Mythes in het onderwijs

Mythes in het onderwijs

We horen niet alleen mythes in het onderwijs, we horen en zien overal verhalen die simpelweg onjuist zijn. Ik vind dat een interessant gegeven. Bijvoorbeeld: hoe komt iemand er bij om te beweren dat de aarde plat is?

Geloof je me niet? Kijk maar!

Snap jij het?

Hoe komen weldenkende mensen erbij om te geloven – en te beweren – dat de aarde plat is? Is er ergens ter wereld een aardrijkskundeleraar die haar leerlingen vertelt dat de aarde niet rond is? Ik ben benieuwd. Ik zou graag eens van gedachten wisselen met die leraar.

En ja, ik weet het wel: voor ieder gepubliceerd onderzoek kun je ook een onderzoek vinden dat het tegendeel bewijst. Lang leve het internet. Maar hoe moet ik dan weten wat de waarheid is?

Ligt de waarheid ergens in het midden?

Nee toch? Ik durf te beweren dat ik zeker weet dat de aarde rond is en niet plat en ook niet halfrond. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Zo twijfel ik ook niet aan het nut van inenten. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik als kind bijna dood ben gegaan aan de mazelen en ik weet nog goed hoe ik me toen voelde.

Maar als ik eerlijk ben:

  1. heb ik wel heel lang geloofd dat ik geen wiskundeknobbel had – dat zei mijn moeder altijd
  2. dacht ik dat leerlingen verschillende leerstijlen hadden – het was echt een hele leuke lezing die ik daarover gevolgd heb en de spreker was zeer overtuigend
  3. was ik er van overtuigd dat leerlingen druk worden van suiker – ik dacht dat ik daar in de praktijk voldoende bewijs van had gezien

En toen las ik DIT boekje

En wat blijkt?

    1. Kinderen hebben GEEN verschillende leerstijlen. Leerstijlen bestaan niet. Verschillende voorkeuren bestaan wel.
    2. We gebruiken gewoon 100% van onze hersenen (en geen 10%).
    3. Je leert helemaal niks in je slaap. Jammer. Ik leg toch nog steeds een boek onder mijn kussen als ik een toets heb. Baat het niet dan schaadt het niet.
    4. Jongeren worden niet druk van suiker. Het is wel slecht voor hun tanden en vetgehalte.
    5. Je wordt niet (langdurig) slimmer als je naar klassieke muziek luistert (het effect duurt maximaal 15 minuten).
    6. Je denkt niet met een halve hersenhelft. Bij alle taken werken beide hersenhelften samen.
    7. Multitasken werkt slecht. Multitasken kan alleen als één van beide taken volledig geautomatiseerd is en het is altijd effectiever (voor mannen èn vrouwen) als je op één taak focust.
    8. Stressgevoeligheid en veerkracht zijn individueel bepaald dus algemene tips zullen niet werken.
    9. De wiskundeknobbel bestaat niet. Gelukkig maar. Aanleg c.q. talent helpt wel, maar alleen met voldoende oefening (zoals de 10.000-uren regel) word je ergens goed / beter in.

En ook: in de taxonomie van Bloom en de piramide van Maslov is door anderen een ordening aangebracht: beide heren hebben hun schema bedoeld als theoretisch model en niet om toe te passen in de praktijk.

Kort door de bocht

Je kunt dus alles leren, maar alleen door talent + veel oefening kun je een virtuoos worden. Dit is pas echt goed nieuws voor onze leerlingen! En voor mij. Ik bleek uiteindelijk best goed in wiskunde. Alleen weet ik nu dus pas waarom: ik was een brave leerling die haar huiswerk altijd maakte en haar wiskundesommen net zo vaak maakte tot ze snapte hoe het werkte.

Maar even terug naar de vraag

Hoe moet ik er als leraar achter komen wat de waarheid is?

Hoe moet ik mijn leerlingen leren wát de waarheid is en wáár zij die waarheid zelf kunnen vinden?

