Zeven tips voor een ontspannen vakantie

Negen tips voor een ontspannen vakantie

Hoera! Het is bijna vakantie. De laatste schoolweken komen eraan. 

Hoe ga jij ervoor zorgen dat jouw welverdiende vakantie een ontspannen vakantie wordt?

Als je niet uitkijkt...

  • Ben je bijna alle avonden met of op school bezig
  • Ga je iedere dag te laat naar huis
  • Heb je geen tijd meer om te zingen, te dansen of te sporten
  • Doe je kortaf tegen je vrienden en familie
  • Verhef je veel te vaak je stem tegen je leerlingen
  • Slaap je slecht omdat je hoofd te vol zit

Dat kan anders - dat kan beter

Je hebt zoveel vakantie omdat werken in het onderwijs slopend is. Je hebt al die weken hard nodig om om uit te rusten en bij te tanken.

Natuurlijk kun je door blijven rennen tot je de deur achter je dichttrekt, maar de kans is erg groot dat je de eerste dagen van de vakantie ziek bent.

Het is beter om je vakantie ontspannen te beginnen.

Negen tips voor een ontspannen vakantie

  1. Maak een lijst van alles wat er nog moet gebeuren die laatste schoolweken
  2. Verplaats alles wat nu niet perse moet naar de laatste week van de zomervakantie – dan heb je meer energie en doe je de dingen sneller
  3. Delegeer een aantal taken naar een ander of doe ze onder schooltijd – als de leerlingen zelfstandig met iets bezig zijn
  4. Houd een notitieboekje op zak (en naast je bed) en noteer alle ideeën die in je opkomen
  5. Doe alles dat maximaal vijf minuten kost onmiddellijk
  6. Parkeer alle zorgen, schuldgevoel en ander gedoe ergens achter je
  7. Plan in je vakantie lege dagen in. Dagen waarop je helemaal niets hoeft, of waarop je nog iets kunt gaan doen als je dat eventueel zou willen. Voorkom dat je hele vakantie alweer volgepland is
  8. Bedenk bij alle sociale verplichtingen of je wilt of moet… willen is eigen keus en bij moeten is het slim om te bedenken of je echt wel wilt of dat je moet afzeggen/ delegeren/ verplaatsen/ veranderen
  9. Zorg dat er minimaal één vakantiedag is waarop anderen voor jou zorgen. Ga desnoods in een hotel zitten, boek een massage, pik een terrasje…. het maakt niet uit. Rust uit en geniet. Van iedere minuut

Hulp nodig?

Als het je niet lukt om te ontspannen in de vakantie, kan het helpen om daar met vrienden over te praten of alles van je af te schrijven. 

Als je liever met iemand anders praat, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste coach voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor een rustig hoofd of een online cursus Timemanagement.

Mythes in het onderwijs

Mythes in het onderwijs

We horen niet alleen mythes in het onderwijs, we horen en zien overal verhalen die simpelweg onjuist zijn. Ik vind dat een interessant gegeven. Bijvoorbeeld: hoe komt iemand er bij om te beweren dat de aarde plat is?

Geloof je me niet? Kijk maar!

Snap jij het?

Hoe komen weldenkende mensen erbij om te geloven – en te beweren – dat de aarde plat is? Is er ergens ter wereld een aardrijkskundeleraar die haar leerlingen vertelt dat de aarde niet rond is? Ik ben benieuwd. Ik zou graag eens van gedachten wisselen met die leraar.

En ja, ik weet het wel: voor ieder gepubliceerd onderzoek kun je ook een onderzoek vinden dat het tegendeel bewijst. Lang leve het internet. Maar hoe moet ik dan weten wat de waarheid is?

Ligt de waarheid ergens in het midden?

Nee toch? Ik durf te beweren dat ik zeker weet dat de aarde rond is en niet plat en ook niet halfrond. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Zo twijfel ik ook niet aan het nut van inenten. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik als kind bijna dood ben gegaan aan de mazelen en ik weet nog goed hoe ik me toen voelde.

