Zeven tips voor een ontspannen vakantie

Negen tips voor een ontspannen vakantie

Hoera! Het is bijna vakantie. De laatste schoolweken komen eraan. 

Hoe ga jij ervoor zorgen dat jouw welverdiende vakantie een ontspannen vakantie wordt?

Als je niet uitkijkt...

  • Ben je bijna alle avonden met of op school bezig
  • Ga je iedere dag te laat naar huis
  • Heb je geen tijd meer om te zingen, te dansen of te sporten
  • Doe je kortaf tegen je vrienden en familie
  • Verhef je veel te vaak je stem tegen je leerlingen
  • Slaap je slecht omdat je hoofd te vol zit

Dat kan anders - dat kan beter

Je hebt zoveel vakantie omdat werken in het onderwijs slopend is. Je hebt al die weken hard nodig om om uit te rusten en bij te tanken.

Natuurlijk kun je door blijven rennen tot je de deur achter je dichttrekt, maar de kans is erg groot dat je de eerste dagen van de vakantie ziek bent.

Het is beter om je vakantie ontspannen te beginnen.

Negen tips voor een ontspannen vakantie

  1. Maak een lijst van alles wat er nog moet gebeuren die laatste schoolweken
  2. Verplaats alles wat nu niet perse moet naar de laatste week van de zomervakantie – dan heb je meer energie en doe je de dingen sneller
  3. Delegeer een aantal taken naar een ander of doe ze onder schooltijd – als de leerlingen zelfstandig met iets bezig zijn
  4. Houd een notitieboekje op zak (en naast je bed) en noteer alle ideeën die in je opkomen
  5. Doe alles dat maximaal vijf minuten kost onmiddellijk
  6. Parkeer alle zorgen, schuldgevoel en ander gedoe ergens achter je
  7. Plan in je vakantie lege dagen in. Dagen waarop je helemaal niets hoeft, of waarop je nog iets kunt gaan doen als je dat eventueel zou willen. Voorkom dat je hele vakantie alweer volgepland is
  8. Bedenk bij alle sociale verplichtingen of je wilt of moet… willen is eigen keus en bij moeten is het slim om te bedenken of je echt wel wilt of dat je moet afzeggen/ delegeren/ verplaatsen/ veranderen
  9. Zorg dat er minimaal één vakantiedag is waarop anderen voor jou zorgen. Ga desnoods in een hotel zitten, boek een massage, pik een terrasje…. het maakt niet uit. Rust uit en geniet. Van iedere minuut

Hulp nodig?

Als het je niet lukt om te ontspannen in de vakantie, kan het helpen om daar met vrienden over te praten of alles van je af te schrijven. 

Als je liever met iemand anders praat, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste coach voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor een rustig hoofd of een online cursus Timemanagement.

Mythes in het onderwijs

Mythes in het onderwijs

We horen niet alleen mythes in het onderwijs, we horen en zien overal verhalen die simpelweg onjuist zijn. Ik vind dat een interessant gegeven. Bijvoorbeeld: hoe komt iemand er bij om te beweren dat de aarde plat is?

Geloof je me niet? Kijk maar!

Snap jij het?

Hoe komen weldenkende mensen erbij om te geloven – en te beweren – dat de aarde plat is? Is er ergens ter wereld een aardrijkskundeleraar die haar leerlingen vertelt dat de aarde niet rond is? Ik ben benieuwd. Ik zou graag eens van gedachten wisselen met die leraar.

En ja, ik weet het wel: voor ieder gepubliceerd onderzoek kun je ook een onderzoek vinden dat het tegendeel bewijst. Lang leve het internet. Maar hoe moet ik dan weten wat de waarheid is?

Ligt de waarheid ergens in het midden?

Nee toch? Ik durf te beweren dat ik zeker weet dat de aarde rond is en niet plat en ook niet halfrond. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Zo twijfel ik ook niet aan het nut van inenten. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik als kind bijna dood ben gegaan aan de mazelen en ik weet nog goed hoe ik me toen voelde.