Dat laatste is onmogelijk. Ook zelf-ontdekkend leren is een mythe in het onderwijs. Maar niet voor alle leerlingen: alleen voor leerlingen met onvoldoende basiskennis. Wij als leraren moeten onze leerlingen zoveel absolute kennis meegeven dat zij voldoende basiskennis hebben om het onderscheid te kunnen maken. Daar komt geen zelf-ontdekking aan te pas.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Ouderwets = uit de tijd … dus weg ermee!

Ouderwets = uit de tijd … dus weg ermee!

Als ik naar het onderwijs kijk vandaag de dag, dan vind ik eigenlijk dat er weinig is veranderd. Meer dan 100 jaar geleden zaten er veel te veel kinderen in een lokaal en er stond een leraar voor die erg zijn best deed om zo goed mogelijk les te geven.
Wat is er dan veranderd?

Nou, oké dan

Techniek is de school ingekomen, met het digibord, de computer en de tablet. We weten meer; er is zoveel meer kennis over leren en onderwijzen. Kinderen hebben een andere rol in het gezin dan 100 jaar geleden. Iedereen heeft een mobieltje. De zaterdag is tegenwoordig een vrije dag. Er zijn meer juffen dan meesters; meisjes hebben iets meer kansen dan toen. AI-ontwikkelingen gaan hard. De maatschappij is veranderd. En gelukkig maar; ik moet er niet aan denken dat alles nog steeds hetzelfde zou zijn als 100 jaar geleden.

Lijfstraffen, ezelskoppen, aparte opdrachten voor meisjes en jongens…

Maar als je nog eens kijkt naar de schoolklassen van toen en van nu…? Op de meeste scholen doen we nog steeds ontzettend ons best om zo goed mogelijk les te geven aan een (te grote) groep leerlingen in een klaslokaal. Betekent dat dan dat het meeste onderwijs per definitie ouderwets is?
Ouderwets vinden we toch een beetje een “vies woord”. Uit de tijd. Achterhaald. Verleden tijd. 

Baanbrekende onderwijsvernieuwingen

  • Onderwijs is niet meer van deze tijd
  • Leraren moeten niet lesgeven maar coachen
  • Leerlingen weten zelf wat goed voor ze is

Het klinkt zo ideaal, vriendelijk, respectvol. Wat zou het toch fijn zijn als dergelijk onderwijs zou werken voor alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond en het beroep van hun ouders. Maar helaas… dat is niet zo. 

Er zijn veel te veel leerlingen die te weinig kennis meekrijgen – van huis uit –  om te kunnen weten wat ze zouden willen leren. Deze leerlingen verzuipen op deze vernieuwingsscholen. Net als leerlingen die structuur, helderheid en een goede band met een leraar nodig hebben. Deze vernieuwingsscholen zorgen ervoor dat de kansenongelijkheid alleen maar groter wordt.

Ze mogen van mij wel blijven hoor

Maar kom niet aan met ouderwets. Er zijn echt heel veel ouderwetse dingen die van mij gewoon terug mogen in het onderwijs. En verbeterd mogen worden; want dat kunnen we met de kennis van nu.

Ik pleit er voor om een paar ouderwetse zaken terug te halen in onze klassen. Ouderwets kan dan wel vies klinken, maar deze ouderwetse technieken werken. Ze zorgen ervoor dat onze leerlingen de dingen leren die ze moeten leren. En ik pleit er ook voor om een aantal nieuwe technieken te behouden. Omdat ze goed zijn voor onze leerlingen. Omdat onze leerlingen goed moeten leren lezen, schrijven en rekenen. Juist nu.

Aan welke zaken kun je zo denken?