Maar als ik eerlijk ben:

  1. heb ik wel heel lang geloofd dat ik geen wiskundeknobbel had – dat zei mijn moeder altijd
  2. dacht ik dat leerlingen verschillende leerstijlen hadden – het was echt een hele leuke lezing die ik daarover gevolgd heb en de spreker was zeer overtuigend
  3. was ik er van overtuigd dat leerlingen druk worden van suiker – ik dacht dat ik daar in de praktijk voldoende bewijs van had gezien

En toen las ik DIT boekje

En wat blijkt?

    1. Kinderen hebben GEEN verschillende leerstijlen. Leerstijlen bestaan niet. Verschillende voorkeuren bestaan wel.
    2. We gebruiken gewoon 100% van onze hersenen (en geen 10%).
    3. Je leert helemaal niks in je slaap. Jammer. Ik leg toch nog steeds een boek onder mijn kussen als ik een toets heb. Baat het niet dan schaadt het niet.
    4. Jongeren worden niet druk van suiker. Het is wel slecht voor hun tanden en vetgehalte.
    5. Je wordt niet (langdurig) slimmer als je naar klassieke muziek luistert (het effect duurt maximaal 15 minuten).
    6. Je denkt niet met een halve hersenhelft. Bij alle taken werken beide hersenhelften samen.
    7. Multitasken werkt slecht. Multitasken kan alleen als één van beide taken volledig geautomatiseerd is en het is altijd effectiever (voor mannen èn vrouwen) als je op één taak focust.
    8. Stressgevoeligheid en veerkracht zijn individueel bepaald dus algemene tips zullen niet werken.
    9. De wiskundeknobbel bestaat niet. Gelukkig maar. Aanleg c.q. talent helpt wel, maar alleen met voldoende oefening (zoals de 10.000-uren regel) word je ergens goed / beter in.

En ook: in de taxonomie van Bloom en de piramide van Maslov is door anderen een ordening aangebracht: beide heren hebben hun schema bedoeld als theoretisch model en niet om toe te passen in de praktijk.

Kort door de bocht

Je kunt dus alles leren, maar alleen door talent + veel oefening kun je een virtuoos worden. Dit is pas echt goed nieuws voor onze leerlingen! En voor mij. Ik bleek uiteindelijk best goed in wiskunde. Alleen weet ik nu dus pas waarom: ik was een brave leerling die haar huiswerk altijd maakte en haar wiskundesommen net zo vaak maakte tot ze snapte hoe het werkte.

Maar even terug naar de vraag

Hoe moet ik er als leraar achter komen wat de waarheid is?

Hoe moet ik mijn leerlingen leren wát de waarheid is en wáár zij die waarheid zelf kunnen vinden?

Dat laatste is onmogelijk. Ook zelf-ontdekkend leren is een mythe in het onderwijs. Maar niet voor alle leerlingen: alleen voor leerlingen met onvoldoende basiskennis. Wij als leraren moeten onze leerlingen zoveel absolute kennis meegeven dat zij voldoende basiskennis hebben om het onderscheid te kunnen maken. Daar komt geen zelf-ontdekking aan te pas.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Een schoon schoolplein

Een schoon schoolplein

Een schoon schoolplein zorgt voor rust in de omgeving van de school, helpt tegen vervuiling en is prettiger om op te spelen.

Een beter milieu begint bij jezelf

Sinds een jaar of zes speur ik, iedere keer als ik buiten loop, de grond af op zoek naar zwerfvuil. Lege blikjes, plastic zakken, wikkels van snoeprepen… en iedere keer raap ik minimaal twee dingen op. Ik gooi ze weg in de dichtstbijzijnde vuilnisbak. Dat geeft mij het idee dat ik ook een bijdrage lever aan de vermindering van afval en een beter milieu.
Ik heb het niet zelf bedacht; het stond op Facebook, maar het kost me weinig moeite. Ik denk er ook makkelijk aan.

Vooral bij stadsscholen is het een zooitje

Niet speciaal op het schoolplein, maar wel vaak in de straten er omheen. Het valt me op hoe weinig vuilnisbakken er op straat staan. Rondom die scholen raap ik zoveel afval op dat ik voor zeker een maand mijn taks haal. Ik heb een zak waar ik het zwerfafval in verzamel voor de dichtstbijzijnde vuilnisbak – die niet uitpuilt en waar je geen pasje voor nodig hebt.