Maar als ik eerlijk ben:

  1. heb ik wel heel lang geloofd dat ik geen wiskundeknobbel had – dat zei mijn moeder altijd
  2. dacht ik dat leerlingen verschillende leerstijlen hadden – het was echt een hele leuke lezing die ik daarover gevolgd heb en de spreker was zeer overtuigend
  3. was ik er van overtuigd dat leerlingen druk worden van suiker – ik dacht dat ik daar in de praktijk voldoende bewijs van had gezien

En toen las ik DIT boekje

En wat blijkt?

    1. Kinderen hebben GEEN verschillende leerstijlen. Leerstijlen bestaan niet. Verschillende voorkeuren bestaan wel.
    2. We gebruiken gewoon 100% van onze hersenen (en geen 10%).
    3. Je leert helemaal niks in je slaap. Jammer. Ik leg toch nog steeds een boek onder mijn kussen als ik een toets heb. Baat het niet dan schaadt het niet.
    4. Jongeren worden niet druk van suiker. Het is wel slecht voor hun tanden en vetgehalte.
    5. Je wordt niet (langdurig) slimmer als je naar klassieke muziek luistert (het effect duurt maximaal 15 minuten).
    6. Je denkt niet met een halve hersenhelft. Bij alle taken werken beide hersenhelften samen.
    7. Multitasken werkt slecht. Multitasken kan alleen als één van beide taken volledig geautomatiseerd is en het is altijd effectiever (voor mannen èn vrouwen) als je op één taak focust.
    8. Stressgevoeligheid en veerkracht zijn individueel bepaald dus algemene tips zullen niet werken.
    9. De wiskundeknobbel bestaat niet. Gelukkig maar. Aanleg c.q. talent helpt wel, maar alleen met voldoende oefening (zoals de 10.000-uren regel) word je ergens goed / beter in.

En ook: in de taxonomie van Bloom en de piramide van Maslov is door anderen een ordening aangebracht: beide heren hebben hun schema bedoeld als theoretisch model en niet om toe te passen in de praktijk.

Kort door de bocht

Je kunt dus alles leren, maar alleen door talent + veel oefening kun je een virtuoos worden. Dit is pas echt goed nieuws voor onze leerlingen! En voor mij. Ik bleek uiteindelijk best goed in wiskunde. Alleen weet ik nu dus pas waarom: ik was een brave leerling die haar huiswerk altijd maakte en haar wiskundesommen net zo vaak maakte tot ze snapte hoe het werkte.

Maar even terug naar de vraag

Hoe moet ik er als leraar achter komen wat de waarheid is?

Hoe moet ik mijn leerlingen leren wát de waarheid is en wáár zij die waarheid zelf kunnen vinden?

Dat laatste is onmogelijk. Ook zelf-ontdekkend leren is een mythe in het onderwijs. Maar niet voor alle leerlingen: alleen voor leerlingen met onvoldoende basiskennis. Wij als leraren moeten onze leerlingen zoveel absolute kennis meegeven dat zij voldoende basiskennis hebben om het onderscheid te kunnen maken. Daar komt geen zelf-ontdekking aan te pas.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Een schoon schoolplein

Een schoon schoolplein

Een schoon schoolplein zorgt voor rust in de omgeving van de school, helpt tegen vervuiling en is prettiger om op te spelen.

Een beter milieu begint bij jezelf

Sinds een jaar of zes speur ik, iedere keer als ik buiten loop, de grond af op zoek naar zwerfvuil. Lege blikjes, plastic zakken, wikkels van snoeprepen… en iedere keer raap ik minimaal twee dingen op. Ik gooi ze weg in de dichtstbijzijnde vuilnisbak. Dat geeft mij het idee dat ik ook een bijdrage lever aan de vermindering van afval en een beter milieu.
Ik heb het niet zelf bedacht; het stond op Facebook, maar het kost me weinig moeite. Ik denk er ook makkelijk aan.

Vooral bij stadsscholen is het een zooitje

Niet speciaal op het schoolplein, maar wel vaak in de straten er omheen. Het valt me op hoe weinig vuilnisbakken er op straat staan. Rondom die scholen raap ik zoveel afval op dat ik voor zeker een maand mijn taks haal. Ik heb een zak waar ik het zwerfafval in verzamel voor de dichtstbijzijnde vuilnisbak – die niet uitpuilt en waar je geen pasje voor nodig hebt.