  1. Leerlingen zijn geen volwassenen. Hun hersenen zijn nog niet volgroeid, dus ze kunnen die nog niet volledig benutten. Ze zijn nog niet in staat om goed-doordachte beslissingen te nemen. Het is de taak van een leraar om ze daar bij te helpen. Een leraar moet heel goed weten wat een leerling wel niet zelf kan beslissen. Een leraar moet duidelijke keuzes bieden.
  2. Het digibord is fantastisch en het moet blijven. Maar hang er alsjeblieft een krijtbord naast; haal dat whiteboard weg. Krijtborden zijn een must voor degelijk schrijfonderwijs en het maken van duidelijke schema’s. Want iedere leerling kan op een krijtbord zie wat er staat; ook de leerlingen die achterin het lokaal zitten. Dat heb ik op een whiteboard nog niemand voor elkaar zien krijgen.
  3. Zorg dat je goed weet wat de leerlingen moeten weten en kunnen: ken je leerlijnen. Leg daar de methode naast. Gebruik de methode als handreiking en nooit als wet. Vertel verhalen.
  4. Leraar zijn is een vak. Er wordt veel van je verwacht en je hebt een enorme verantwoordelijkheid. Gedraag je daar ook naar. Ga terug op je voetstuk; profileer je als deskundig en laat je ook als zodanig betalen.
  5. Tafels stampen. Rijtjes opzeggen. Gemaakte fouten verbeteren. We weten precies op elke manier – en waarom – leerlingen basiskennis het beste opslaan.
  6. Kleuters leren door spelen. Liedjes zingen. Rijmpjes. Bewegen. Voordoen – meedoen – nadoen. Rituelen!
  7. Het is goed om iedere dag te zingen. Ja: met alle leeftijden. Voor mijn part met YouTube en ondertitels, maar zing met je klas minimaal één lied per dag. En zing zelf mee!
  8. Leerlingen hebben knuffels nodig. Geen pandaberen, maar op schoot zitten en een troostende arm horen erbij. Een beetje meer vertrouwen in onze mannelijke collega’s mag best.
  9. Jongens moeten kunnen stoeien en flinke competities houden. Rennen. Duwen. Vechten. Hun kracht en uithoudingsvermogen testen. Spreek wel goed af waar, wanneer en met welke regels.
  10. Leerlingen (en hun ouders) zijn niet van suiker. Je mag ze altijd aanspreken op hun gedrag. Je hoeft je niet te verdedigen; soms heb je gewoon gelijk omdat jij de leraar bent. En als je geen gelijk hebt, geef je dat gewoon toe.

Wil je weten wat de visie van een school voor invloed heeft op het onderwijs en de ontwikkeling van leerlingen?

Lees dan dit boek: Klaskit van Pedro de Bruyckere

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Goede les

Geef een hele goede les

Vlak voor toetsperiodes is het heel belangrijk dat je je lessen heel goed voorbereid. Iedere les die je geeft moet een goede les zijn. Alles moet erop gericht zijn dat alle leerlingen een 10 kunnen halen.

Nu kun je natuurlijk zo’n ouderwets lesvoorbereidingsformulier gebruiken, maar die zijn meestal veel te lang en onoverzichtelijk in de praktijk. Daarom geef ik je een stappenplan waarmee je in 7 stappen je les kunt voorbereiden en geven. Je hoeft alleen maar de antwoorden op te schrijven.

  1. Waar gaat de les over? Wat is het thema, het onderwerp? Hoe maak jij het ook een boeiende les?
  2. Waarom moeten jouw leerlingen dit leren? Wat moeten ze weten en/ of kunnen aan het eind van deze les? Wat is het doel van jouw les?
  3. Welke stappen moeten de leerlingen nemen (wat moeten ze precies doen en in welke volgorde) om het doel te bereiken?
  4. Hoe ziet jouw instructie eruit? Welke stappen moet jij nemen om ervoor te zorgen dat alle leerlingen precies doen (in de juiste volgorde) wat ze moeten doen om het doel te bereiken?
  5. Hoe ga je ervoor zorgen dat alle leerlingen betrokken worden én blijven bij jouw les? Hoe houd je ze bij de les?
  6. Welke voorbeelden geef jij zodat de leerlingen (begeleid) kunnen oefenen en welke opdrachten moeten de leerlingen maken om zelfstandig te kunnen oefenen (verwerken en zelfstandig werken)? Welke huiswerk hoort daarbij?
  7. Hoe ga je toetsen of de leerlingen het doel bereikt hebben en wanneer ga je dat doen?