Ik zie leerlingen op het plein naar mij kijken

Ze stoten elkaar aan. “Die is gek… dat is toch vies…”  

Dat snap ik niet; ik dacht dat leerlingen het milieu belangrijk vinden. Ze weten ons volwassenen altijd precies te vertellen hoe het moet. Waar zit het pijnpunt? 

Zien leerlingen het verband tussen afval en het milieu?

Is het geen idee om onze leerlingen (ook die van VO en MBO) aan te leren om twee keer per dag – op vrijwillige basis – een paar minuten zwerfvuil te rapen rondom het schoolplein? Het kost geen lestijd en kan gewoon in de pauzes. Prikstokken en vuilniszakken halen bij de conciërge, muziekje aan en gaan. Zo moeilijk is dat toch niet? Alles voor een beter milieu. Ik geloof in druppels op een gloeiende plaat. Gewoon doen.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Durf te kiezen

Durf te Kiezen!

Durf te kiezen

Er zijn van die momenten dat je je onzeker voelt als je voor de klas staat. Die momenten horen er bij; iedere leraar kent ze. 

Ken jij zulke momenten ook?

  • Dat je een vraag stelt aan een leerling en vervolgens een grote mond krijgt.
  • Je denkt dat je je les goed hebt voorbereid, maar wat klaar ligt klopt niet met de inhoud van je les.
  • De leerlingen zijn eindelijk in stilte aan het werk en er vliegt een wesp door het raam naar binnen.
  • Je collega maakt een denigrerende opmerking waarvan je vermoedt dat deze niet als grapje bedoeld is.

    Dit zijn van die momenten waarop de grond onder je voeten lijkt te verdwijnen, je knieën beginnen te knikken en je stem begint te trillen.

Je kunt natuurlijk in huilen uitbarsten en hard wegrennen

Maar je kunt het ook omkeren door de juiste keuze te maken. Pak je zelfvertrouwen terug. Durf te kiezen!

Dat doe je in drie stappen:
1. Je haalt diep adem.
2. Zet je voeten stevig op de grond.
3. Zeg tegen jezelf: “Laat ze maar kletsen, ik ga dit kunnen”.

Het lijkt alsof dit heel lang duurt, maar in werkelijkheid kost het je maar een paar seconden. 

Belangrijker is dat je durft! Durf te kiezen…

Daarna los je het probleem op

  • Je geeft die leerling de keus: alsnog antwoord geven op je vraag of er volgt een consequentie. De leerling mag na schooltijd met je hierover in discussie.
  • ‘Oeps! Ik ben wat vergeten. Sorry allemaal.’ Je past je les aan door te kiezen tussen a) het mondeling vervolgen van je les (laat ze schrijven), b) het materiaal uit te delen en daar mee verder te gaan of c) iets geheel anders te gaan doen. Ook hier is ruimte voor discussie… na schooltijd. Of je laat de leerlingen stemmen. Maar jij kiest.
  • Laat de leerlingen kort gillen, laat ze zich stil en klein maken – ‘Ja zeker, dat helpt’ en daarna onderneem je acties om de wesp te verwijderen cq. dood te (laten) meppen. Of jullie wachten tot ie vanzelf verdwijnt.
    Tegen je collega zeg je neutraal dat je schrikt van die opmerking en je vraagt wat hij of zij daar mee bedoelt. Of je haalt je schouders op en loopt weg.

Durf te kiezen

Kies altijd voor een actie die voor jou goed voelt, maar die je eigenlijk eng vindt. Dat ben je waard, als leraar! En het is heel goed voor je zelfvertrouwen als het lukt.

Lukt het niet meteen?

Dat kan. Soms moet je oefenen. Net als jouw leerlingen. Lezen, schrijven en fietsen kun je ook niet in één keer. Oefening baart kunst. Als je de eerste stap zet en durft, kom je al een heel eind.

Hulp nodig?

Als het goed is kun je hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er helaas niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een kort traject om in balans te komen of een online cursus.

Ga uitgerust met vakanrtie

Ga uitgerust je vakantie in!

Ga uitgerust je vakantie in!

Heb je al vakantie? Of ben je nog bezig met de laatste loodjes?