Ik zie leerlingen op het plein naar mij kijken

Ze stoten elkaar aan. “Die is gek… dat is toch vies…”  

Dat snap ik niet; ik dacht dat leerlingen het milieu belangrijk vinden. Ze weten ons volwassenen altijd precies te vertellen hoe het moet. Waar zit het pijnpunt? 

Zien leerlingen het verband tussen afval en het milieu?

Is het geen idee om onze leerlingen (ook die van VO en MBO) aan te leren om twee keer per dag – op vrijwillige basis – een paar minuten zwerfvuil te rapen rondom het schoolplein? Het kost geen lestijd en kan gewoon in de pauzes. Prikstokken en vuilniszakken halen bij de conciërge, muziekje aan en gaan. Zo moeilijk is dat toch niet? Alles voor een beter milieu. Ik geloof in druppels op een gloeiende plaat. Gewoon doen.

Hulp nodig?

Je kunt hulp vragen aan een collega, duo-partner, leidinggevende, je schoolopleider of je maatje. 

Als dat er niet inzit, kun je natuurlijk altijd terecht bij de beste site voor startende leraren: Sterke School

Vraag een vrijblijvend adviesgesprek aan en ga voor de strippenkaart, een spoedcursus klassenmanagement of een online cursus.

Ga uitgerust met vakanrtie

Ga uitgerust je vakantie in!

Ga uitgerust je vakantie in!

Heb je al vakantie? Of ben je nog bezig met de laatste loodjes?

Hoe dan ook, het is zaak om uitgerust de vakantie in te gaan. Dat voorkomt vakantiestress, ongelukken en een te vol hoofd. Daarom vandaag: zeven tips om uitgerust je vakantie in te gaan!

1. Alles wat je nog op school moet (of beter: wilt) doen (schoonmaken, voorbereiden, opruimen, enzovoort): roep hulptroepen in. Ouders, vrienden, vrijwilligers… delegeer de taken en zorg voor gezellige muziek, hapjes en drankjes en loof een prijs uit voor de beste hulp. Maak er wat leuks van!

2. Maak een lijst van alle dingen die je in deze vakantie voor school wilt doen. Prik een of twee dagen in je agenda waarin je al deze dingen gaat doen. Je kunt het lijstje ook gewoon weggooien of verbranden. Vergaat de wereld als je al die dingen niet doet? Vermoedelijk niet. Zijn er dingen die echt moeten? Prima, maar plan ze dan ook echt in en zet ze in je agenda.

3. Koop iets voor jezelf. Een mooi boek dat je deze vakantie wilt gaan lezen, een hoed, zomerkleren, een ijsmachine… iets wat jou alvast in vakantiestemming brengt.

4. Download ergens een checklist (het internet staat er vol mee) voor je vakantievoorbereidingen. Dan hoef je hem zelf niet te maken en hoef je niet bang te zijn dat je iets vergeet.

5. Schrijf brieven aan de leerlingen, ouders en collega’s die nog in je hoofd zitten. Deze brieven hoef je niet te versturen, je mag ze weggooien, verbranden, of in een doos op zolder stoppen.

6. Sociale contacten en huishoudelijke verplichtingen? Kies bewust! Stel prioriteiten. Delegeer en combineer. Zorg dat je minimaal een dag per week de tijd geheel aan jezelf hebt.

7. Ruim je huis op. “Ontspul…”; doe dingen weg. Een schoon en opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd. Als je er geld voor hebt: huur iemand in die het voor je doet en kijk glimlachend toe (vanachter je boek).

Nu ben je klaar voor de vakantie! Fijne vakantie!
oudergesprekken

Oudergesprekken

Het is weer tijd om oudergesprekken te voeren.

Tienminutengesprekken, adviesgesprekken, contactavonden, tafeltjesavonden, enzovoort… Oudergesprekken zijn leuk en zinvol.

Dus het is weer tijd om weer even wat tips op een rijtje te zetten:

1. Begin met het vertellen van iets leuks over de leerling. Of laat iets moois zien. Een foto, een werkstuk, een hoge score.

2. Vertel het doel van het gesprek en benoem de tijdsduur. Het is natuurlijk prima als er ook andere zaken besproken moeten worden, maar maak daar dan een aparte afspraak voor.