Het is hierbij ook heel belangrijk dat je steeds aangeeft hoe de leerlingen het moeten doen. Zet op het bord aan welke eisen het werk (zowel tijdens de instructie als tijdens de verwerking en het zelfstandig werk) moet voldoen. Denk hierbij aan tijd, netjes werken, samen of alleen, wanneer moet het af zijn, in stilte of in overleg, enzovoort. Zo zorg je ervoor dat iedere les effectief is.

Belangrijk: Haal alle “flauwekulopdrachten” die de methode geeft eruit als ze niet tot het lesdoel leiden en vervang deze opdrachten door jouw eigen opdrachten die wél tot het doel leiden!

Kun je wel wat hulp gebruiken? Volg dan de spoedcursus klassenmanagement. Wil je liever lezen? Dat kan natuurlijk ook.

Toets maken

Toets maken? Zeven tips!

Toets maken? Zeven tips voor de leraar!

Het maken van een toets in de klas gaf mij altijd een dubbel gevoel. In principe houd ik niet van toetsen. Het zou niet nodig moeten zijn. Er zijn tenslotte andere manieren om erachter te komen of een leerling “klaar is om de maatschappij in te gaan”. En zeker in dat verband betwijfel ik dat een heel toets-systeem daar de juiste voorbereiding van is.

Aan de andere kant hielden mijn leerlingen erg van toetsen. Er hing een gezonde spanning. Het was heel rustig in de klas en het competitie-element van “hoe ga ik het doen?” beviel de meeste leerlingen prima.

Mijn leerlingen waren nooit zenuwachtig

Hoe dat kwam?

  1. Ik zorgde ervoor dat iedereen een voldoende kon halen
  2. Dat deed ik door van te voren te vertellen wat de leerlingen te vertellen wat ze moeten kunnen en wat ze moeten weten
  3. We namen de agenda’s erbij en maakten samen een planning waarin oefenwerk en leerwerk werden afgewisseld
  4. Ik vertelde duidelijk aan welke eisen de toets moest voldoen om een acht te halen
  5. Ook zei ik dat ik er vanuit ging dat iedereen die acht ging halen

Heb ik een oplossing voor de heersende afrekencultuur?

Ja hoor: gewoon mee stoppen met ons allen.
Maar zo lang dat niet het geval is, is het van belang je leerlingen goed voor te bereiden op een toets. 

Zeven tips om je leerlingen goed voor te bereiden op een toets

1. Vertel precies wanneer de toets is. Datum en tijd zijn belangrijk om te weten voor leerlingen. Bij voorkeur vier tot zes weken van te voren, zodat de leerlingen de tijd hebben voor hun voorbereiding. En voorkom dat de datum of de tijd verplaatst worden.
2. Vertel wat precies het belang van de toets is. Wat hangt er van af? Zet de resultaten in relatief perspectief.
3. Vraag de leerlingen welk cijfer (of welke score) ze minimaal willen halen. Noteer die cijfers en laat de leerling een lijstje maken van alles wat ze moeten doen om dát cijfer te halen. Check regelmatig of ze op schema zijn.
4. Vertel exact wat de leerlingen moeten kunnen en weten. Neem ruim van te voren een oefentoets af.
5. Zorg voorafgaand aan de toets voor een lachmoment. Moppen tappen, leuke filmpjes kijken, gekke verhalen vertellen, een lach-energizer… Alles is goed, als er maar even flink gelachen wordt. Lachen zorgt ervoor dat je hersenen beter werken, dat je daarna beter kunt focussen en de ontspanning haalt de spanning weg.
6. Vlak voor de toets: Doe een focus-oefening. Ademhaling, voeten, kijk naar binnen; rust en vertrouwen in je hoofd.
7. Als het kan: kijk de toets meteen na afloop na. Maak een analyse en deel die met de leerlingen. Zorg ervoor dat uitvallers meteen remediërende opdrachten krijgen en regel een hele snelle herkansing.