Hoe dan ook, het is zaak om uitgerust de vakantie in te gaan. Dat voorkomt vakantiestress, ongelukken en een te vol hoofd. Daarom vandaag: zeven tips om uitgerust je vakantie in te gaan!

1. Alles wat je nog op school moet (of beter: wilt) doen (schoonmaken, voorbereiden, opruimen, enzovoort): roep hulptroepen in. Ouders, vrienden, vrijwilligers… delegeer de taken en zorg voor gezellige muziek, hapjes en drankjes en loof een prijs uit voor de beste hulp. Maak er wat leuks van!

2. Maak een lijst van alle dingen die je in deze vakantie voor school wilt doen. Prik een of twee dagen in je agenda waarin je al deze dingen gaat doen. Je kunt het lijstje ook gewoon weggooien of verbranden. Vergaat de wereld als je al die dingen niet doet? Vermoedelijk niet. Zijn er dingen die echt moeten? Prima, maar plan ze dan ook echt in en zet ze in je agenda.

3. Koop iets voor jezelf. Een mooi boek dat je deze vakantie wilt gaan lezen, een hoed, zomerkleren, een ijsmachine… iets wat jou alvast in vakantiestemming brengt.

4. Download ergens een checklist (het internet staat er vol mee) voor je vakantievoorbereidingen. Dan hoef je hem zelf niet te maken en hoef je niet bang te zijn dat je iets vergeet.

5. Schrijf brieven aan de leerlingen, ouders en collega’s die nog in je hoofd zitten. Deze brieven hoef je niet te versturen, je mag ze weggooien, verbranden, of in een doos op zolder stoppen.

6. Sociale contacten en huishoudelijke verplichtingen? Kies bewust! Stel prioriteiten. Delegeer en combineer. Zorg dat je minimaal een dag per week de tijd geheel aan jezelf hebt.

7. Ruim je huis op. “Ontspul…”; doe dingen weg. Een schoon en opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd. Als je er geld voor hebt: huur iemand in die het voor je doet en kijk glimlachend toe (vanachter je boek).

Nu ben je klaar voor de vakantie! Fijne vakantie!
Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Iedereen heeft het erover: Werkdruk in het onderwijs. Een leraar heeft teveel werk en te weinig tijd. Dat klopt niet met elkaar….

Teveel taken.

Te druk.

Teveel te doen.

Hoeveel werk kan jij aan?

Afgelopen week kreeg ik het weer te horen:

“O, kom je een workshop geven?  Ja, leuk. Maar eigenlijk heb ik daar helemaal geen tijd voor. Ik heb teveel te doen. Ik moet nog 4 x 25 proefwerken nakijken, rapporten invullen (want morgen hebben we rapportvergadering) en alles in magister zetten en mijn lokaal is ook niet opgeruimd. En ik moet ook nog voorbereiden voor morgen, maar ik denk dat ik dat niet ga doen.”

Weten we nog wel wat belangrijk is in het onderwijs?

Waar het om gaat?

Waarom we iedere dag opnieuw dat lokaal instappen?

En waarom hebben we het eigenlijk zo druk?

Zijn we te perfectionistisch?

Doen we steeds braaf wat anderen ons zeggen te doen?

Willen we iedereen altijd blij maken en vergeten we onszelf?

Of doen we de verkeerde dingen op het verkeerde moment?

Ik weet het niet. Maar dit weet ik wel:

Als je veel te doen hebt zijn er twee mogelijkheden:

  1. Je vind het heerlijk en je gedijt onder de spanning die het vele werk met zich meebrengt.
  2. Je wilt alles goed doen, maar je slaapt slecht en wordt kribbig omdat je niet alles goed kunt doen.

In het eerste geval: houden zo! Dan kun je je werk aan.

In het tweede geval: STOP!

  1. Pak een pen en papier.
  2. Ga zitten.
  3. Maak een lijstje van alles wat je nog moet doen (tussen nu en de komende drie maanden).
  4. En vul al je “to do’s” op het schema van belang in.

En zorg ervoor dat het blok linksboven altijd LEEG is!

Je kunt ook onze online cursus Time-management voor leraren volgen. Bekijk eerst het webinar.