3. Stel vragen aan de ouder(s). Toon oprechte belangstelling.

4. Je voorkomt weerstand door “een opgeheven vingertje” en “ongevraagde adviezen” achterwege te laten.

5. Luister heel goed naar wat ouders te vertellen hebben. Vermijd bagatelliseren en relativeren. Neem alle verhalen serieus.

6. Bij “slecht nieuws” benoem je specifiek en expliciet het gedrag of de scores. Wees duidelijk en voorkom “wollig inkleden”. Geef ouders meer dan voldoende tijd om de schok te verwerken en vraag vervolgens of dit gedrag/ deze scores verwacht werden. Maak eventueel een nieuwe afspraak om het slechtnieuwsgesprek voort te zetten. Zo kunnen ouders bijkomen van de schrik en hebben ze tijd om vragen te formuleren.

7. Vraag ouders om hulp en advies; ook als je zelf oplossingen hebt bedacht. Bespreek daarna alle mogelijk oplossingen en laat de mening van de ouders meewegen. Als je de ouders “mee” hebt, kun je meer invloed uitoefenen op de leerling.

8. Als de leerling erbij zit: bereid het gesprek dan met de leerling voor. Zo voorkom je dat hij of zij overvallen wordt.

Meer weten over oudergesprekken? Peter weet er alles van.

Geniet ervan! 

Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Hoeveel werk kan jij aan?

Iedereen heeft het erover: Werkdruk in het onderwijs. Een leraar heeft teveel werk en te weinig tijd. Dat klopt niet met elkaar….

Teveel taken.

Te druk.

Teveel te doen.

Hoeveel werk kan jij aan?

Afgelopen week kreeg ik het weer te horen:

“O, kom je een workshop geven?  Ja, leuk. Maar eigenlijk heb ik daar helemaal geen tijd voor. Ik heb teveel te doen. Ik moet nog 4 x 25 proefwerken nakijken, rapporten invullen (want morgen hebben we rapportvergadering) en alles in magister zetten en mijn lokaal is ook niet opgeruimd. En ik moet ook nog voorbereiden voor morgen, maar ik denk dat ik dat niet ga doen.”

Weten we nog wel wat belangrijk is in het onderwijs?

Waar het om gaat?

Waarom we iedere dag opnieuw dat lokaal instappen?

En waarom hebben we het eigenlijk zo druk?

Zijn we te perfectionistisch?

Doen we steeds braaf wat anderen ons zeggen te doen?

Willen we iedereen altijd blij maken en vergeten we onszelf?

Of doen we de verkeerde dingen op het verkeerde moment?

Ik weet het niet. Maar dit weet ik wel:

Als je veel te doen hebt zijn er twee mogelijkheden:

  1. Je vind het heerlijk en je gedijt onder de spanning die het vele werk met zich meebrengt.
  2. Je wilt alles goed doen, maar je slaapt slecht en wordt kribbig omdat je niet alles goed kunt doen.

In het eerste geval: houden zo! Dan kun je je werk aan.

In het tweede geval: STOP!

  1. Pak een pen en papier.
  2. Ga zitten.
  3. Maak een lijstje van alles wat je nog moet doen (tussen nu en de komende drie maanden).
  4. En vul al je “to do’s” op het schema van belang in.

En zorg ervoor dat het blok linksboven altijd LEEG is!

Je kunt ook onze online cursus Time-management voor leraren volgen. Bekijk eerst het webinar.

Stoppen of doorgaan

Een vraag van startende leraren en zijinstromers: stoppen of doorgaan?

Stoppen of doorgaan?

Is stoppen of doorgaan de belangrijkste vraag in het leven van een startende leraar of zijinstromer? Geen idee. Ik weet wel dat de uitval groot is; ik zag een getal van 31% langskomen. Dat was schrkken. Het is toch niet waar dat bijna één op de drie starters er binnen vijf jaar weer mee stopt? Hoe moeten we dán het lerarentekort oplossen?

Na een rondje langs de velden weet ik dat het waar is: bijna alle starters en zijinstromers vragen het zich minimaal één keer per maand af:

Zal ik er mee stoppen?