Veel succes en ja toch: plezier met de komende toetsen.

Zoek je een goede coach? Ik heb weer tijd voor een paar nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.

Heb je geen behoefte aan een coach, maar kun je zo nu en dan een steuntje in de rug gebruiken? Kies dan voor de strippenkaart.

het einde van je les

Haal meer uit het einde van je les

Eindig je les goed

Als leraar zorg je voor een goed einde van je les. Iedere les die je geeft moet je netjes afsluiten. Vorige week heb ik al verteld welke elementen een goede afsluiter bevat: 

  • Controle van begrip aan de hand van het lesdoel – hebben alle leerlingen de lesstof begrepen? 
  • Evaluatie van het proces – hoe hebben jij en de leerlingen gewerkt?
  • Evaluatie van het product – wat moet er gebeuren met alle verwerkingsopdrachten van deze les?
  • Vooruitblik naar de volgende les/ huiswerk – wat moeten de leerlingen doen ter voorbereiding van de volgende les?

Als je regelmatig verschillende lesafsluiters inzet, zul je merken dat je leerlingen uitkijken naar de volgende werkvorm en er (mede) voor zullen zorgen dat jij op tijd met je afsluiter kunt beginnen.

Deze week krijg je een tweede werkvorm van Meneer Gaarthuis.

Frank Gaarthuis heeft nóg een boek geschreven

Het boekje Haal meer uit het einde van je les geeft 40 creatieve en inspirerende werkvormen om je les goed af te sluiten. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik lesafsluiter 4.1. Veel plezier met het organiseren van deze werkvorm!

Afscheidnemer

De afsluiting van de les is hét moment om met een positieve noot te eindigen. Dit kun je als docent zelf verzorgen, zoals we traditioneel al vaak doen, maar de regie uit handen geven is ook leuk!

Wacht dus niet langer op een voorspeelavond, open podium of ander moment waarop je jouw leerlingen ziet schitteren buiten het klaslokaal, maar maak de bühne vrij en geef talent ruim baan aan het einde van jouw les.

Geef de paar laatste minuten van je les aan een leerling. Hij of zij probeert de les samen te vatten en vertelt de belangrijkste punten aan jou en de klas. Hierin kun je de leerling helpen door in meer of mindere mate structuur te bieden of hem of haar op weg te helpen. Daarna mag hij of zij op geheel eigen wijze afscheid nemen van de klas.

Haal meer uit het einde van je les

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Heb je wel eens moeite met het houden van orde in de klas? In ons webinar De drie wetten van orde op woensdagavond 20 oktober a.s. krijg je praktische tips. Deelname kost € 3,- administratiekosten en je kunt je hier opgeven. 

Het einde van je les

Haal meer uit het einde van je les

Eindig je les goed

Het is jouw taak om iedere les niet alleen goed te beginnen, maar ook om deze goed af te sluiten. En ik weet het… door tijdgebrek schiet het er wel eens bij in. Als je voor jezelf een goede lesstructuur (met tijd!) ontwerpt, wen je jezelf er aan om al je lessen goed af te sluiten. Als je je consequent aan je eigen structuur houdt, zal je nog zelden tijd tekort komen. Bovendien rekenen je leerlingen erop dat je iedere les netjes afsluit: heldere overgangen zorgen voor duidelijkheid en overzicht. Niet alleen voor jou, maar óók voor je leerlingen. Er zijn vele manieren om het einde van je les in te kleden, maar in principe moet een lesafsluiting de volgende elementen bevatten:

  • Controle van begrip aan de hand van het lesdoel – hebben alle leerlingen de lesstof begrepen? 
  • Evaluatie van het proces – hoe hebben jij en de leerlingen gewerkt?
  • Evaluatie van het product – wat moet er gebeuren met alle verwerkingsopdrachten van deze les?
  • Vooruitblik naar de volgende les/ huiswerk – wat moeten de leerlingen doen ter voorbereiding van de volgende les?