Ja maar

Ja maar… in de klas

Ja maar... in de klas

“Ja maar…” is misschien wel het meest gegeven antwoord in de klas.
“Ja maar… ik heb geen…, ik kan niet…, ik weet niet…, ik doe niets.., ik…”
En natuurlijk de variatie daarop: “Ja maar hij… (of zij…)”
Het eerste woord dat je hoort is “ja”. ‘Fijn’, denk je dan. De wil is er. En nu de actie nog.
Maar die actie komt niet. Omdat er weerstand zit bij de leerling tussen de JA en de ACTIE. 

Wat betekent 'Ja maar' eigenlijk?

Ja maar betekent eigenlijk Ik ben nu in de weerstand omdat jij iets anders zegt dan ik had willen horen. De leerling in kwestie zegt nee, maar dan in andere bewoordingen. Ja maar is altijd bedoeld als verdediging èn aanval tegelijk. Een uitnodiging naar jou om in de verdediging te schieten. En zodra je in die val trapt, heb je een discussie gecreëerd. 

Welke opties heb je?

  1. Je kunt er een strijd van maken door jezelf te gaan verdedigen. Negen van de tien keer verlies je die strijd overigens; het kost (effectieve les)tijd en met een beetje pech krijgt de leerling medestanders en ontstaat er weerstand bij de hele klas. Meestal levert deze strategie onrust en gedoe op.
  2. Je voorkomt iedere discussie door te zeggen: “Helaas heb ik nu geen tijd om hier nu op in te gaan, maar je bent vanmiddag om drie uur van harte welkom. Dan kunnen we het er over hebben. Nu gaan we door met de les.”
  3. Je kunt ook vasthouden aan wat jij van de leerling wilt:“Geen ja maar, gewoon doen. Nu graag. Onmiddellijk.” Blijf de leerling daarbij strak aankijken, net zolang tot het gebeurt. De leerling kan er dan voor kiezen om de weerstand uiteindelijk weg te halen. In sommige gevallen gaat de leerling de strijd met je aan en die strijd win je alleen als je heel stevig in je schoenen staat.
  4. Een variatie hierop is om een leerling in vragende vorm een opdracht te geven en gewoon door te gaan met je les. Je controleert niet (of onopvallend) of de opdracht wordt uitgevoerd. “Ach, wil jij even…? Dank je wel.”
  5. Als je geen zin hebt in gedoe neem je de maar weg en committeer je de leerling aan een actie. Erg handig bij het ontbreken van pennen en andere missende schoolspullen. “Dus als je wel een pen hebt dan kun je beginnen? Mooi, dan heb je hier een pen. Alsjeblieft. Begin maar.”
  6. Je kunt de weerstand ook gewoon negeren en de verantwoordelijkheid bij de leerling leggen. “Oké, prima. Dan mag je het zelf oplossen. Kun jij dit zelf oplossen op een positieve manier waar iedereen mee kan leven? Fijn, ga je gang. Dan laat ik het verder aan jou.”
  7. Als je vermoed dat er meer achter zit, zet je de klas aan een zelfstandige opdracht en neem je de leerling even apart. Onder vier ogen vraag je naar de oorzaak van de weerstand. Zorg dat de leerling zich gezien en gehoord voelt, maar houdt wel vast aan wat jij wilt.

SUCCES!

Wil je wel eens weten wat er omgaat in het hoofd van jouw leerlingen? Misschien is dit een goed IDEE voor jou.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Zoek je een goede coach? Ik heb weer tijd voor een paar nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Heb je geen behoefte aan een coach, maar kun je zo nu en dan een steuntje in de rug gebruiken? Kies dan voor de strippenkaart.

Stoppen of doorgaan

Een vraag van startende leraren en zijinstromers: stoppen of doorgaan?

Stoppen of doorgaan?

Is stoppen of doorgaan de belangrijkste vraag in het leven van een startende leraar of zijinstromer? Geen idee. Ik weet wel dat de uitval groot is; ik zag een getal van 31% langskomen. Dat was schrkken. Het is toch niet waar dat bijna één op de drie starters er binnen vijf jaar weer mee stopt? Hoe moeten we dán het lerarentekort oplossen?

Na een rondje langs de velden weet ik dat het waar is: bijna alle starters en zijinstromers vragen het zich minimaal één keer per maand af:

Zal ik er mee stoppen?