Omdat je verschrikkelijk moe bent, geen zin meer hebt in het dagelijkse gezeur van de moeder van Bo, de opleiding teveel is (nee, de opleiding is niet moeilijk, maar het is zóveel), het eindeloze gebemoei met elkaar, het geroep door de klas, de vechtpartijen op het plein, de grote mond van Idriss, de stapel nakijkwerk die alleen maar groeit, die collega die je boos aankijkt omdat je iets niet hebt gedaan – maar je hebt geen idee wat.

Froukje die na 500 keer uitleggen nog steeds alle sommen onder de 100 fout maakt, de methode waarvan de handleiding weg is en je doet maar wat en niemand heeft tijd om je te vertellen wat je dan moet doen en vooral hóe, de digibordpen die je al maanden kwijt bent en de begeleider van de opleiding die alleen maar reflectievragen stelt, in plaats van je te vertellen hoe je iets moet doen, die saaie vergadering over de nieuwe formulering van de visie van het bestuur waar je voor spek en bonen bijzit, terwijl je in die tijd die enorme stapel rekenwerk had kunnen nakijken… en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Want vooral: hoe moet je alles doen in zo weinig tijd?

Kan ik niet beter stoppen? Moet ik wel doorgaan?

Heb jij dat óók gedacht, afgelopen tijd? Dacht je dat rond Sinterklaas, toen het dak er bijna afvloog? Of plopte het idee pas in je hoofd vlak voor kerst, toen de leerlingen helemáál geen oren meer leken te hebben? En wat dacht je tijdens de vakantie, toen je eindelijk vrij was, maar tussen de kalkoen en de oliebollen tóch bezig was met opdrachten voor de opleiding, het nakijken van werkstukken en het maken van to-do-lijstjes voor ná de vakantie?

Als ik eind november aan mijn starters en zijinstromers vertel dat de zwaarste tijd van het jaar er aan komt (ja, heel leuk, maar ook chaotisch en gewoon zwaar), dan kijken ze me aan met een scheve blik: Het zal wel…

En na de kerstvakantie zeggen ze: ‘Wat ben ik blij dat je dat toen gezegd had, anders had ik de kerstvakantie niet gehaald. Dan had ik gedacht dat ik de enige was en ik denk dat ik er dan mee gestopt was.’

Ik snap dat niet

Je werkt op een school waar iedereen twee keer per jaar op zijn tandvlees loopt en er is niemand die jou dat heeft verteld? Waarom? Is het een geheim? Moet je iets bewijzen? Is het een niet-officiële geheime ontgroening?

Dit hoor ik te vaak: Ik heb gewoon te weinig tijd voor alle starters bij ons op school. Hopelijk houden ze het vol.

Deze zinnen horen zij-instromers vaak:

  • Als jij denkt dat jij dat zo moet doen… ga je gang, ik houd je niet tegen.
  • Het is toch eigenlijk raar dat jij gewoon meteen voor de klas mag terwijl ik daar vier jaar voor heb moeten leren?
  • Waarom snap je dat niet? In de methode staat toch wat je moet doen?
  • Die arme kinderen, dat ze een meester hebben die alles nog moet leren.
  • Ach, vorig jaar was het ook al niks, dus er is weinig te verpesten aan die klas.
  • Ik snap jouw probleem niet, ik heb dat nooit.

Als ik al die opmerkingen achter elkaar lees dan denk ik: ja, waarom zou je blijven? Zulke collega’s wil je toch niet? En dat brengt me op de volgende vraag:

Is het waar dat alleen startende leraren met collega’s die zulke opmerkingen maken ermee stoppen?

Of:

Is het zo dat startende leraren er alleen mee stoppen als ze zich dergelijke opmerkingen van hun collega’s persoonlijk aantrekken?

Stoppen of doorgaan? Ik zeg: Blijf en ga door. Houd vol. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen het kan leren, dus jij ook. Weet dat je niet de enige bent.

