen Gerda. De volgende keer stapt ze rechtstreeks naar de directeur.

Als startende leraar moet je bij situaties bij de deur van het klaslokaal even nadenken wat op dit moment een handige actie is.

Daar zijn drie denkstappen voor:

1. Wat wil diegene precies van mij?
2. Wat gebeurt er als ik geen tijd voor de ander maak?
3. Wat is op dit moment belangrijker?

Voor het bepalen van wat belangrijker is, kun je deze drie criteria hanteren:

1. Veiligheid (zowel fysiek als emotioneel) gaat vóór alles
2. Het belang van de leraar staat op twee
3. Het belang van de leerling (zowel groep als individueel) komt daarna

Bewaak je grenzen op drie manieren:

1. Je laat merken dat je de ander hebt gehoord en gezien
2. Je vertelt hoe je wilt dat het gaat – oplossingsgericht
3. Je blijft consequent

Ga jij volgend schooljaar starten als leraar of zij-instromer? Dan is het online jaarprogramma misschien wel iets voor jou. Klik hier voor meer informatie

Wil je meer weten over communiceren met ouders? Kijk dan eens hier