Omdat je verschrikkelijk moe bent, geen zin meer hebt in het dagelijkse gezeur van de moeder van Bo, de opleiding teveel is (nee, de opleiding is niet moeilijk, maar het is zóveel), het eindeloze gebemoei met elkaar, het geroep door de klas, de vechtpartijen op het plein, de grote mond van Idriss, de stapel nakijkwerk die alleen maar groeit, die collega die je boos aankijkt omdat je iets niet hebt gedaan – maar je hebt geen idee wat.

Froukje die na 500 keer uitleggen nog steeds alle sommen onder de 100 fout maakt, de methode waarvan de handleiding weg is en je doet maar wat en niemand heeft tijd om je te vertellen wat je dan moet doen en vooral hóe, de digibordpen die je al maanden kwijt bent en de begeleider van de opleiding die alleen maar reflectievragen stelt, in plaats van je te vertellen hoe je iets moet doen, die saaie vergadering over de nieuwe formulering van de visie van het bestuur waar je voor spek en bonen bijzit, terwijl je in die tijd die enorme stapel rekenwerk had kunnen nakijken… en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Want vooral: hoe moet je alles doen in zo weinig tijd?

Kan ik niet beter stoppen? Moet ik wel doorgaan?

Heb jij dat óók gedacht, afgelopen tijd? Dacht je dat rond Sinterklaas, toen het dak er bijna afvloog? Of plopte het idee pas in je hoofd vlak voor kerst, toen de leerlingen helemáál geen oren meer leken te hebben? En wat dacht je tijdens de vakantie, toen je eindelijk vrij was, maar tussen de kalkoen en de oliebollen tóch bezig was met opdrachten voor de opleiding, het nakijken van werkstukken en het maken van to-do-lijstjes voor ná de vakantie?

Als ik eind november aan mijn starters en zijinstromers vertel dat de zwaarste tijd van het jaar er aan komt (ja, heel leuk, maar ook chaotisch en gewoon zwaar), dan kijken ze me aan met een scheve blik: Het zal wel…

En na de kerstvakantie zeggen ze: ‘Wat ben ik blij dat je dat toen gezegd had, anders had ik de kerstvakantie niet gehaald. Dan had ik gedacht dat ik de enige was en ik denk dat ik er dan mee gestopt was.’

Ik snap dat niet

Je werkt op een school waar iedereen twee keer per jaar op zijn tandvlees loopt en er is niemand die jou dat heeft verteld? Waarom? Is het een geheim? Moet je iets bewijzen? Is het een niet-officiële geheime ontgroening?

Dit hoor ik te vaak: Ik heb gewoon te weinig tijd voor alle starters bij ons op school. Hopelijk houden ze het vol.

Deze zinnen horen zij-instromers vaak:

  • Als jij denkt dat jij dat zo moet doen… ga je gang, ik houd je niet tegen.
  • Het is toch eigenlijk raar dat jij gewoon meteen voor de klas mag terwijl ik daar vier jaar voor heb moeten leren?
  • Waarom snap je dat niet? In de methode staat toch wat je moet doen?
  • Die arme kinderen, dat ze een meester hebben die alles nog moet leren.
  • Ach, vorig jaar was het ook al niks, dus er is weinig te verpesten aan die klas.
  • Ik snap jouw probleem niet, ik heb dat nooit.

Als ik al die opmerkingen achter elkaar lees dan denk ik: ja, waarom zou je blijven? Zulke collega’s wil je toch niet? En dat brengt me op de volgende vraag:

Is het waar dat alleen startende leraren met collega’s die zulke opmerkingen maken ermee stoppen?

Of:

Is het zo dat startende leraren er alleen mee stoppen als ze zich dergelijke opmerkingen van hun collega’s persoonlijk aantrekken?

Stoppen of doorgaan? Ik zeg: Blijf en ga door. Houd vol. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen het kan leren, dus jij ook. Weet dat je niet de enige bent.