Tien tips waardoor je kunt doorgaan

  1. Onderwijs is zwaar omdat het zoveel is. Doe niet alles. Kies. Schrap. Doe alleen wat ECHT moet. De rest hoeft niet. Zeg ‘nee’.
  2. Wees tevreden met wat je wel kunt doen. Perfectionisme is mooi, maar in het onderwijs werkt het contraproductief.
  3. Focus op wat goed gaat. Blunders en fouten maak je om te kunnen groeien.
  4. Schrijf iedere dag alleen díe dingen op die goed zijn gegaan. Noteer ze in een mooi boekje.
  5. Realiseer je dat er regelmatig een overlevingsdag voorbij komt als je in het onderwijs werkt. Dat blijft, ook na 35 jaar – dat weet ik uit ervaring. Het goede nieuws is dat het er steeds minder worden.
  6. Leerlingen geven je iedere dag weer een nieuwe kans. Vertel ze dat je iets nieuws wilt uitproberen en je zult zien dat ze je daar graag mee willen helpen. Beloon ze daar voor.
  7. Vier ieder succesje. Eet een veel te grote reep chocolade, geef jezelf een dagje sauna cadeau, neem je beste vriendin mee uit eten.
  8. Een goede leraar leren worden is hetzelfde als leren fietsen: zo nu en dan val je om. Opstaan, vuil van je knieën vegen, opstappen en opnieuw proberen.
  9. Leraar worden is ook hetzelfde als leren zwemmen: je hebt iemand nodig die je voorziet van bandjes, plankjes, een haak en een reddingsboei. Een goede begeleider leert je de technieken aan, zodat je leert om zónder hulpmiddelen goed te zwemmen. Zoek zo iemand. Je hebt niets aan iemand die jou alleen maar vragen stelt of algemene opmerkingen maakt.
  10. Als je op een school zit waar je ongelukkig wordt van de opmerkingen van je collega’s: zoek een andere school. Je kunt kiezen. Er is ergens een school waar ze om jou zitten te springen.

Zoek je een goede begeleider? Ik heb momenteel tijd voor twee nieuwe trajecten. Mail naar judith@sterkeschool.nl en we maken een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek.

Heb je moeite met orde houden? Volg ons webinar De drie wetten van orde.

Een heel praktisch e-boek voor startende leraren is Een sterke start voor de klas

Zoek je tips voor goed klassenmanagement? Lees mijn blogs.

het vak van leraar

Quiz: Ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Ben jij ook geschikt voor het vak van leraar?

Deze week heb ik een quiz bedacht: ben ik geschikt voor het vak van leraar?

Veel plezier met het maken van de quiz 😉

1. Ga jij met plezier naar je werk?

a. Ja, ik ga iedere dag fluitend naar school

b. Ja, meestal wel maar soms heb ik minder zin

c. Nee, ik stap bijna altijd met buikpijn een klaslokaal in

2. Voel je je gesteund door je leidinggevende?

a. Ja, altijd en ik steun mijn leidinggevende ook

b. Ja, maar soms moet ik daar wel om vragen

c. Nee, ik voel me over het algemeen niet gesteund

3. Hoe is de samenwerking met je collega’s?

a. Heel goed. We gaan ook privé met elkaar om

b. Met de meeste collega’s kan ik goed samenwerken

c. Ik voel me best vaak eenzaam

4. Heb je het gevoel dat je geschikt bent voor je werk?

a. Ja, ik ben een geboren leraar

b. Jawel, maar ik moet nog veel leren

c. Nee, ik vraag me dat regelmatig af

5. Hoe verlopen de contacten met ouders?

a. Uitstekend; alle ouders doen precies wat ik zeg

b. Met de meeste ouders lukt het me prima

c. Over het algemeen moeizaam of slecht

6. Lukt het je goed om je klas te managen?

a. Ja, alles loopt bij mij op rolletjes. Altijd

b. Jawel, maar soms moet ik wel eens improviseren

c. Nee, ik heb bij alles het gevoel dat het me overkomt

7. Kun je goed orde houden?

a. Ja, ik heb zelfs nog nooit ordeproblemen gehad

b. Ja, meestal wel, maar soms stormt het buiten

c. Nee, het is eigenlijk altijd een puinhoop in mijn klas(sen)

8. Doe je alle niet-lesgebonden taken met plezier?

a. Ja, die doe ik er even bij

b. Ja, meestal wel, maar soms kom ik tijd tekort

c. Nee, ik doe ze niet of met tegenzin

9. Wordt er over het algemeen naar je geluisterd als je iets zegt?

a. Altijd

b. Ik vind het fijner om te horen wat anderen vinden of denken

c. Nee, ik denk dat anderen vinden dat ik veel zeur

10. Vind jij jouw leerlingen altijd leuk?

a. Zeker weten. En ze vinden mij ook heel leuk.

b. Meestal wel, maar soms wil ik ze liever achter het behang plakken

c. Als ik eerlijk ben, ben ik bang voor sommige leerlingen

Tel de letters op die je gekozen hebt:

Meestal a:

Ik vraag me eerlijk gezegd af of jij wel echt voor de klas staat. Of ben je echt zo’n blij ei? In dat geval lijk je in ieder geval geschikt. Maar wordt het geen tijd voor een nieuwe uitdaging?