Als je regelmatig verschillende lesafsluiters inzet, zul je merken dat je leerlingen uitkijken naar de volgende werkvorm en er (mede) voor zullen zorgen dat jij op tijd met je afsluiter kunt beginnen.

Frank Gaarthuis heeft nóg een boek geschreven

Het boekje Haal meer uit het einde van je les geeft 40 (!) creatieve en inspirerende werkvormen om je les goed af te sluiten. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik lesafsluiter 4. Veel plezier met het einde van je les!

Differentiëren in huiswerk

Voor iedereen hetzelfde lesprogramma, voor elke leerling hetzelfde huiswerk en een toets over de stof op een vaststaand moment: op veel scholen is dit de normale gang van zaken. Doorbreek deze cyclus met de werkvorm Differentiëren in huiswerk.

Differentiëren is in een notendop terug te brengen tot het voorbereiden van een les of andere onderwijsactiviteit op basis van wat je weet over je leerlingen. Als je kennis hebt van de verschillen tussen leerlingen, is het een logische stap om huiswerk mee te geven dat hieraan tegemoet komt. Verzamel dus gegevens (data) over de leervoortgang van je leerlingen en selecteer op basis daarvan huiswerkopdrachten die passen bij het niveau van twee (of meer) niveaugroepen die te onderscheiden zijn vanuit je data-analyse.

Sluit de les af door leerlingen huiswerk op te geven dat voortvloeit uit jouw data-analyse. Deze data kun je hebben verzameld in een les die je eerder hebt gegeven, en voor de snelle analyseerders: in de les van vandaag!

Haal meer uit het einde van je les

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER opgeven voor het webinar op 22 september, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

Een goed begin is het halve werk

Begin je instructie op maat

Na het vangen van de aandacht van je klas, is het tijd voor de lesopening. De beste manier om je les te openen is met een (individuele) begintaak. Ook hier geldt: een goed begin is het halve werk. Een goede begintaak grijpt terug op de (voorafgaande) stof die de basis vormt van je huidige les. Je wilt -voor je begint met je instructie- weten of alle benodigde lesstof is begrepen en verwerkt in het langetermijngeheugen van je leerlingen. Natuurlijk check je kort aan het eind van je les, maar aan het begin van de volgende les doe je dat nog een keer. Zo krijg je zicht op wat iedere leerling precies wel en niet beheerst. 

Een lesopening van Meneer Gaarthuis

Het boekje Een goed begin is het halve werk met 10 aandachtvangers & 30 lesopeningen helpt je op creatieve en inspirerende manier op weg. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Deze week (wederom met toestemming van Frank) plaats ik Lesopening 28. Probeer ‘m uit!

Fix it

Fouten ontdekken is één ding maar fouten herstellen gaat een stapje verder! Hebben de leerlingen tijdens de voorgaande lessen geoefend met bepaalde lesstof en wil je echt checken of het is geland? Dan zet je Fix It in als lesopening om leerlingen fouten te laten herstellen in de uitwerking van een gemaakte opgave uit de methode of een (eind)examen.

Bewaar voor deze lesopening bijvoorbeeld kopieën van de antwoordbladen die al echt schoolexamens of eindexamen hebben gedaan. Zet de gereedschapskist klaar en klussen maar!

Een goed begin is het halve werk

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER opgeven voor het webinar op 22 september, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

een goed begin

Een goed begin is het halve werk

Begin je les goed

Natuurlijk weet je dat je als leraar allereerst gastheer of gastvrouw bent. Je bent verantwoordelijk voor een warm welkom en een heldere logistiek. Daarnaast is het jouw taak om bepaalde leerstof over te brengen. Als je dat op een goede manier wilt doen zijn twee dingen belangrijk. Aandachtvangers zorgen ervoor dat iedere leerling de volle aandacht op jou richt en lesopeningen maken dat alle leerlingen de leerstof op een constructieve wijze op kunnen nemen. Een goed begin is het halve werk.