Tien tips waardoor je kunt doorgaan

  1. Onderwijs is zwaar omdat het zoveel is. Doe niet alles. Kies. Schrap. Doe alleen wat ECHT moet. De rest hoeft niet. Zeg ‘nee’.
  2. Wees tevreden met wat je wel kunt doen. Perfectionisme is mooi, maar in het onderwijs werkt het contraproductief.
  3. Focus op wat goed gaat. Blunders en fouten maak je om te kunnen groeien.
  4. Schrijf iedere dag alleen díe dingen op die goed zijn gegaan. Noteer ze in een mooi boekje.
  5. Realiseer je dat er regelmatig een overlevingsdag voorbij komt als je in het onderwijs werkt. Dat blijft, ook na 35 jaar – dat weet ik uit ervaring. Het goede nieuws is dat het er steeds minder worden.
  6. Leerlingen geven je iedere dag weer een nieuwe kans. Vertel ze dat je iets nieuws wilt uitproberen en je zult zien dat ze je daar graag mee willen helpen. Beloon ze daar voor.
  7. Vier ieder succesje. Eet een veel te grote reep chocolade, geef jezelf een dagje sauna cadeau, neem je beste vriendin mee uit eten.
  8. Een goede leraar leren worden is hetzelfde als leren fietsen: zo nu en dan val je om. Opstaan, vuil van je knieën vegen, opstappen en opnieuw proberen.
  9. Leraar worden is ook hetzelfde als leren zwemmen: je hebt iemand nodig die je voorziet van bandjes, plankjes, een haak en een reddingsboei. Een goede begeleider leert je de technieken aan, zodat je leert om zónder hulpmiddelen goed te zwemmen. Zoek zo iemand. Je hebt niets aan iemand die jou alleen maar vragen stelt of algemene opmerkingen maakt.
  10. Als je op een school zit waar je ongelukkig wordt van de opmerkingen van je collega’s: zoek een andere school. Je kunt kiezen. Er is ergens een school waar ze om jou zitten te springen.

Zoek je een goede begeleider? Ik heb momenteel tijd voor twee nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek.

Heb je moeite met orde houden? Volg ons webinar De drie wetten van orde.

Een heel praktisch e-boek voor startende leraren is Een sterke start voor de klas

Zoek je tips voor goed klassenmanagement? Lees mijn blogs.

het vak van leraar

Quiz: Ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Ben jij ook geschikt voor het vak van leraar?

Deze week heb ik een quiz bedacht: ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Veel plezier met het maken van de quiz 😉

1. Ga jij met plezier naar je werk?

a. Ja, ik ga iedere dag fluitend naar school

b. Ja, meestal wel maar soms heb ik minder zin

c. Nee, ik stap bijna altijd met buikpijn een klaslokaal in

2. Voel je je gesteund door je leidinggevende?

a. Ja, altijd en ik steun mijn leidinggevende ook

b. Ja, maar soms moet ik daar wel om vragen

c. Nee, ik voel me over het algemeen niet gesteund

3. Hoe is de samenwerking met je collega’s?

a. Heel goed. We gaan ook privé met elkaar om

b. Met de meeste collega’s kan ik goed samenwerken

c. Ik voel me best vaak eenzaam

4. Heb je het gevoel dat je geschikt bent voor je werk?

a. Ja, ik ben een geboren leraar

b. Jawel, maar ik moet nog veel leren

c. Nee, ik vraag me dat regelmatig af

5. Hoe verlopen de contacten met ouders?

a. Uitstekend; alle ouders doen precies wat ik zeg

b. Met de meeste ouders lukt het me prima

c. Over het algemeen moeizaam of slecht

6. Lukt het je goed om je klas te managen?

a. Ja, alles loopt bij mij op rolletjes. Altijd

b. Jawel, maar soms moet ik wel eens improviseren

c. Nee, ik heb bij alles het gevoel dat het me overkomt

7. Kun je goed orde houden?

a. Ja, ik heb zelfs nog nooit ordeproblemen gehad

b. Ja, meestal wel, maar soms stormt het buiten

c. Nee, het is eigenlijk altijd een puinhoop in mijn klas(sen)