Meestal b:

Als je de vragen eerlijk hebt beantwoord, ben je natuurlijk geschikt. Je staat er realistisch in en je weet wat je aan het doen bent. Blijf wel nadenken over de balans werk-privé.

Meestal c:

Zoek een andere baan of verander je mindset. Wil je dit echt?

Heb je meestal c. ingevuld en wil je je mindset veranderen? Of wil je er achter komen of je wel leraar wilt zijn? Vraag dan een gratis adviesgesprek aan.

Heb je zin om mee te doen met ons eerstvolgende webinar of wil je een webinar on demand bekijken? Klik dan HIER

Jouw gedrag

Kijken naar jezelf als leraar

Peter Teitler geeft lessen in orde

In het boek is veel aandacht voor Kijken naar jezelf als leraar. Ieder mens heeft een bepaalde grondhouding, maar als leraar moet je je goed inzicht hebben in je eigen houding; ken uzelve. Als leraar switch je de hele dag tussen verschillende gedragingen en houdingen; het is wel handig als je deze bewust kunt inzetten om het gedrag van anderen – bijvoorbeeld leerlingen – te beïnvloeden.

Je kunt alleen jezelf veranderen

Misschien wil je wel dat een leerling, ouder of collega zich anders gaat gedragen, maar het begin ligt bij jou. Zolang jij blijft doen wat je altijd al deed, blijf je krijgen wat je altijd al kreeg. Op het moment dat jij je gedrag verandert, zal een ander anders reageren. Om te weten hoe je anders moet reageren, moet je weten welke elementen van jouw houding/ gedrag helpend zijn of juist tegen werken. Alleen die elementen moet je veranderen om het gewenste effect te bereiken.

Jouw eigen houding en gedrag

Hoe kom je erachter welke elementen helpend zijn en welke tegenwerken? Door jezelf een aantal vragen te stellen:

  1. Vind ik mijzelf als leraar de moeite waard?
  2. En vind ik mijn leerlingen de moeite waard?
  3. Vind ik mijn collega’s de moeite waard?
  4. En vind ik mijn leidinggevende(n) de moeite waard?
  • Als je op alle vier de punten volmondig Ja kunt zeggen, heb je een positieve grondhouding en is er een grote kans dat anderen willen luisteren naar wat jij zegt. Er is vermoedelijk sprake van een gezonde relatie, waardoor je invloed kunt uitoefenen op anderen.
  • Als je anderen wel de moeite waard vindt maar jezelf niet, zul je eerst moeten werken aan jouw zelfvertrouwen. 
  • Indien je jezelf wel de moeite waard vindt maar anderen niet, zul je je waarschijnlijk eenzaam en ongehoord voelen. Anderen (vooral: leerlingen) voelen dat je hen (onbewust) de schuld geeft van alles wat mis gaat in jouw lessen. Eerst moet je jezelf afvragen of het onderwijs wel de juiste werkomgeving voor jou is. Als jouw antwoord op die vraag Ja is, wordt het tijd om je kwetsbaar op te stellen en te vragen aan anderen hoe je op hen overkomt. Bij een Nee wordt het tijd om een andere baan te zoeken.
  • In het geval dat je zowel jezelf als anderen geenszins de moeite waard vindt, stel ik voor dat je begint met een gesprek met iemand die jij vertrouwt en je verder kan helpen, anders loop je steeds verder vast.