Frank Gaarthuis heeft een boek geschreven

Het boekje Een goed begin is het halve werk met 10 aandachtvangers & 30 lesopeningen helpt je op creatieve en inspirerende manier op weg. Frank (leraar economie) heeft het geschreven voor het VO, maar naar mijn mening zijn de werkvormen net zo goed te gebruiken in de bovenbouw van het PO. Met toestemming van Frank plaats ik Aandachtvanger 8. Doe er je voordeel mee!

Van deel naar geheel

Soms is het een hele uitdaging om je, bij het vangen van de aandacht, te richten op de klas als geheel. Dit kan te maken hebben met de dynamiek (een klas die omschreven wordt als ‘hele drukke klas’), het aantal leerlingen of misschien vind je het wel lastig om je verstaanbaar te maken in een drukke omgeving.

Wat dan uitkomst biedt is de van deel naar geheel aandachtvanger. Hierbij richt je je in eerste instantie op delen van de klas in plaats van op de klas als geheel. Je kunt leerlingen die in een klassieke busopstelling zitten bijvoorbeeld per rij aanspreken en voorbereiden op het feit dat je instructie wilt gaan geven. Om echt indruk te maken verpak je een compliment in je aandachtvanger door bijvoorbeeld te zeggen (met een knipoog) terwijl je een rij aanwijst: ‘Ik richt mij even tot het slimste gedeelte van de klas’. Dan zul je merken dat andere rijen dit oppikken.

In hele drukke klassen kies ik er ook wel eens voor om leerlingen per tweetal of individueel aan te spreken. Iedereen even persoonlijke aandacht geven om vervolgens de klas als geheel aan te spreken is een techniek die bij de wat meer uitdagende klassen heel goed werkt.

Verdeel eerst je aandacht over delen van de klas om vervolgens geheel naar tevredenheid aan de les te beginnen.

Een goed begin is het halve werk

Wil je meer informatie over het boekje of wil je het boekje kopen? Kijk dan op de site van Meneer Gaarthuis

Ben jij begeleider of schoolopleider van startende leraren / zij-instromers, dan kun je je HIER het webinar bekijken, waarin je handige tips krijgt die jou helpen om je starters nog sneller op de rit te krijgen.

onvoldoende

Oooo! Waarom hebben ze nu weer een onvoldoende?

Oooo! Waarom hebben ze nu weer een onvoldoende?

Vlak voor de lockdown was ik in een klas waar een slecht gemaakt proefwerk werd nabesproken. Het proefwerk was niet moeilijk geweest, de docent begreep niet waarom zoveel leerlingen een onvoldoende hadden gehaald.

De leerlingen mopperden

De docent deed haar best om de moed erin te houden. “Kom op jongens, over twee weken is de herkansing en als jullie nu goed meedoen, dan gaan jullie allemaal een voldoende halen.”

Het gemopper verstomde. Een beetje. En alle leerlingen deden echt hun best om actief mee te doen.

De docent nam de tijd om het proefwerk na te bespreken

De docent las de eerste vraag voor en gaf vervolgens het juiste antwoord.
Een leerling riep: “ja, maar dat bedoelde ik ook! Het staat er toch? En toch heb je me daar geen punten voor gegeven. En nu heb ik een onvoldoende.”

Het werd weer onrustig in de klas. De docent keek een beetje wanhopig rond en wist blijkbaar niet wat ze nu moest doen. Ze zei: “Oké. Als je een individuele vraag hebt, dan mag je na afloop van de les even bij me komen.”

Na afloop van de les bleven alle leerlingen zitten. Ze hadden allemaal een individuele vraag.
Ze wilden er punten bij. Want de vraag was onduidelijk gesteld. Of de docent had hun antwoord niet goed begrepen. De docent besloot contact op te nemen met de teamleider, want ze wist niet zo goed wat ze hier mee moest.