8. Doe je alle niet-lesgebonden taken met plezier?

a. Ja, die doe ik er even bij

b. Ja, meestal wel, maar soms kom ik tijd tekort

c. Nee, ik doe ze niet of met tegenzin

9. Wordt er over het algemeen naar je geluisterd als je iets zegt?

a. Altijd

b. Ik vind het fijner om te horen wat anderen vinden of denken

c. Nee, ik denk dat anderen vinden dat ik veel zeur

10. Vind jij jouw leerlingen altijd leuk?

a. Zeker weten. En ze vinden mij ook heel leuk.

b. Meestal wel, maar soms wil ik ze liever achter het behang plakken

c. Als ik eerlijk ben, ben ik bang voor sommige leerlingen

Tel de letters op die je gekozen hebt:

Meestal a:

Ik vraag me eerlijk gezegd af of jij wel echt voor de klas staat. Of ben je echt zo’n blij ei? In dat geval lijk je in ieder geval geschikt. Maar wordt het geen tijd voor een nieuwe uitdaging?

Meestal b:

Als je de vragen eerlijk hebt beantwoord, ben je natuurlijk geschikt. Je staat er realistisch in en je weet wat je aan het doen bent. Blijf wel nadenken over de balans werk-privé.

Meestal c:

Zoek een andere baan of verander je mindset. Wil je dit echt?

Heb je meestal c. ingevuld en wil je je mindset veranderen? Of wil je er achter komen of je wel leraar wilt zijn? Vraag dan een gratis adviesgesprek aan.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Goede leraren 3

Wat doen goede leraren anders – deel 1

Goede leraren 5

In 2018 werd ik uitgenodigd voor de presentatie van een nieuw onderwijsboek van Frans Ottenhof en Gerard Rozing: Wat doen goede leraren anders. Dus ik ging naar Amsterdam en liet mij onderdompelen in een actieve workshop, waarin de heren enthousiast en betrokken tips gaven om leerlingen meer te betrekken bij de les. Het was een leuke middag. Alles was praktisch en sloot goed aan bij de praktijk. En we kregen het boek cadeau. Ik denk dat het hoog tijd wordt om dit boek opnieuw onder de aandacht te brengen, dus in de hele maand oktober deel ik tips uit dit boek.

Elke leerling wil gezien worden

Natuurlijk: we stappen allemaal wel eens met het verkeerde been uit bed. De meeste mensen komen dan de dag wel op de een of andere manier goed door, maar als je voor de klas staat is het een ander verhaal.

Ken je eigen blinde vlek

Voor de klas heb je altijd 100% focus nodig. Zodra je even ‘in je hoofd’ zit, ben je eigenlijk geen goede leraar meer; je mist belangrijke informatie waardoor je de grip op je leerlingen kwijt kunt raken. Er is er namelijk altijd wel één die blindelings aanvoelt dat je er even niet bij bent en deze leerling zal onmiddellijk onprettig gedrag gaan vertonen om je terug te halen.

Ook goede leraren worden wel eens boos

En dat mag natuurlijk. Het gaat erom dat je:

  • Je bewust bent van je eigen irritatie
  • Beseft dat het van jou is en dat jij er iets mee moet doen
  • Nooit afreageert op een leerling of op de klas – en als je het toch doet: bied je excuses meteen aan
  • Gewoon deelt met de klas dat je vandaag niet op je best bent
  • Laat zien dat je mens bent
  • Daarmee altijd accepteert dat ook leerlingen mens zijn – en fouten maken

Hoe zorg je ervoor dat je alle leerlingen ziet?

  1. Wees je bewust van het Pygmalion-effect: positieve self-fullfilling prophecy betekent in dit geval dat je altijd 100% vertrouwen hebt in al je leerlingen
  2. Deel informatie en ervaringen van jezelf, laat leerlingen informatie en ervaringen delen; leg nadruk op de overeenkomsten en benoem de verschillen – want die mogen er ook zijn
  3. Als je onzeker bent: stel je kwetsbaar op maar blijf vertrouwen in wat je te vertellen hebt
  4. En natuurlijk: zie je je leerlingen ook letterlijk; bij binnenkomst sta je bij de deur en spreek je iedereen persoonlijk aan

Wil je een artikel lezen waarin beschreven wordt wat de link is tussen goede leraren en het lerarentekort? Klik hier

Wil je meedoen met ons volgende webinar ‘De drie wetten van orde’ op 20 oktober a.s.? Klik dan hier