Praktische tips

Een onderzoek naar je eigen grondhouding is een proces dat je misschien niet alleen kunt leiden maar waar je een coach, collega of vriend bij nodig hebt. Er zijn echter een paar dingen die je in ieder geval zelf kunt doen:

  1. Noteer iedere dag drie dingen waar je blij mee of tevreden over bent; groot en klein
  2. Herken impliciete boodschappen van anderen zoals metaforen, kritische opmerkingen vermomd als grap en blikwisselingen nadat jij iets gezegd hebt. Train jezelf in opmerkzaamheid en vraag expliciet naar de betekenis – en ja, dat mag eng zijn
  3. Realiseer je dat je het product bent van je jeugd en je opvoeding. Ieder mens draagt zaken mee die niet meer in deze tijd thuishoren, maar onbewust meegenomen zijn uit het verleden. Ballast is er om achter te laten en een coach kan je daar bij helpen.

Succes 🙂

Vind jij dat het nu echt tijd is om aan jouw zelfvertrouwen te werken? Neem dan vrijblijvend contact met me op. In een gratis intake zoeken we naar een traject dat past bij jou en jouw portemonnee. Het resultaat van een coachtraject bij Sterke School is dat je sterk voor de klas kunt staan en vertrouwen hebt in jouw eigen kunnen en in de mogelijkheden van jouw leerlingen.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.

Collega's aanspreken

Je collega’s aanspreken

Peter Teitler geeft lessen in orde

De meeste scholen hebben (gedrags)regels vastgesteld. Je kunt ze lezen op de site, in de schoolgids en soms hangen ze zelfs op de muur in gangen en lokalen. Maar helaas weigeren sommige leraren om zich daaraan te houden. Zij hebben zelf geen enkel probleem om de orde in hun klassen te handhaven, of ze durven hun leerlingen niet aan te spreken op het overtreden van bepaalde regels. In het boek Lessen in orde wordt een heel hoofdstuk gewijd aan Opvoeders op één lijn.

Herken je dit gedrag?

Je vraagt de leerlingen bij binnenkomst hun telefoon in de telefoontas te doen. Sommige leerlingen weigeren, want bij meneer Jansen hoeft dat ook nooit. Voor je het weet zit je in een zinloze discussie en is de halve les voorbij.

Collega's aanspreken

Jij moet in ieder geval voet bij stuk houden. In dit geval: telefoons in de tas en geen discussie. Zodra je toegeeft is je gezag weg en ga je een zware tijd tegemoet in deze klas. Wat nóg moeilijker kan zijn, is het aanspreken van meneer Jansen op zijn gedrag, omdat hij jouw gezag ondermijnt. 

Nu kun je natuurlijk meteen naar meneer Jansen rennen en hem uitschelden, maar waarschijnlijk is het handiger om eerst even na te vragen bij meneer Jansen of het wel klopt wat de leerlingen zeiden. En vervolgens kun je vertellen wat zijn gedrag voor gevolgen heeft voor jou en vragen welke oplossing hij daar voor heeft. Je kunt meneer Jansen om hulp vragen.

Het heeft te maken met steun

Je hebt meer gezag bij leerlingen als je je gesteund voelt door je collega’s, ouders en leidinggevenden. Als je echt geen steun krijgt – van niemand – dan zou ik een andere school gaan zoeken. Maar op de meeste scholen gebeurt het zonder nadenken, in de waan van de dag. Snelle keuzes zonder na te denken over de consequenties. Menselijk gedrag.

Waarom is het zo moeilijk om echte afstemming te realiseren?

Daar kunnen drie redenen voor zijn:

  1. Leraren zijn bang dat hun autonomie aangetast wordt
  2. Leraren zijn bang voor een rigide structuur
  3. Afspraken verzanden door gebrek aan structuur

Opvoeders op één lijn? Hoe dan?

Het is niet jouw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle leraren zich aan de regels gaan houden, maar je bent wel verantwoordelijk voor jouw eigen gedrag. Als jij ergens last van hebt dan moet je dat aan de orde stellen. En als je niet naar meneer Jansen zelf durft, ga dan naar je leidinggevende. Wat je beslist niet moet doen, is klagen tegen andere collega’s of ouders. Sta voor wat jij vindt en wilt bereiken.

Heb je veel leerlingen met lastig gedrag in je klas? Boek dan een (online) privéworkshop. De NPO-gelden zijn ook hier voor in te zetten.

Het boek van Peter Teitler kun je hier kopen.

Wil je meedoen met het eerstvolgende webinar van Sterke School? Klik dan hier.