De conclusie van de teamleider was, dat de meeste leerlingen de vragen niet goed hadden gelezen. De vragen bestonden uit lange, samengestelde zinnen. Sommige vragen konden anders geïnterpreteerd worden. De docent had het proefwerk niet zelf gemaakt. Alle parallelklassen hadden hetzelfde proefwerk gemaakt, maar niet in alle klassen zo slecht als bij haar. En de docent had het proefwerk wel nabesproken, maar niet vóórbesproken. En daar zat de crux.

Als je wilt dat je leerlingen geen onvoldoende halen, dan:

1. Neem je de tijd om (belangrijke) proefwerken voor te bespreken.
2. Deel je een “proef-proefwerk” uit en maak het klassikaal, interactief.
3. Leer je je leerlingen samengestelde zinnen goed lezen.
4. Laat je de leerlingen steeds hardop bedenken: “Wat wordt hier precies gevraagd?”
5. Vraag je je leerlingen hun ogen dicht te doen en zich in te beelden dat ze in de toekomst zijn. Dat ze hier over een paar weken weer zitten en een voldoende hebben gehaald voor hetzelfde proefwerk.
6. Daarna laat je de leerlingen hun ogen weer opendoen en (eventueel) in tweetallen bedenken wat ze nodig hebben om het proefwerk goed te kunnen maken.
7. Laat je leerlingen een eigen stappenplan maken om een vraag goed te kunnen beantwoorden. Samenwerken mag hierbij.
8. Zorg je ervoor dat ze dit stappenplan bij zich hebben bij de toets.
9. Eindig je met een energizer, zodat iedereen fit en vol goede moed het proefwerk kan gaan maken.
10. Vlak voor het echte proefwerk doe je diezelfde energizer nog een keer!

Welke tips heb jij om onze leerlingen goede cijfers te laten halen? Deel ze hieronder.

Meedoen met de online workshop De drie wetten van Orde? Klik hier

Meer weten over online toetsen? Klik hier

afzwaaiers

Tien afzwaaiers voor het einde van jouw les

Tien afzwaaiers voor het einde van jouw les

Je weet dat het belangrijk is om je les goed af te sluiten. Maar het schiet er wel eens bij in. Je komt vaak tijd te kort, om wat voor reden dan ook. Maar je moet je les evalueren; je moet tenslotte weten of alle leerlingen het lesdoel hebben bereikt. Daarvoor kun je een afzwaaier gebruiken.

Een afzwaaier is snel en effectief

Een goede afzwaaier zorgt ervoor dat je iedere les goed kunt afsluiten:

  1. Test het lesdoel
  2. Duurt 3-5 minuten
  3. Geeft overzicht
  4. Zegt ook iets over het proces
  5. Geeft energie
  6. Nodigt uit voor de volgende les

Tien afzwaaiers voor effectieve leraren

  1. Stel drie vragen die alle leerlingen moeten beantwoorden met een wisbordje of op een blad
  2. Laat alle leerlingen een duim opsteken: naar boven voor begrip, naar beneden voor onbegrip (check random)
  3. Houd een mondelinge steekproef met ijslollystokjes
  4. Begin de volgende les met een kleine schriftelijke toets over de lesinhoud van de vorige les (begintaak)
  5. Laat de leerlingen een tekening of mindmap maken van het geleerde
  6. Geef een korte schriftelijke toets
  7. Deel post-its uit en laat daar opschrijven wat is blijven plakken
  8. Laat leerlingen een toetsvraag bedenken en ruilen met een klasgenoot
  9. Hardop: vraag en antwoordspel (en je wilt iedereen goed kunnen verstaan)
  10. Maak een lied (gebruik een bekende melodie) waarin de leerlingen klassikaal vragen moeten beantwoorden over het lesdoel (vooral leuk voor jongere leerlingen)

Wil je meedoen met het gratis webinar De drie wetten van Orde? Klik dan hier

Wil je meer informatie over afzwaaiers? Klik dan hier en hier